96
DONDERDAG 20 JUNI 4901.
besluiten zouden blijven bestaan, dat zou wezen eene incon
sequentie, die wij absoluut niet kunnen verantwoorden.
De Voorzitter. Op zichzelf gaat dat ook niet-^an, want
dat perceel is zoo ongeschikt mogelijk, waarom de Raad het
ook volkomen terecht heeft afgekeurd.
En nu het tweede punt dat kan nooit behandeld worden
bij een bepaald geval. Het is eene generale beschouwing, die
men daarover moet houden, en dat kan dan geschieden in
geheime zitting. Ik zou dus niet voor uitstel wezen, maar de
zaak willen afdoen.
Verlangt iemand hoofdelijke stemming?
Blijft de heer Pera bij zijn voorstel?
De heer Pera. Ja, M. d. V. Ik stel voor om wat betrekking
heeft op het tweede puntuit te stellen.
De heer den Houter. Ik ben volkomen met den heer Pera
eens, dat wij te gelegener tijd en liefst in geheime zitting de
geheele kwestie van de schadevergoeding voor afgekeurde
woningen eens moeten bespreken. En omdat ik dat met den
heer Pera eens ben, zou ik hem aanraden, vraag nu niet
hoofdelijke stemming en steek geen spaak in het wiel. Want
voor dit speciale geval is er niet één reden ter wereld, waarom
wij zouden afwijken van de gewoonte. Ik zou willen vragen,
of de heer van Kempen in de huisjes geweest is? Ik ver
moed van neen, want dan zou hij daar straks met het voor
stel tot wederbewoonbaarverklaring niet gekomen zijn.
Ik ben het in dat opzicht dus niet met den heer Pera eens.
Zullen wij de zaak bespreken, dan kunnen wij dat werkelijk
beter doen op zichzelf en niet bij dit speciale geval. Ik geloof
dat er in dit geval al bijzonder weinig reden zou zijn om de
huizen weer bewoonbaar te verklaren.
Ik stel voor op dit verzoek eenvoudig afwijzend te beschik
ken. De Raad mag voor dit bijzondere geval geen uitzonde
ring maken.
De Voorzitter. Is er nu een motie tot uitstel?
De heer Pera. Ja, mijnheer de Voorzitter.
De heer Drucker. Ik zou mij willen aansluiten bij wat de
heer den Houter gezegd heeft. Als wij het verzoek niet afwijzen,
dan beginnen wij met den heer van Leeuwen anders te be
handelen dan andere eigenaars, die in dezelfde omstandigheden
verkeeren. Wij moeten dus beginnen met dit verzoek van de
baan te schuiven. Daarna ben ik gaarne bereid, aan een ver
dere discussie deel te nemen. Wanneer Burg. en Weth. wilden
toezeggen, dit punt op de agenda te brengen, ware dat de
meest gewenschte oplossing.
De Voorzitter. Ik heb geen bezwaar dat te bespreken, doch
ik acht het niet noodig.
De heer Pera. Ik handhaaf mijn motie, wat het tweede
gedeelte aangaat.
De Voorzitter. Wordt de motie van den heer Pera onder
steund
De heer den Houter. Ik ondersteun de motie, hoewel ik
er tegen zal stemmen, om voor mijn medelid de gelegenheid
te stellen dat zijn motie wordt behandeld.
De motie wordt voldoende ondersteund.
In stemming gebracht, wordt de motie van den heer
Pera verworpen met 19 tegen 1 stem.
Tegen stemmen de heeren Zaaijer, J. P. Driessen, llasselbach,
van Dissel, L. Driessen, Eerstens, de Lange, Mulder, Dekhuyzen,
Juta, Drucker, van Kempen, van Rhijn, Korevaar, P. J. van
Hoeken, van Hamel, den Houter, Kaiser en B'ockema Andrea?.
Voor stemt de heer Pera.
Op het verzoek wordt daarna afwijzend beschikt zonder
hoofdelijke stemming.
XXVIII. Verzoek van bewoners van de Maarsmanssteeg om
den naam Maarsmanssteeg te veranderen in Maarsmansstraat.
(Zie Ing. St. n°. 163).
De Voorzitter. Ik moet even wijzen op het adres, dat zoo
juist is ingekomen. Ik geloof, dat de bewoners van de Maars
manssteeg onze uitdrukking «particuliere liefhebberijen" ver
keerdelijk op zichzelf hebben toegepast. Wij hebben dit willen
zeggen: Wanneer wij er eenmaal aan beginnen, stegen in
straten te veranderen, zullen er menschen komen die alleen
uit liefhebberij verzoeken tot naamsverandering doen. Hiermede
wordt dus niet getwijfeld aan den ernst van de bewoners van
de Maarsmanssteeg. In het algemeen wordt bedoeld dat waar
schijnlijk liefhebberijen zullen ontstaan. De bewoners van de
Kloksteeg hebben ook al gevraagd dien naam te veranderen.
