DONDERDAG 18 JULI 1901. 105 Zitting van Donderdag IS Juli 1901. geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer H. C. JUTA, waarnemend Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1°. Benoeming van drie leden van het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting. (172) 2°. Benoeming van eene leerares in het handteekenen en de kunstgeschiedenis aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (185) 3°. Benoeming van een lsten onderwijzer aan de Openbare Jongensschool der 2e klasse. (173) 4°. Benoeming van een 2den onderwijzer aan de Openbare Jongensschool der 2e klasse. (173) 5°. Benoeming van eene Commissie van drie leden in zake eene eventueele onbewoonbaarverklaring van de perceeleri Klompenpoort 1, Brechtenpoort 1, 2, 3, 6, 7, 8 en 9 en Daniëlspoort 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 9. (181) 6°. Verzoek van H. Choufour, om terugbetaling van school geld Middelbaar Onderwijs. (174) 7°. Verzoek van P. F. Rollandet, om terugbetaling van school geld, Middelbaar Onderwijs. (176) 8°. Verzoek van G. J. van Huizen, om terugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (179) 9°. Suppletoire begrooting en staat van af-en overschrijving, beide dienst 1900, van het Heilige Geest-of Arme Wees- en Kinderhuis. (180) '10°. Voorstel tot de uitgifte van permissiën voor het jagen op waterwild op de Vroonwateren. (182) 11°. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de vol doening van betalingstermijnen van de werken voor het openbaar slachthuis en het Sanatorium Rhijngeest. (183 en 184) 12°. Voorstel in zake de vervanging van den tijdelijken Inge nieur bij gemeentewerken door een buitengewoon hoofd opzichter bij den bouw van het openbaar slachthuis en van het Sanatorium Rhijngeest. (175) 13°. Verzoek van de Leidsche üuinwatermaatschappij om goedkeuring van een door haar uit te voeren werk. (186) 14°. Verzoek van het Bestuur der Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen om goedkeuring van het plan van aanleg der 2de Kooistraat op het terrein genaamd »de Kooi". (187) Tegenwoordig zijn 16 leden, als de héeren Kaiser, Hassel- bach, van Dissel, de Vries, J. P. Driessen, de Lange, Mulder, A. J. van Hoeken J.Jzn., Aalberse, Korevaar, Dekhuyzeri, P. J. van Hoeken, Kerstens, van Hamel, den Houter, en Juta, Voorzitter. Afwezig zijn de heeren: Drucker en van Kempen wegens uitlandigheidKroon, van Lidth de Jende, de Goeje, L. Driessen, Zaaijer, Pera en Fockema Andreae wegens uit- stedigheid, Zillesen wegens gezondheidsredenen en van Rhijn. De Notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 20 Juni worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Dispositie van de Ged. Staten ten geleide van het goed gekeurd Raadsbesluit van 23 Mei j. 1. tot aankoop van terrein aan den Zoeterwoudschen Singel voor den koopprijs van f 15000.benevens de kosten van overdracht ad f 431.25. 2°. Dispositie van de Ged. Staten ten geleide van het goed gekeurd Raadsbesluit van 6 Juni j.l. tot verhooging van de begrooting dienst 1901, in ontvangst en uitgaaf met f 15431.25 voor den aankoop van terrein aan den Zoeterwoudschen Singel. 3°. Dispositie van de Ged. Staten ten geleide van het goed gekeurd Raadsbesluit van 6 Juni j. 1. tot verhooging van de begrooting dienst 1901, in ontvangst en uitgaaf met ƒ1400.— voor de kosten van remmingwerk in het Kort Galgewater. 4°. Ontvangstbericht van de Ged. Staten van de in de Raadszitting van 20 Juni j. 1. vastgestelde verordening op de keuring van eet- en drinkwaren. 