92 DONDERDAG 20 JUNI 1901. De Voorzitter. Wij zullen het voorstel van den heerPera afwachten. Alleen moet ik opmerken, dat van de opleidings klasse aan de Kweekschool ook door het bijzonder onderwijs wordt geprofiteerd. Het doet mij veel genoegen dat ook de bijzondere onderwijzers die school bezoeken; ik heb hierbij niet op het oog de eigenlijke kweekschool, maar den daarop volgenden cursus van twee jaren, waarin elders niet is voorzien, om welke reden veel bijzondere onderwijzers er ook gebruik van maken. Ik zal overigens verder niets zeggen dan dat ik met belangstelling de voorstellen van den heer Pera te ge- moet zie. De heer de Lange. M. de V. Het voorstel van Burg. en Weth. is mij niet geheel duidelijk en ik zou ook gaarne be sluiten er voor te stemmen. Daarom zullen Burg. en Weth. ongetwijfeld bereid zijn eenige inlichtingen te geven. Burg. en Weth. stellen voor reorganisatie der scholen 2e klasse, in de eerste plaats om het bezwaar, verbonden aan den overgang van leerlingen der derde klasse naar een andere school, en in de tweede plaats omdat voor de kweekschool een leer school met leerlingen van 6 tot 9 jaar te beperkt is. Het komt mij voor dat het bezwaar sub. 2 geheel wordt weggenomen door het voorstel, om de school van den heer Koops tot leerschool te bestemmen, en dat het eerste bezwaar niet groot is. Bij eiken overgang van de eene klasse naar de andere toch krijgen de kinderen een anderen klasse-onder wijzer; en dat de leerplannen der verschillende scholen bij elkander aansluiten behoort, tot de zorg van het gemeente bestuur in overleg met de betrokken schoolautoriteiten. Kan ik dus het gewicht van de redenen tot reorganisatie niet goed inzienwel wil het mij voorkomendat daaraan bezwaren zijn verbonden. In de eerste plaats is een gevolg er van, de kosten voor verbouwing van de leerschool en voor vermeerdering van het personeel met twee onderwijzers, zonder dat er één kind meer van het onderwijs kan profiteeren. Dan vind ik het een inconvenient voor den goeden gang van het onderwijs, dat voor de meisjesschool gebruik gemaakt moet worden van een lokaal in de jongensschool Ie klasse, zoodat die klasse van de goede zorgen van het hoofd der school weinig zal kunnen genieten. Ook vraag ik mijzelven af hoe de heer Koops bij hetgeen hij te doen heeft als hoofd eener school met 500 kinderen nog den tijd kan vinden om de kweekelingen bij hunne praktische opleiding behulpzaam te zijn zonder schade óf voor zijne school, óf voor die practische opleiding der kweekelingen. En eindelijk zou ik willen vragen of 20 lesuren voor den nieuwen directeur der kweekschool niet te veel is en of niet een maximum van 14 of 16 te verkiezen is, te meer daar de totale bezoldiging van den titularis dan toch nog zeer ruim is en hij zich bij minder lesuren meer met den algemeenen gang van zaken der kweekschool zal kunnen bezighouden. Gaarne zou ik omtrent deze punten eenige inlichtingen ont vangen, ik veroorloof mij ten slotte nog de volgende vragen om de financiëele zijde der zaak beter te kunnen overzien. In de eerste plaats: Het hoofd der leerschool aan de Oude Vest geniet nu f 1800. Is het de bedoeling dat, indien die school uit 6 in plaats van uit 3 klassen zal bestaan, het traktement hetzelfde blijft? Ten tweede: zullen de heer Cramer en Mej. Winkler niet komen met een verzoek om verhooging van jaarwedde, wanneer hun scholen worden vervormd door bij voeging der laagste drie klassen? Ten derde: zal de heer Koops niet een dergelijk verzoek doen, wanneer zijn arbeid vermeerderd wordt met de prac tische opleiding der kweekelingen? De Voorzitter. Reorganisatie van de scholen 2e klasse is werkelijk dringend noodig; de ervaring heeft geleerd, dat de overgang van kinderen, die drie jaren pas hebben schoolge gaan, naar eene andere school, schadelijk werkt voor de meesten dier leerlingen. Nu kan het waar wezen, dat de leerlingen soms op dezelfde inrichting onder een anderen onderwijzer komen, maar de heer de Lange weet zoo goed als ik, dat dit ook dikwijls niet het geval is; het gebeurt vaak, dat een onderwijzer met zijne leerlingen meegaat. Maar dit is gebleken, onomstootelijk gebleken, dat de scholen van den heer van Dijk en die van mejuffrouw Winkler en van den heer van Wijk, nu Cramer, niet aansluiten. Het gebeurt -waak en ik heb mij daarvan persoonlijk overtuigd door geheele middagen te zitten in de laagste klasse van mejuffrouw Winkler en de kinderen zelf te laten lezendat de kinderen die in dat jaar reeds moesten aanvangen met het onderwijs in het Fransch, niet goed Hollandsch kunnen lezen; niet zoo goed althans dat zij er een vak bij kunnen krijgen. Dat ligt aan de verschillende methodenen ook misschien hieraan da t de kinderen op eene geheel andere school komenmidden in een cursus van het gewoon lager onderwijs. Dat is de groote reden waarom de scholen 2e klasse dienen te worden gere organiseerd. Waarom de leerschool moet worden verplaatst? Men zal toegeven, dat de leerschool, zooals die nu is, niet aan het doel beantwoordt, want de