DONDERDAG 8 AUGUST ES 1901. 109 Zitting» van Donderdag Augustus 1901. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer H. C. JUTA Weth. 1°. Burgemeester. Te behandelen onderwerpen 1°. Onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden van den Gemeenteraad. 2°. Loting tot bepaling van de jaren van aftreding van de nieuw benoemde leden van den Gemeenteraad. 3°. Benoeming van een lid der Commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs. (189). 4°. Verzoek van Mej. J. van den Bosch, om eervol ontslag als 3e onderwijzeres aan de openbare school der 4e klasse n°. 1. (193). 5°. Verzoek van Mevr. de Wed. Dozy geb. Evers, om terug betaling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (192). 6°. Voorstel tot het rooien van twee boomen aan de Gevan genislaan. (191). 7°. Voorstel tot onderhandsche verhuring van het land aan den Zoeterwoudschen singel, kadastraal bekend onder Sectie M. Nis 705 en 766, gemeente Leiden. (195). 8°. Verzoek van J. Botermans, om vergunning tot demping van een gedeelte der sloot langs den Lagen Rijndijk. (196). 9°. Voorstel tot aankoop van de pereeelen aan de Binnen vestgracht bij de Oude Heerengracht, kadastraal bekend onder Sectie A nis 787, 876, 875 en 874, gemeente Leiden. (188). 10°. Missive van de Gedeputeerde Staten betreffende de be noeming van Mr. J. C. Overvoorde tot Gemeente-archi varis. (197). Tegenwoordig zijn 16 leden, als de heerenVan Lidth de Jeude, Aalberse, Mulder, van Dissel, Hasselbach, J. P. Driessen, de Goeje, Pera, A. J. van Hoeken J.Jzn., de Lange, Dekhuyzen, lvorevaar, Fockema Andreae, de Vries, Kroon en Juta,Voorzitter. Afwezig zijn de heeren: Drucker, van Kempen, Kaiser en L. Driessen wegens uitstedigheid, Zillesen wegens ongesteld heid, Kerstens wegens familie-omstandigheden, van Hamel wegens verhindering en de heeren P. J. van Hoeken, den Houter, van Rhijn en Zaaijer. De Notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 18 Juli worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken, houdende mededeeling dat het raadsbesluit tot reorganisatie van de Kweekschool voor onderwijzers wordt goedgekeurd. 2°. Dispositie van de Ged. Staten ten geleide van het goed gekeurd raadsbesluit van 18 Juli j.l. tot verhooging van de begrooting dienst 1961 in ontvangst en uitgaaf met f 50000. ter voldoening van eenige betalingstermijnen van de werken voor het openbaar Slachthuis en het Sanatorium Rhijngeest. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Bezwaarschriften van verschillende personen, tegen hunnen aanslag in de plaats, directe belasting, dienst 1901. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 2°. Rekening, dienst 1900, van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. 3°. Staat van af- en overschrijving dienst 1900, op de be grooting van het Roomseb-Kath. Wees- en Oudeliedenhuis. Worden gesteld in handen van de Comm. van Financiën. 4°. Verzoek van S. Posthumus, om afschrijving van plaats, directe belasting, wegens woonplaatsverandering. 5. Verzoek van Mevrouw de Wed. Prof. Dr. J. ten Brink om afschrijving van plaats, directe belasting, dienst 1901. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter. Verder kan ik nog mededeelen, dat aan de weduwe van den overleden agent van politie de Vries zal worden uitgekeerd 3 maanden salaris, dat wijlen haar man genoot, terwijl eerlang den Raad een voorstel zal bereiken om verder in de toekomst van die weduwe te voorzien. Toejuiching Aan de orde is: I. Onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden van den Gemeenteraad. De Voorzitter. Mag ik den heeren de Goeje, Aalberse en Mulder verzoeken, zich met het onderzoek der geloofsbrieven te