GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
101
IIKiEKOSËN STUKKEN.
N°. 204. Leiden, 19 Augustus 1901.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat tegen de inwil
liging van nevensgaand verzoek van den Directeur der Maat
schappij tot exploitatie van zuivelinrichtingen «Neerlandia"
bij ons college geenerlei bezwaar bestaat.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging aan
voornoemden Directeur de bij art. 36 der bouwverordening
vereischte vergunning te verleenen voor het maken van een
houten ijshuis op het terrein der Leidsche melkinrichting aan
den Rijnsburgersingel, overeenkomstig de overgelegde teeke-
ningen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Edel-Achtbaren Raad der
Gemeente Leiden.
De ondergeteekende Jan Rinkes Borger, directeur der Naam-
looze VennootschapMaatschappij tot Exploitatie van Zuivel-
inrichtingen »NeerIandia", wonende te 's Gravenhage, neemt,
met verschuldigde gevoelens, de vrijheid U te vragen hem, in
genoemde kwaliteitverlof te geven tot het bouwen van een
ijshuis op het terrein der Leidsche Melkinrichting, gelegen
aan den Rijnsburgersingel, Gemeente Leiden. Het voornemen
bestaat om het ijshuis te maken van hout met dubbele wanden,
waartusschen zaagsel, en verder volgens inrichting en afme
tingen als op bijgaande teekeningen aangegeven.
De ondergeteekende veroorlooft zich zijn verzoek toe te
liqhten door U mede te deelen:
dat voor het bewaren van ijs een gebouw van hout het
meest doelmatig is;
dat dit ijshuis bestemd is om te vervangen het bestaande,
hetwelk geamoveerd zal worden;
dat het bestaande gedekt en bekleed is met riet, terwijl het
nieuwe niet bekleed wordt en de bedekking zal bestaan uit
pannen
dat bet ijshuis geheel vrij op-eigen terrein komt te staan
op een aanzienlijken afstand van de naast-gelegen gebouwen;
dat het gebruik van ijs voor de uitoefening van de zuivel
bereiding absoluut noodzakelijk is.
fn het vertrouwen, dat deze mededeelingen de aanleiding
tot het verzoek voldoende toelichten, beveelt de ondergetee
kende zich aan voor een gunstig antwoord.
't Welk doende enz.
J. Rinkes Borger,
Directeur Maat ach. tot Expl. v. Zuivel
inrichtingen vNeerlandia".
N°. 205. Leiden, 20 Augustus 1901.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij geen bezwaar heeft tegen de wijze, waarop de gelden
ad ƒ1500— voor de verbetering van de gelegenheid tot ver
pleging van lijders aan besmettelijke ziekten in het Caecilia-
Gasthuis,waardoor die meer in overeenstemming wordt gebracht
met de hygiënische eischen van den tegenwoordigen tijd en
ad 000— voor de verhooging van de doorvaart der Warmonder
brug, zullen worden gevonden, wanneer Uwe Vergadering tot
de uitvoering van die werken mocht besluiten.
Zij stelt II daarom voor om, na aanneming van die voor
stellen, tot de vaststelling van de betrekkeiijke begrootings-
staten over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
Nü. 206. Leiden, 20 Augustus 1901.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten,
dat het onderzoek der rekening van de ontvangsten en uitgaven
der gemeente over het jaar 1900 haar tot geene bedenkingen
aanleiding heeft gegeven.
Zij adviseert U mitsdien de rekening goed te keuren, door
vaststelling van het besluit, opgenomen in n°. 199 der Inge
komen Stukken.
Voorts heeft de Commissie geene bezwaren tegen de over
brenging van een gedeelte van het batig slot der rekening
van 1900 op de begrooting van 1901 overeenkomstig de voor
dracht, opgenomen in n°. 194 der Ingekomen Stukken.
Zij adviseert U de hierop betrekking hebbende staten, model
C en A, vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 207. Leiden, 28 Augustus '1901.