kweekelingen moeten het leeren onderwijs geven niet alleen beschouwen in de lagere klassen maar ook in de volgende; en dat is op dit óogenblik niet het geval. Daarom achten de schoolautoriteiten het wensche- lijk, dat tot leerschool worde bestemd eene school voor ge woon lager onderwijs, eene school 3e klasse. In het algemeen vindt men ookdat eene gewone lagere school veel beter is voor het leeren onderwijs geven dan eene school waar ook Fransch wordt geleerd. Nu is er nog eene tweede reden; want het is volkomen waar, dat de gemengde school 2e klasse ook zal worden eene school met zesjarigen cursus en dus uit dien hoofde ook voor leerschool zou kunnen dienen. Maar wenschelijk is dat niet, omdat het beter is aan het hoofd der kweekschool een anderen leeraar te plaatsen dan aan het hoofd der leerschool. Beter is hetdat zij niet onder één dak huizenwij vreezendat dat aanleiding zou kunnen geven tot allerlei moeilijkheden. De directeur van de kweekschool heeft natuurlijk te maken met de leerschool; zoo moet hij wel de leiding houden van het onderwijs, dat de kweekelingen krijgen, maar feitelijk is het beter, dat die twee heeren een eind van elkander zijn en niet onder hetzelfde dak huizen. Om aan dien wensch tegemoet te komen, is het beter voor leerschool aan te wijzen de school van den heer Koops. Dat heeft ook nog eene dubbele reden. De heer Koops is op dit oogenblik belast met die lessen in de paedogogiek aan de kweekschool, die niet gegeven worden door den tegen- woordigen directeur. En nu is het wenschelijk voor de kwee kelingen, dat de leeraar, die het onderwijs geeft in de pae- dagogiek, ook belast is met de praktische opleiding van de kweekelingen voor de klasse. Dat nu kan oneindig veel beter gebeuren aan de school 3e klasse n°. 5, die veel ruimer is, dan aan de school op de Oude Vest, die natuurlijk geheel bevolkt is nu er drie klassen bij zullen komen. Om nu de zaak-Koops af te handelen ik geloof niet, dat er vrees behoeft te bestaan, dat hij zal vragen om meer tractement. Ik geef toe dat de heer Koops wel wat meer werk krijgt omdat hij belast wordt met de praktische opleiding van kweekelingenmaar dat is niet heel erg die kweekelingen staan bij de klas en volgen het onderwijs en de heer Koops moet daar het oog op houden zonder dat dit hem veel tijd kost. Dat die opleiding der kweekelingen den heer Koops zoo veel tijd zou kosten dat hij zijn ander werk daardoor zou verwaarloozen is niet aan te nemenvooral niet omdat wij in den heer Koops hebben een uitstekend krachtig man, die met grooten ijver les in paedagogiek geeft en het als een voorrecht beschouwt, de leerlingen, die hij theoretisch onder wijs geeft, ook praktisch te kunnen vormen. De heer de Lange vreest verder, dat de heer Cramer en Mej. Winkler zullen verzoeken om verhooging van traktement. Ik heb daarvoor absoluut geen vrees en vertrouw, dat zij hun betrekking met denzelfden ijver zullen waarnemen als nu. Ik voeg er bij, dat hun traktementen vrij goed geregeld zijn, dat de heer Cramer ook de verhooging heeft en dus een wedde van ƒ2300. De administratie mag iets meer zijn, als er 6 lagere klassen zijn in plaats van 3, maar men moet niet ver geten, dat die drie klassen thans gesplitst zijn en dat de omvang dus eigenlijk dezelfde blijft. Nu zijn er drie klassen, maar met veel paralelklassenmen heeft nu klassendie in drieën of vieren gesplitst zijn. De omvang wordt dus niet grooter en ik geloof niet dat er kwestie van zal zijn dat de schoolhoofden verhooging van traktement zullen vragen. Op de opmerking van den heer de Lange, dat hij het minder gewenscht acht, dat een klasse van de school vari den heer Japikse wordt ingenomen door een klasse van de school van Mej. Winkler, antwoord ik, dat de heer de Lange zeker vergeet, dat dit op dit oogenblik ook het geval is. Dit komt door de splitsing van de vijfde klasse. Die splitsing ver mindert nuen wij zullen langzamerhand zien die klasse terug te brengen naar de school van Mej. Winkler. De school van Mej. Winkler aan de Breestraat is eigenlijk te klein. Men had daarbij nog twee of drie leerlokalen moeten bouwen. Tegen het gebruik van het lokaal van de school van den heer Japikse is geen bezwaar. De leerlingen gaan de plaats over en vinden daar onmiddellijk het lokaal; die toestand bestaat reeds een jaar en heeft nooit tot eenige moeilijkheid aanleiding gegeven. De verbouwingdie zal moeten plaats hebben aan de kweekschool, het gebouw op de Oude Vest, is niet van grooten omvang. Ik meen, dat de voorloopige raming daar voor is f 1200.— a 1300. Nu moet men niet vergeten, dat dit geheele voorstel eigenlijk is een zuinigheidsvoorstel. Want wanneer wij den toestand goed wilden regelen, dan zouden wij moeten maken, zooals in 1871 al gewenscht werd, twee nieuwe scholen 2e klasse, hetgeen natuurlijk zou neerkomen hierop, dat de scholen van den heer Cramer en mejuffrouw Winkler ieder in tweeën werden verdeeld. Nu heeft men in 1871 eigenlijk 1874 de splitsing niet loodrecht gemaakt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 4