willen belasten? Gedurende dit onderzoek wordt de Vergadering geschorst en na eenigen tijd hervat. De Voorzitter. Volgens art. 32 van de Gemeentewet mogen de afgetreden en herkozen leden van den Raad, die thans de Vergadering bijwonen, niet tegenwoordig zijn bij deeventueele beraadslaging over- of bij de goedkeuring van hunne geloofs brieven. ik zou dus in overweging geven om de geloofsbrieven van die leden een voor een te behandelenten einde de leden in de gelegenheid te stellen de Vergadering tijdelijk te ver laten. De heer de Goeje. Met uw goedvinden, M. d. V., zal ik be ginnen met de stukken van de herkozen leden en dan allereerst verslag uitbrengen over die van den heer H. C. Juta. De heer Juta 'erlaat den voorzittersstoeldie gedurende de behandeling van deze geloofsbrieven wordt bezet door den heer Rorevaar. De heer de Goeje. De Commissie heeft destukken van den heer Juta geheel in orde bevonden en adviseert derhalve tot zijne toelating. Daartoe wordt bij acclamatie besloten. De heer de Goeje. Hetzelfde kan gezegd worden van de stukken van den heer J. Korevaar P.Az., zoodat de Commissie adviseert tot diens toelating. Daartoe wordt bij acclamatie besloten. De heer de Goeje. Ook de stukken van den heer J. J. Hassel bach zijn in orde bevonden en de Commissie adviseert tot diens toelating. Daartoe wordt bij acclamatie besloten. De heer de Goeje. Hetzelfde geldt van de stukken van den heer Dr. E. F. van Dissel; de Commissie adviseert derhalve tot zijne toelating. Daartoe wordt bij acclamatie besloten. De heer de Goeje. Op bovengenoemde gronden adviseert de Commissie ook tot toelating van den heer J. A. van Hamel. Daartoe wordt bij acclamatie besloten. De heer de Goeje. Aangezien de stukken van den heer P. J. van Hoeken geheel in orde zijn, adviseert de Commissie tot zijne toelating. Daartoe wordt bij acclamatie besloten. De heer de Goeje. Hetzelfde kan ik mededeelen van de stukken van den heer Dr. P. J. Kaiserde Commissie adviseert dus tot zijne toelating. Daartoe wordt bij acclamatie besloten. De aanwezige herkozen leden hebben achtereenvolgens ge durende de behandeling van hunne geloofsbrieven de Verga dering tijdelijk verlaten. De heer de Goeje. Wat betreft de nieuw gekozen leden, ook daarvan zijn de stukken geheel in orde bevonden. Alleen is door een lid der Commissie de vraag gesteld, of de heer Sijtsma niet is onderwijzer aan eene fabrieksschool, en dus valt onder de exceptie van art. 23 litt. i. De andere leden der Commissie wisten die vraag niet te beantwoorden, vandaar dat wij de beslissing aan het oordeel van den Raad vvenschen te onderwerpen. Persoonlijk geloof ik niet, dat genoemde be paling op den heer Sijtsma toepasselijk is, omdat hij zelf ver klaart geene openbare betrekking te bekleeden, eri het geven van onderwijs aan eene fabrieksschool stellig niet is eene open bare betrekking, noch valt onder het lager of middelbaar onderwijs, in art. 23, litt. i vermeld. De Voorzitter. De Vergadering heeft het bezwaar gehoord. Verlangt iemand het woord of hoofdelijke stemming? Wordt bij acclamatie besloten tot toelating van de nieuw gekozen leden, de heeren Sijtsma, Bots, Witmans, van Tol, A. Mulder, Bosch en Timp. De Voorzitter. Ik dank de Commissie voor de genomen moeite. II. Loting tot bepaling van de jaren van aftreding van de nieuw benoemde leden van den Gemeenteraad. De Voorzitter. In kiesdistrict I moet een lid aftreden in 1903, de overigen in 1907. In kiesdistrict II moet een lid aftreden in 1903, een in 1905, de overigen in 1907. In kies district III treden al de gekozenen af in 1907, zoodat daarom trent geen loting noodig is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 1