135 leeraar-Directeur van het Laboratorium eene jaarlijksche toe lage verstrekt, waarvan het bedrag tusschen den Hoogleeraar- Directeur en Burgemeester en Wethouders wordt geregeld, ter bestrijding der onkosten vari verbruik van chemicaliën, aankoop van monsters, restitutie van gebroken glaswerk en bezoldiging van een knecht. De Hoogleeraar kan in de maand Januari over genoemde toelage beschikken en is niet verplicht tot het overleggen van eene nadere verantwoording van de wijze, waarop dat bedrag besteed is. e. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalden tijd met bevoegdheid van beide partijen om haar op 31 De cember van elk jaar te doen eindigen, wanneer zij vóór l September schriftelijk aan de andere partij zal zijn opgezegd. Is dit niet geschied, zoo blijft de overeenkomst op dezelfde voorwaarden bestaan. Art. 2. De kosten, op deze overeenkomst vallende, komen voor rekening der gemeente. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 288. Leiden, 25 November 1901. Wij hebben de eer U voor te stellen de navolgende begrootingsposten van den loopenden dienst, waarvan de raming niet toereikende is geblekente verhoogen met de daarbij vermelde bedragen. Volgn. 57. Jaarwedden van de Wethouders 250.— Tengevolge van de benoeming van een vierden Wethouder, zal dit artikel met /250.— moeten worden verhoogd, zijnde de wedde over de maanden October—December 1901. Volgn. 75. Onderhoud en aankoop van meubelen voor het Raadhuis567.— De uitbreiding van het aantal zitplaatsen in de Raadzaal en de aanschaffing van een over kleed voor die zaal vorderden een uitgaaf van 275, welke niet uit den gewonen onderhouds- post kan worden bestreden. Voor de verbouwing van het politiebureau stelde de Raad den 15den November 1900 eene som van ƒ5800.beschikbaar, waarbij gerekend was op ƒ5000.voor de verbouwing en ƒ800.voor de kosten van inrichting dit laatste bedrag te vinden uit de gewone middelen. Nu deze werkzaamheden zijn afgeloopen, blijken de verbouwingskosten beneden de geraamde som te blijven, de inrichtingskosten daarentegen ƒ291.75 te laag te zijn geraamd; de totaalkosten overschrijden echter de door U gevoteerde som niet. Wij stellen U voor ten behoeve van de hier- bedoelde inrichtingskosten, het artikel met ƒ291.75 te verhoogen. De geheele verhooging bedraagt alsdan in ronde som 567. Volgn. 76. Kosten van verteringen ten behoeve van het huishoudelijk bestuur, bureau van stem opneming en van Commissiën260. De gehouden verkiezingen, waarvan de hierbe- doelde kosten op 850.- zijn geraamd, eischten een uitgaaf van ƒ1001.85, alzoo ƒ151.85 meer. De ontvangst ten Raadhuize van de leden van het Geneeskundig Congres op 30 Juni 1.1. en de eenigs- zins hoogere vergaderingskosten van het Dagel. Bestuur tengevolge van de vermeerdering van het aantal Wethouders, zullen voorts tot een geringe overschrijding van de beschikbare som leiden. Met eene aanvulling van het artikel ad ƒ260.—, zal vermoedelijk kunnen worden volstaan. Volgn. 78. Kosten van het aanleggen en bij houden der bevolkingsregisters50. De in dit jaar voortgezette bijwerking der be volkingsregisters en de daarbij noodig gebleken herstelling en vernieuwing, vorderden eenig extra druk- en bindwerk. Yan de op de begrooting voor 1900 beschikbaar gestelde gelden voor de vernieuwing van al de registers, is, zooals bij de toelichting op de rekening van dat jaar is mede gedeeld, slechts ten deele gebruik gemaakt. Volgn. 82. Kosten van zegels van registers rekeningen enz350. Bij de toelichting van dezen begrootingspost voor 1902, is Uwe vergadering bereids medege deeld, dat in den loop van 4901 de zegels der bevelschriften van betaling ten laste van de ge meente zijn genomen. Vermoedelijk zal dit over 1901 eene uitgaaf vorderen van ƒ350.