120 N°. 247. Leiden, 18 October 1901. Bij hunne in de leeskamer ter inzage liggende missive wordt door curatoren van het gymnasium, vermoedelijk naar aan leiding der onlangs door Uwe Vergadering vastgestelde rege ling van de jaarwedden der leeraren aan de Hoogere Burger school voor Jongens, de wenschelijkheid uitgesproken, dat reeds thans eenige wijzigingen worden gebracht in de tracte- menten van de leeraren van het gymnasium. In de eerste plaats komt het hun billijk voor, dat aan den rector, die reeds 37 jaren aan het gymnasium hier ter stede verbonden is, een personeele toelage worde verleend van 200,ten einde zijn wedde in overeenstemming te brengen met die van den Directeur der Hoogere Burgerschool. In de tweede plaats wil hun college het tractement van den leeraar in het Engelschdat thans f 1^00,bedraagt, gelijk maken aan dat van de leeraren in het Fransch en Duitsch en dus op 1800,bepaald zien. Kunnen wij met eerstgenoemde verhooging geheel meegaan, waar het een ambtenaar geldt, die steeds met zeldzame toe wijding de belangen van het gymnasium heeft behartigd en het bovendien niet wel te verdedigen is, dat de rector van het gymnasium een lager tractement zou hebben dan de Directeur der H. B. S, daarentegen achten wij een verhoo ging van 400,—- voor den leeraar in het Engelsch te hoog. Het komt ons voor dat diens wedde alleszins billijk geregeld is, wanneer daarop de onlangs voor de leeraren van de H. B. S. vastgestelde regeling wordt toegepast. Beschouwt men hem dan, hoewel het aantal zijner lessen slechts 9 bedraagt als een gewoon leeraar, dan zal zijn tractement bij 12 dienstjaren, ƒ1520,bedragen. Het is waar, de wedden van de leeraren in het Fransch en Duitsch bedragen 1800,— maar deze historisch te verklaren regeling behoeft geen reden te zijn om ook den leeraar in het Engelsch, die tot dusverre een ge ringere wedde had, in een gunstiger conditie te brengen dan zijn collega's aan de Hoogere Burgerschool. Eindelijk zouden Curatoren het tractement van den leeraar in de wiskunde gaarne met ƒ100,verhoogd zien, teneinde hem het onderwijs in de natuurkundige aardrijkskunde op te kunnen dragen. Tot dusverre werd dat onderwijs door den leeraar in de geschiedenis en aardrijkskunde-gegeven, maar aangezien zich nu voor de in dat vak bestaande vacature uit sluitend doctoren of doctorandi in de Nederlandsche letteren hebben aangemeld, zal het bezwaarlijk gaan den nieuwen leeraar met het onderwijs in dat vak te belasten. Wij deelen geheel dit gevoelen, en achten dan ook onder deze omstan digheden een verhooging der wedde van den leeraar in de wiskunde met 100,alleszins gemotiveerd Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering in overweging, in afwachting van de in de desbetreffende verordening te brengen wijzigingenop de begrooting voor het jaar 1902 onder Volgn. 125 alsnog ƒ420,uit te trekken, ten einde bovengenoemde verhoogingen met ingang van 1 Januari 1902 te kunnen toekennen. Wij merken nog opdat de helft der kosten, aan deze ver hoogingen verbonden, door het Rijk zullen worden gedragen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 248. Leiden, 18 October 1901. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van W.H. Door man om terugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwijs, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant wegens vertrek uit de gemeente restitutie te verleenen van het voor zijn kinderen, leerlingen der Meisjes- en Jongensscholen 1e klasse, betaalde schoolgeld over de maanden November en December van dit jaar, tot een gezamenlijk bedrag van f 15,— Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Doorman Wil lem Hendrik, Eerste Luitenant der Veld-Artillerie, wonende Zoeterwoudsche Singel N°. 12 te Leiden: dat zijne beide kinderen Claudine Albertine en Gerard bodewijk alhier resp. bezoeken de openbare lagere Meisjes school 1ste klasse en de openbare lagere Jongensschool lste klasse dat hij het daarvoor verschuldigde schoolgeld over het 2<to kwartaai, ingegaan 1 October (dienstjaar 1901—1902) heeft voldaan dat hij echter met 1 November a. s. wordt overgeplaatst naar Naarden, waardoor vóór dien datum het bezoeken der openbare scholen te Leiden door zijne bovengenoemde kin deren zal ophouden; reden waarom hij zich tot U wendt, met het eerbiedig ver zoek, hem wel restitutie van schoolgeld voor de beide boven genoemde kinderen te willen verleenen over de maanden November en December e. k. 't Welk doende Leiden, 12 October 1901. W. H. Doorman. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 249. Leiden, 18 October 1901. Ter vervulling van de vacature van 3<ten onderwijzer aan de openbare Jongensschool 2de klasse, ontstaan door de be noeming van den heer A. Tuk tot 2<ien onderwijzer, hebben wij de eer U in overleg met den Arrondissements Schoolop ziener, na ingewonnen bericht van het Hoofd der school de volgende voordracht aan te bieden 1°. L. T. VAN ZOEST, 3e onderwijzer aan de school 3ekl.n°. 4. 2°. A. MEERBURG, 3°. H. NOORDERHAVEN, adsp. onderwijzer aan deopetib. lagere school te Opeinde. Onder rnededeeling dat de desbetreffende stukken in de lees kamer ter inzage zijn nedergelegd geven wij U in overweging tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 6