GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
81
INGEKOMEN STEKKEN.
N°. 162. Leiden, 10 Juni 1901.
Bij uw besluit van den 31 sten Januari van dit jaar werd
aan de Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werk
manswoningen ingevolge haar verzoek, opgenomen onder n°. 29
der Ingekomen Stukken, vergunning verleend tot het opnemen
van gelden onder hypothecair verband van de tegenwoordige
eigendommen der vereeniging, voor zoover deze door de ver
eeniging zelve zijn gebouwd, of door haar in behoorlijk be
woonbaren staat zijn gebracht. De vereeniging vertrouwde op
die wijze verlost te zullen worden uit den staat van werkeloos
heid, waarin zij tengevolge van haar onmacht om de door
haar uitgegeven obligatiën, ondanks de daarop door de ge
meente verleende rentegarantie, geplaatst te krijgen, verval
len was.
Intusscben, ook de bovenbedoelde machtiging heeft haar
tot dusverre niet nader tot haar doel gebracht. De duurte
van het geld op de markt was oorzaak, dat het bestuur er
niet in slagen mocht een hypothecaire geldleening aan te gaan,
die de vereeniging met niet meer dan 4% 'sjaars zou be
lasten voor rente en afschrijving, dat is met het bedrag, dat inge
volge art. 15 harer statuten jaarlijks op de onkosten-rekening
der vereeniging mag worden verantwoord. En mocht zij er
toe overgaan onder minder voordeelige condities geld op te
nemen, dan zou dit alleen kunnen geschieden ten koste van
de aandeelhouders, die zich toch reeds ter bevordering van
het nuttig doel, door hen voorgestaan, met de geringe uit-
keering van ten hoogste 3% op hunne aandeden hebben
tevreden gesteld.
Vandaar dat het bestuur thans bij nevensgaand adres het
verzoek tot U richt van gemeentewege te willen voorzien in
de hoogere kosten, die de vereeniging jaarlijks op zich zou laden,
indien zij overging tot het sluiten eener hypothecaire geld
leening van 40,000.waartoe zij thans in de gelegenheid
is, mits jaarlijks een bedrag van 5 door haar voor' rente
en aflossing worde betaald. Met andere woorden, het bestuur
verzoekt aan de vereeniging alsnog, afgescheiden van de be
staande rentegarantie, een jaarlijksche subsidie te verleenen
van f 400—, ten einde haar in staat te stellen met den ver
deren aanbouw van woningen op het terrein »de Kooi" voort
te gaan, waar tot dusverre slechts 20 woningen zijn verrezen,
hoewel er aanvankelijk bij den aankoop van het terrein op
een 150-tal gerekend was.
Het komt ons voor, dat inderdaad voor inwilliging van dit
verzoek veel te zeggen valt en zij in zekeren zin zou mogen
worden beschouwd als een natuurlijk gevolg van uw den
31 sten Januari 1.1. genomen besluit. Was dat besluit het uit
vloeisel der overweging, dat aan de vereeniging de gelegen
heid moest worden geopend zich op andere wijze de beschik
king over de noodige geldmiddelen te verschaffen, nu het haar
niet mogelijk was de door de gemeente gegarandeerde obliga
ties geplaatst te krijgen, niet minder doet die overweging zich
gelden, nu de vereeniging zich ten gevolge van de duurte
der geldmarkt de gelegenheid benomen zag van de baar ver
leende vergunning gebruik te maken. En waar nu inderdaad
aan goede en goedkoope woningen, als door de vereeniging
gebouwd worden, hier groote behoefte bestaat, daar kan een
jaarlijksch offer voor de gemeente van ten hoogste f 400.—
naar het ons voorkomt niet te hoog geacht worden om de
vereeniging te steunen in de uitvoering van haar loffelijk
streven naar verbetering van de woningstoestanden, waarbij
ook de belangen der gemeente, zooals meermalen door Uwe
Vergadering werd erkend, zoo nauw zijn betrokken.
Wij zeggen een jaarlij ksch offer van ten hoogste f 400.—
omdat wij aan de inwilliging van het verzoek deze reserve
zouden willen verbinden (waarnaar trouwens ook reeds in het
verzoek verwezen wordt), dat de subsidie niet of slechts ten
deele zal worden uitgekeerd, wanneer de rekening der ver
eeniging geheele of gedeeltelijke betaling uit eigen inkomsten
toelaat van hetgeen boven 4% door haar aan rente en aflos
sing der op te nemen gelden verschuldigd is. Immers het
geval zou zich kunnen voordoen, dat de exploitatie eens zulke
gunstige resultaten opleverde, dat zonder dat de uitkeering
aan de aandeelhouders dientengevolge vermindering zou onder
gaan, de f 400. geheel of ten deele door de vereenigin°'
zelve kunnen worden bestreden.