Onder overlegging van nevensgaand verzoekschrift van den
heer D. Stigter, arts, geven wij Uwe Vergadering in overwe
ging den adressant wederom voor den tijd van drie jaren in
de betrekking van Stads-Geneesheer te continueeren.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 27 Augustus 1901.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
L. S.
Ondergeteekende, D. Stigter, arts te Leiden, heeft de eer
den Gemeenteraad te verzoeken hem, wegens het alloopen der
driejaarlijksche continuatie in zijn ambt, weder in het ambt
van Stadsgeneesheer te willen continueeren.
Hetwelk doende,
D. Stigter.
N°- 208. Leiden, 28 Augustus 1901.
Aangezien met 31 October e. k. de huur eindigt van de
bovenwoning van het perceel Nieuwsteeg 10, krachtens raads
besluit van 4 September 1900 voor den tijd van een jaar ver
huurd aan J. A. van der Valk Bouman alhier, voor ƒ175.
per jaaren deze het verlangen heeft te kennen gegeven de
huur weder voor den tijd van een jaar te verlengen waar
tegen bij ons College geen bezwaar bestaat, geven wij Uwe
Vergadering in overweging de bovenwoning van het perceel
Nieuwsteeg 10 weder voor den tijd van één jaar, ingaande
1 November 1901 en alzoo eindigende 31 October 1902, te
verhuren aan J. A. van der Valk Bouman voor ƒ175.per
jaar en verder onder de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 209. Leiden, 29 Augustus 1901.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat de 3e onderwij
zeres aan de openbare lagere school der 4e klasse n°. 1 alhier,
Mej. O. P. S. M. Dikshoorn, wegens ziekte sedert uit». Februari
dezes jaars hare betrekking niet meer heeft kunnen waarnemen.
Aangezien er weinig uitzicht bestaat dat zij hare taak als
onderwijzeres ooit zal kunnen hervatten, geven wij Uwe Verga
dering, naar aanleiding van artikel 29, letter c, der wet°op
het lager onderwijs in overweging haar, op grond van onge
schiktheid voor de verdere waarneming harer betrekking uit
hoofde van zielsgebreken, eervol ontslag te verleenen met
ingang van 1 September 1901.
De terzake betrekkelijke rapporten, zoomede de verklarin
gen bedoeld bij artikel 383e lid, der wet op het lager onder-
wijs, zijn in de Leeskamer ter inzage nedergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 210. Leiden, 29 Augustus 1901.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat bij eendoorden
Directeur der Gemeentewerken ingesteld onderzoek naar den
toestand van de brug over den Nieuwen Rijn vóór de Kraaier-
straat, gebleken is dat deze brug in zeer bouwvalligen staat
verkeert en het noodig is de slooven en palenaangezien deze
geheel verteerd zijn, te vernieuwen en de houten liggers over
de vaste gedeelten der brug, die grootendeels vermolmd zijn,
door ijzeren liggers te vervangen.
Wanneer de brug wordt afgebroken, hetgeen noodig is om
deze herstellingen te kunnen uitvoeren, zal het vermoedelijk
blijken dat ook de brugdekken alsmede de kettingen vernieuwd
moeten worden.
De kosten van deze herstelling, die wij zoo spoedig mogelijk
zouden willen doen uitvoeren, worden op ƒ4200.— geraamd,
welk bedrag evenwel niet uit den post «onderh'oud van brug
gen" der loopende begrooting kan gevonden worden.
Onder mededeeling dat ook de Commissie van Fabricage
de hierbedoelde werken dringend noodig acht, geven wij Uwe
Vergadering in overweging ons te machtigen tot eene uitgave
van 4200welk bedrag uit den post voor onvoorziene uit
gaven zal kunnen worden betaald, alsmede den U hierbij
overgelegden staat van af- en overschrijving vast te stellen.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans noe
7853.67 beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.