423 belasting voor het gebruik van openbare gemeentewerken en bezittingen te Leiden, heeft de Commissie van Financiën de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat die verordening haar geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van op merkingen, Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 262. Leiden, 30 October 4901. De Commissie van Financiën deelt IJ mede dat zij tegen de in hare handen gestelde rekeningen van het R. C. Wees huis en van het R. C. Armbestuur over het dienstjaar 1900, geene bedenkingen heeft. Zij stelt U voor beide rekeningen goed te keuren: die van het Weeshuis in ontvangst ad 4 9247.88 uitgaaf ad 1043234 sluitende met een batig slot vanf 2785.54 en die van het Armbestuur in ontvangst ad f 9498.945 uitgaaf ad 7419 985 sluitende met een batig saldo van2078.93 Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 263. Leiden, 2 November 4901. Den 31en December a. s. eindigt het met de firma Groen gesloten contract betreffende de levering van het gedrukt Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad. Gedurende de ruim 5[ jaar, dat deze levering aan die firma is opgedragen, heeft zij zich steeds op alleszins bevredigende wijze van hare verplichtingen gekweten. Hierom, zoowel als om de groote belangen, welke bij een geregelde, accurate en vlugge uitvoering van deze levering op het spel staan, schijnt het ons zeer gewenscht haar ander maal ondershands aan de firma Groen op te dragen. In de voorwaarden, welke eerst drie jaren geleden eenigszins in het belang der gemeente werden gewijzigd, behoeft, naar het ons voorkomt, geene wijziging te worden gebracht. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging te be sluiten de levering van het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad wederom voor den tijd van 3 jaren onder de bestaande voorwaarden op te dragen aan de firma Groen, alhier. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 264. Leiden, 2 November 4901. G. Verberg, huurder van den stal tegenover den molen »de Oranjeboom" heeft, den wensch te kennen gegeven dit perceel wederom van de gemeente in te huren, thans evenwel zoo mogelijk voor den tijd van 5 jaren, in plaats van voor 1 jaar, zooals bij het bestaande contract was bepaald Aangezien de gemeente toch ten alle tijde bevoegd is de huur ook tusschentijds te doen eindigen, mits daarvan 3 maanden te voren aan den huurder kennis gevende, bestaat o. i. tegen inwilliging van dat verzoek geenerlei bezwaar. Mitsdien geven wij IJ in overweging den stal aan de Kalver- straat, n°. 59, voor den tijd van 5 jaar te verhuren aan G. Verberg, melkboer alhier, tegen den huurprijs van 1.per week en voorts onder de bestaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 265. Leiden, 2 November, 1901. Aangezien de twee jaren, waarvoor het grasgewas van het Plantsoen, het Park, de kleine plantsoentjes en den Vestwal krachtens Raadsbesluit van 21 December 1899 werd verpacht aan J. Belt, den 31sten December a. s. verstreken zijn en de pachter zijn verlangen te kennen heeft gegeven de pacht wederom voor twee jaren te continueeren, waartegen onzer zijds geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging, aan .1. Belt wederom voor den tijd van twee jaren te verpachten de opbrengst van het grasgewas van het Plantsoen, het Park de kleine plantsoentjes en den Vestwal, voor een pachtsom van f 80,—- per jaar, en voorts onder de bestaande voor waarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 3