—waarmede het artikel voorloopig kan worden verhoogd. Volgn. 91. Onderhoud van kolken en riolen 500.— De kosten van eene noodzakelijk gebleken ver nieuwing van het riool in de Raamsteeg en eenige hóogere kosten van herstelling van het gewelf der Langebrug en van het riool in de Heerenstaat, zullen naar het thans blijkt, niet ten volle uit den gewonen begrootingspost kunnen worden bestre den Eene aanvulling van den post met 500,— wordt daarom noodig geacht. Volgn. 92. Onderhoud van havens, vaarten, kaaimurensluizen en andere waterwerken. 800.— In den loop van 1901 was een kostbare herstel ling noodig aan den walmuur van het Utrechtsche Veer, waarmee eene afdamming tot onderzoek moest gepaard gaan. Deze werken werden groo- tendeels in eigen beheer uitgevoerd. De op dit artikel voor het onderhoud der walmuren beschik bare som, groot ƒ5000,— blijkt thans, ook voor de nog komende behoeften, niet toereikend; met eene verhooging van 800.zal vermoedelijk kunnen worden volstaan. Volgn. 94. Kosten van aanleg en onderhoud der Algemeene Begraafplaats32. Het hekwerk aan de Algemeene Begraafplaats had in dit jaar een spoedeischende en vrij groote vernieuwing noodig, waarvan de kosten niet uit het gewone bedrag van f 50.voor het onder houd der begraafplaats uitgetrokken, kunnen worden bestreden. Eene verhooging met 32.— is voldoende. Volg. 100. Grondlasten en personeele lasten w eg ens huizen en landerijen44. ln verband met den aankoop van de terreinen in de Westvolmolensteeg en aan de Oude Hee rengracht en Vestwal, zal dit artikel met een bedrag van 44.moeten worden verhoogd. Volgn. 121IV. Kosten van het Gymnasium. Onderhoud van gebouwen en meubelen y> 100. De onderhoudskosten van het gymnasium blij ken te laag te zijn geraamd. Bovendien zal de inrichting der privaten en van een kleedkamertje, waartoe bij Raadsbesluit van 18 Juli jl. 400. werd beschikbaar gesteld, ongeveer 50.méér kosten. Eene verhooging van het artikel met 100.is voldoende. Volgn. 127. Kosten van het Tlerhalingsonderwijs 34. Wegens het toenemend aantal leerlingen aan de afdeeling voor meisjes van de Herhalingsschool, is tot de aanstelling van nog een tijdelijke on derwijzeres in het handwerken moeten worden overgegaan. Eene aanvulling van het artikel met 34.—, voor de wedde over vier maanden, is dientengevolge noodig. Volgn. 141. Terugbetaling van schoolgelden HoogerMiddelbaar en Lager onderwijs50. De raming ad 200.is niet voldoende ge bleken. Eene verhooging met 50.— komt ons voorloopig voldoende voor. Volgn. 153. Rente van de geldleening ter voor ziening in de kosten van buitengewone werken 16005.— Als rente van de krachtens Raadsbesluit van 22 December 1900 bij het Pensioenfonds voor Weduwen en Weezen van Burgerlijke Ambtenaren gesloten geldleening groot ƒ400000.—, is over 1901 verschuldigd een bedrag van 15611.11. Voorts is van de nieuwe 3-J% leening groot 500000, bij genoemd Fonds aangegaan krachtens Raadsbesluit van 17 October 1901, op 15 No vember j.l. opgenomen een bedrag van 90000,— de hiervoor verschuldigde rente over 1901 be draagt 393.75. Eene aanvulling van het artikel met ƒ16004.86, of in ronde som 16005.is dientengevolge noodig. Volg. 161. Kosten van openbare vermakelijkheden en feesten en voor het aanschaffen en onderhouden van vlaggen2704.— Bij Raadsbesluit van 31 Januari 1901 werd door den Raad een crediet van 3000.verleend als bijdrage uit de gemeentekas in de kosten van eene uitdeeling van levensmiddelen en brandstoffen aan minvermogende ingezetenen, bij gelegenheid van het huwelijk van H M. de Koningin. Van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 3