5». Dispositie van de Ged. Staten ten geleide van het goed gekeurd Raadsbesluit tot het aangaan van eene overeenkomst met de firma A. Borsig, fabrikante te Berlijn, betreffende de leverantie eener stoomkoelinrichting en ijsfabriek ten dienste van het openbaar slachthuis. Worden voor kennisgeving aangenomen. O". Missive van den heer P. Zillesen, waarbij hij afscheid neemt als raadslid. Leiden, 4 Juli 1901. Aan den Raad der Gemeente Leiden. EdelAchtbare Heeren. Het was mijn voornemen de laatst gehouden vergadering van den raad bij te wonen en bij die gelegenheid een kort afscheidswoord te spreken, doch de zoo uitgebreide agenda deed verwachten dat die van langen duur zijn zou en aange zien mijn medicus het verblijf in warme lokalen niet dienstig acht voor mijne gezondheid, dit zelfs de hoofdoorzaak was waarom ik verzocht heb voor eene eventueele candidatuur niet meer in aanmerking te komen, moet ik, zij het zeer tot mijn leedwezen, mij tevreden stellen met schriftelijk aan mijn voornemen gevolg te geven. Wanneer ik terugzie op het tijdperk dat achter mij ligt en de ruim 13 jaren dat ik uw medelid in den raad was, vind ik daarin gereede aanleiding, bij mijn heengaan een woord van hooge waardeering en hulde te richten tot het Dagelijksch Bestuur, in het bizonder den geachten Voorzitter die steeds blijk gegeven heeft van een buitengewone werkkracht en al zijn tijd, moeiten en zorgen heeft besteed aan de belangen der Gemeente, voorts aan Heeren Wethouders die eveneens met groote toewijding zich van hun taak hebben gekweten en den Secretaris die getoond heeft de rechte man op de rechte plaats te zijn. Verder is het mij eene behoefte een woord van erkente lijkheid uit te spreken aan mijne medecommissarissen der Gasfabriek, speciaal aan den geachten Voorzitter, mijn vriend Juta; nagenoeg al den tijd waarin ik lid van den raad was, had ik zitting in genoemde Commissie, die voor mij eene eigenaardige aantrekkelijkheid bezat, omdat men in kleinen kring meer vrijelijk zijne meening kan uiten, en daardoor ook meer in het belang der zaak werkzaam kan zijn. Vooral dat zamenzijn zal bij mij in aangename herinnering blijven. Ten slotte een woord van dank aan mijne geachte mede leden; met de meesten Uwer heb ik zitting gehad gedurende den geheelen tijd dat ik lid van den raad was, met anderen gedurende een korter tijdperk; aan allen mijn oprechten dank voor de betoonde welwillendheid. Terwijl ik den wensch uit, dat U we verdere beraadslagingen hetzij Gij langer of korter tijd Uwe zetels inneemt, mogen strekken tot heil der Gemeente, die ons allen lief is, beveel ik mij bij voortduring aan in Uwe herinnering en gewaar- .4eerde vriendschap. Met de meeste achting heb ik de eer te zijn Uw Dw. Dienaar P. Zillesen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter. Het zal stellig zeer velen leed hebben ge daan, dat de heer Zillesen gemeend heeft zich niet meer beschikbaar te moeten stellen voor het lidmaatschap van den Raad, maar zeker zullen allen betreuren de oorzaak die hém tot dit besluit heeft gebracht. Laat ons hopen dat die oor zaak, nu hij in de toekomst wat meer rust zal genieten, spoedig zal verdwijnen en de heer Zillesen zich weder zal mogen verheugen in eene goede gezondheid. Wij sluiten ons allen ook zeker aan bij den wensch door hem geuit voor het welzijn van de gemeente Leiden, betuigen hem onzen dank voor hetgeen hij als Raadslid en als Commissaris van de Stedelijke Gasfabriek voor Leiden heeft gedaan, en hopen wederkeerig dat hij van den bloei dezer gemeente nog zeer lang getuige zal mogen zijn. Toejuiching De Voorzitter. Nog is ingekomen: 70. Missive van de Ged. Staten ten geleide van de goed gekeurde rekening, dienst 1900, van de dienstd. Schutterij. 8°. Missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken, houdende mededeeling dat het Raadsbesluit tot verlenging van de tijdelijke benoeming van Dr. L. Vuyck als leeraar in de Nat. Historie aan de Hoogere Burgerschool en het Gvm- nasium wordt goedgekeurd. 90. Dispositie van de Ged. Staten ten geleide van het goed gekeurd Raadsbesluit van 20 Juni j.l. tot verhooging van de begrooting dienst 1900 met 8098.48 ter aanvulling van te laag geraamde posten. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adres van het Bestuur van den Roomsch-Kath. Volks bond, houdende verzoek om verhooging van de subsidie in de kosten van het teekenonderwijs tot 450. Zal worden behandeld bij de gemeente-begrooting voor 1902,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 1