Onder het bovengenoemd voorbehoud geven wij Uwe Ver
gadering dus in overweging aan de Vereeniging tot bevorde
ring van den bouw van Werkmanswoningen naast de haar
toegekende rentegarantie een jaarlijksch subsidie te verleenen
van ten hoogste f 400,
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het bestuur
der Vereeniging tot bevordering van den bouw van werk
manswoningen te Leiden;
dat het gelegenheid heeft gevonden tot het aangaan eener
hypothecaire geldleening van veertig duizend gulden tot voort
zetting van den aanbouw van woningen op het terrein de Kooi;
dat voor rente en aflossing dezer geldleening eene annui-
teit van 5% zal worden vereischt;
dat echter art. 5 onzer Statuten ons niet vergunt, voorge
noemde doeleinden meer dan 4 op onze rekening te bren
gen, zoodat het overschietend bedrag, vier honderd gulden per
jaar, geheel zou komen in mindering van het dividend tot
3%, dat aan aandeelhouders wordt uitgekeerd;
dat van de aandeelhouders der Vereeniging zoodanige op
offering niet in billijkheid kan worden gevorderd;
dat bij de bestaande schaarschte aan goede en goedkoope
woningen in deze gemeente het geen aanbeveling verdient
den bouw uit te stellen tot het in werking treden der ont
worpen woningwet;
redenen, waarom het bestuur zich wendt tot Uw College met
het verzoek, zoodanige regeling te treffen, waardoor vermin
dering van den toestand der aandeelhouders tengevolge der
uit de te sluiten geldleening voortvloeiende verplichtingen
wordt voorkomen.
Onzes inziens zoude dit kunnen geschieden door toekenning
aan de Vereeniging van gemeentewege van een jaarlijksch
subsidie, naast en onafhankelijk van de ons verleende garantie,
tot een maximum van vierhonderd gulden, of zooveel minder
als noodig zal blijken, om aan aandeelhouders het dividend
uit te keeren, dat zij zouden hebben genoten, indien de door
ons verschuldigde annuiteit 4% had bedragen.
Het bestuur der Vereeniging tot bevordering van den
bouw van werkmanswoningen te Leiden,
H. B. Greven, Voorzitter.
T. A. Tichelaar, Secretaris.
N°. 163. Leiden, 10 Juni 1901.
Wij geven Uwe Vergadering in overweging afwijzend te
beschikken op het hierbij overgelegd verzoek van de bewoners
der Maarsmanssteeg om den naam dier steeg te veranderen
in Maarsmansstraat, omdat het door adressanten voor die
naamsverandering aangevoerde motief ons van allen grond ont
bloot toeschijnt (immers de Maarsmanssteeg is nu eenmaal
een steeg en niet een straat) en ons ook overigens geen motieven
bekend zijn, waarom aan het verzoek zou moeten worden
voldaan.
Wij wenschen daarbij nog op te merken, dat bij eene
eventueel gunstige beschikking op het verzoek, zonder twijfel
tal van verzoeken van gelijke strekking bij Uwe Vergade
ring zouden inkomen, niet omdat daarvoor deugdelijker gronden
zouden zijn aan te voeren, maar eenvoudig omdat de bewoners
aan een of anderen anderen naam de voorkeur zouden geven
boven den bestaanden.
Het komt ons voor, dat, nog afgescheiden daarvan, dat het niet
gewenscht is zonder overwegende redenen in namen, die een
maal burgerrecht verkregen hebben, wijziging te brengen, het
niet op den weg Uwer Vergadering ligt om aan dergelijke
particuliere liefhebberijen voedsel te geven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
WelEdel Achtbare Heeren.
Ondergeteekenden, bewoners van de Maarsmanssteeg alhier,
nemen hiermede de vrijheid U Weledel Achtbaren te ver
zoeken, in eene Uwer aanstaande raadsvergaderingen te be
sluiten de naam Maarsmanssfeeg te doen veranderen in Maars-
mansstraat, aangezien het woord steeg voor andere plaatsen
een vreemden indruk maakt.
Hetwelk doende,
C. H. Speel.
Volgen de namen van nog 19 onderteekenaars.
N". 164. Leiden, 10 Juni 1901.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen, dat zij tegen de in hare handen gestelde
rekening van de dienstdoende Schutterij, over het jaar 1900,
geene bedenkingen heeft.
Zij adviseert U derhalve die rekening voorloopig goed te
keuren: in ontvangst adf 10901.46
in uitgaaf ady> 10901.46
Sluitendequitte.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.