De heer van Riiijn. M. d. V. In weerwil van het ongunstig
en afkeurend praeadvies van Burg. en Weth,, betreffende het
adres, dat nu aan de orde is, wensch ik toch eenige woorden
ten voordeele daarvan in het midden te brengen. Burg. en
Weth. zeggen dat het door adressanten aangevoerde motief
van allen grond ontbloot is. Maar door een bewoner van de
Maarsmanssteeg is mij verzekerddat het voorkomt dat de
bewoners daarvan door den naam steeg moeite hebben om
personeel te krijgen. Zij ondervinden wel eens dat personen
niet bij hen in betrekking willen komen omdat zij niet werk
zaam willen zijn in eene zaakdie slechts in een steeg ge
vestigd is; nu kan men dat vreemd vinden, maar wanneer
dat zoo is, zie ik voor mij geen reden om niet aan het ver
zoek van adressanten te voldoen.
Zij vragen toch niets ongerijmds. Wanneer men de ge
meenteverslagen naziet, vindt men daarin eene bijlage,
waarin vermeld worden»de werkzaamheden aan straten en
pleinen."
Officieel worden dus alle gedeelten van den openbaren weg,
die geen pleinen zijn, straten genoemd. In zooverre kan men
dus met recht zeggen: de Maarsmanssteeg is een straat.
Wat betreft de breedte van de Maarsmanssteeg, geef ik toe,
dat die niet groot is; maar ik wijs op andere straten, die
niet wijder zijn en toch den naam straat hebben. Daartoe
behooren o. a. de Tweelingstraat en de Ruime Conscientie-
straat. De breedte van de laatste is aan de zijde van de
Douzastraat nauwelijks de helft van die van de Maarsmanssteeg.
Dat bij eene eventueele gunstige beschikking op dit adres
meerdere verzoeken van gelijke strekking zullen inkomen, is
geen reden om op dit adres afwijzend te beschikken. Die ver
zoeken zullen ieder op zich zelf onderzocht moeten worden.
Wanneer die verzoeken op deugdelijke gronden berusten, zal
er reden zijn om er aan te voldoen.
Nu zeggen Burg. en Weth., dat het niet gewenscht is
zonder overwegende redenen namen te veranderen; maar nu
in den loop der tijden de naam steeg een minder gunstigen
klank heeft gekregen, is dat voor mij een reden om het wen-
schelijk te achten dat de namen van enkele stegen, die
wijder zijn dan sommige straten, veranderd worden.
De steeg is dezelfde gebleven, maar de beteekenis van het
woord steeg is veranderd.
In vorige eeuwen was het den menschen onverschillig of zij
in een steeg of in een straat woonden, nu niet meer. En dat
niet alleen om de besproken quaestie van het personeel, maar
in het algemeen om de waardeering van hunne zaken, door
personen die in andere plaatsen wonen, en bepaaldelijk in
plaatsen waar de naam steeg een slechten klank heeft. Daarom
ben ik vóór het adres, en nog te meer nu uit het onderzoek
van onzen archivaris gebleken is, dat reeds in een acte van
het jaar 1389 word gesproken van Maarsmansstraat.
Ik vraag daarom hoofdelijke stemming over het advies van
Burg. en Weth.
De Voorzitter. Ik wil daarop al dadelijk even antwoorden
wat dat laatste betreft. Zou men in vorige eeuwen ook al
niet eens fouten hebben gemaakt in een akte Er is er maar
één gevonden, waarin gesproken wordt van Maarsmansstraat
in alle andere staat Maarsmanssteeg. Ik vermoed, dat het
een schrijf-fout is.
De heer van Rhijn. Het kan evenzeer een toeval wezen,
dat er maar één akte is gevonden waarin de naam Maars
mansstraat voorkomt.
De Voorzitter. En wat betreft het andere gedeelte van
uw betoog als het personeel zoo wordt afgeschrikt om in
de Maarsmanssteeg te komen dienen, wil U ons dan nu over
halen om dat arme personeel te verlokken daar toch te komen.
Wij zouden die menschen dus eigenlijk gaan bedotten door
te zeggen, dat het een straat is, hoewel het een steeg is.
Stel u voor, dat een bediende uit Amsterdam, die hier aan
gekomen is, daar komt; hij zal zeggen: mijn hemel, waar
ben ik toch gekomen men heeft gezegd, dat het een
straat is, en het is een steeg!
De heer van Riiijn. Daartegen merk ik op dat de Maars
manssteeg is een zeer nette winkelstraat.
De Voorzitter. Maar U wilt er toch nooit, toe medewerken
om iemand te misleiden.
De heer van Kempen. Er zijn hier zooveel nauwe straten,
die den naam van straat dragen, dat het werkelijk deftig wordt,
wanneer men spreekt van steeg. Zoo heeft men in Rotterdam
de Hoofdsteeg, waar een succursaal van mijne fabriek is ge
plaatst. Ik ben nooit bang geweest daar geen personeel te
kunnen krijgen; bij de minste vacature komen een massa
sollicitanten, die zich aanbevelen. Wanneer men daar den
naam Hoofdsteeg wegnam, zou dat minder eigenaardig wezen.
De Maarsmanssteeg is een straat waar respectable menschen
wonen; vele winkeliers zijn bij ons allen bekend. En als
men mij nu zegt, dat ik in het. vervolg in de Maarsmans
straat moet koopen, dan antwoord ik: ik ben altoos gewend
geweest te koopen in de Maarsmanssteeg, en daar blijf ik.