GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
133
IBKjEKOMEK ST IK K10>.
N°. 278. Leiden, 12 November 1901.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen dat zij, wanneer door U wordt besloten tot
het leggen van eene brug over de Zoeterwoudsche Singelgracht
ter hoogte van de Kraaierstraat, waarvan de kosten niet meer
zullen bedragen dan f 40.000.geen bedenking heeft tegen
de vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 279. Leiden, 12 November 1901.
Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij
Uwe Vergadering in overweging aan Dr. D. de Loos op zijn
verzoek op de meest eervolle wijze ontslag te verleenen als
lid van het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting onder dank
betuiging voor de door hem als zoodanig aan de gemeente
bewezen diensten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 8 November 1901.
Ter voldoening aan het verzoek, uitgedrukt in uwe missive
van 22 October 1901 N°. 1673, hebben wij de eer te adviseeren
den Gemeenteraad voor te stellen, het door den heer Dr. D.
de Loos gevraagde ontslag als lid van het Bestuur der Stedelijke
Werkinrichting, op de meest eervolle wijze te verleenen.
De bij Uwe missive gevoegde brief van den heer Dr. D. de
Loos gaat hierbij terug.
Het Bestuur van de Stedelijke Werkinrichting
L. Driessen, Voorzitter.
H. C. Juta, Secretaris.
Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Leiden, 17 October 1901.
Ik heb de eer U te verzoeken mij eervol ontslag te willen
verleenen uit mijne betrekking als lid van het Bestuur der
Stedelijke Werkinrichting.
D. de Loos.
Aan H.H. Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N°. 280. Leiden, 12 November 1901.
Aangezien ons bij onderzoek gebleken is, dat de leerlinge
J. C. de Leeuw wegens vestiging in deze gemeente het onder
wijs aan de Meisjesschool le klasse eerst sedert 20 Augustus
heeft gevolgd, geven wij U in overweging aan Mevr. de Wed.
H. C. de LeeuwTjeenk Willink terugbetaling van schoolgeld
te verleenen over de maand Juli, ten bedrage van f 5.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
De ondergeteekende, Wed. H. C. de Leeuw—Tjeenk Willink,
heeft de eer U mede te deelen, dat zij eerst begin Augustus
in Leiden is komen wonen. Zij heeft hare dochter Johanna
Carolina 20 Augustus aangegeven voor de openbare Meisjes
school 1ste klasse, Hoofd Mejuffrouw C. D. Maclaine Pont. Zij
betaalde echter schoolgeld voor de maanden Juli, Augustus
en September.
Daarom neemt zij de vrijheid, U bij dezen beleefd te ver
zoeken terugbetaling van schoolgeld te willen verleenen over
de maand Juli.
Wed. H. C. de LeeuwTjeenk Willink.
Leiden, 5 November 1901.
N°. 281. Leiden, 19 November 1901.
Onder overlegging van nevensgaand schrijven van de Com
missie voor de Bewaarscholen geven wij Uwe Vergadering in
overweging tot de benoeming van een lid dier commissie
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 14den November 1901.
Voldoende aan het voorschrift, vervat in art. 15 onzer In
structie, hebben wij de eer U ter vervulling der vacature,
die eerlang in onze Commissie ontstaan zal door de periodieke
aftreding van den heer J. Korevaar P Az., aan te bevelen:
de heeren J. A. VAN HAMEL
en H. C. JUTA.
Het aftredende lid heeft wegens drukke bezigheden verzocht
voor eene herbenoeming niet in aanmerking te komen.
De Commissie der Bewaarscholen te Leiden,
J. Korevaar, Voorzitter.
J. A. van Dijk, Secretaris.
Aan heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden.
N°. 282. Leiden, 16 November 1901.
Ter vervulling der plaats, in ons College opengevallen,
tengevolge van het door den heer Mr. Aalberse genomen
ontslag, hebben wij de eer U, overeenkomstig art. 2 der
verordening van 7 Mei 1896, aan te bevelen de heeren:
II. P. Th. VAN WENSEN;
Dr. W. Th. M. WEEBERS.
De Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs,
H. A. Lorentz, Voorzitter.
J. W. Muller, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 283. Leiden, 20 November 1901.
In hare zitting van 20 Juni 1.1. werd door Uwe Vergadering
op ons advies besloten hare goedkeuring te onthouden aan
een door M. H. van Waveren ingediend stratenplan voorter
reinen achter de Haarlemmertrekvaart, kadastraal bekend onder
Sectie K n" 928, 10341036, gemeente Leiden, aangezien dat
plan niet aansloot aan een voor de aangrenzende terreinen
reeds vastgesteld stratenplan van de heeren H. van Oosterum,
W. Kleykamp en L. J. F. Kok. Aan laatstgenoemde heeren
was vooraf het in het raadsverslag der bovengenoemde ver
gadering opgenomen schrijven van 14 Juni gericht, teneinde
te vernemen of werkelijk het plan bestond hun stratenplan
ten uitvoer te brengen en of weldra met die uitvoering zou
worden begonnen.
Dit schrijven bleef echter onbeantwoord, waarop door ons
bij dezerzijdsch schrijven van 13 Juli d. a. v. andermaal op de
gewenschte inlichtingen werd aangedrongen, onder mededeeling
dat wij Uwe Vergadering aanstonds zouden voorstellen de op
het plan verleende goedkeuring in te trekken, indien ook dit
schrijven onbeantwoord bleef. De heer van Oosterum deelde
ons daarop bij een schrijven van 17 Juli mede, dat binnen
niet zeer langen tijd met de uitvoering van het plan een aan
vang zou worden gemaakt.
Aangezien ons evenwel dit zeer vage antwoord weinig be
vredigde, hebben wij gemeend nader een termijn te moeten
stellen, waarbinnen zoodanige uitvoering aan het plan zou
moeten gegeven zijn, dat daaruit gereedelijk door ons zou
kunnen worden afgeleid, dat het ernstig voornemen bestond om
tot de volledige uitvoering van het werk over te gaan. Dit
geschiedde bij onze missive van 19 Juli 11. en de termijn
werd daarin bepaald op 4 maanden. Die termijn is dus heden
verstreken. Aan het plan werd echter ook nog zelfs geen begin
van uitvoering gegeven.
Op grond van een en ander geven wij U dus thans in over
weging te besluiten tot intrekking van uw besluit van den
6en December 1900, waarbij werd goedgekeurd het door H. van
Oosterum Jr., W. Kleykamp en L. J. F. Kok ingediend straten
plan ten behoeve van het terrein achter de Haarlemmertrek-
vaart, kadastraal bekend onder Sectie K n>s 2832, 39 en 40
gemeente Leiden, alsmede van de in verband daarmede ge
nomen besluiten omtrent de overname der aan te leggen straten
en het dempen van een gedeelte sloot langs den Haarlemmer-
trekvaartweg.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 284. Leiden, 20 November 1901.
Ter tegemoetkoming aan herhaaldelijk door de schipperij
geuite klachten werd door ons in het begin van dit jaar op
advies der Commissie van Fabricage besloten om de palen