DONDERDAG 6 JUNI 1901. 87 zich uitbreidt en meerdere winst afwerpt. Niettegenstaande de verhooging van den gasprijs, met 10% zooals men zeide, is de hoeveelheid verbruikt gas met 10% toegenomen, en er is alle reden om te gelooven dat het getal verbruikers nog steeds zal toenemen, vooral nu de gasprijs weer 5 cent is. Wij moeten dus zorgen, dat de fabriek steeds in staat is, om aan dat vermeerderd gebruik het hoofd te bieden. Maar juist om die reden gaat ook de vermeerdering van rentelast steeds gepaard met een grooter winstcijfer. De heer de Lange. M. deV.! Bij eene doorlezing van Raads- verslagen van vorige jaren heb ik niet een enkel voorbeeld kunnen vinden, dat Burg. en Weth. den Raad hebben voor gesteld op gelijke wijze te handelen als nu wordt voorgesteld, om te beschikken over een batig saldo van een vorig jaar ter verlaging van het belastingpercentage van het volgende. Zulk een saldo is altijd beschikbaar gehouden tot de begroo- ting van het dienstjaar waarop het volgens den gang van zaken moest geplaatst worden. En ik heb nog niet één motief gehoord waarom wij nu van dien goeden weg moeten afwijken. De heer Juta zegt: wij konden in Januari zoo niet dadelijk gaan beschikken over f 1400, maar nu gaan wij in eens beschikken over f 48000! In 1898 hebben wij een voordeelig saldo gehad van 92000, maar Burg. en Weth. hebben er toen niet aan gedacht om in den loop van 1899 een voorstel aan den Raad te doen in den geest als zij nu doen. De heer Juta. De heer de Lange heeft gelijk als hij, wat nu door ons wordt voorgesteld, iets nieuws noemt, liet is inderdaad m. i. een goed nieuws. Maar wanneer de heer de Lange de begrootingen van vorige jaren heeft nagezien, dan zal hij ook bemerkt hebben, dat men nog nooit zoo gelukkig is geweest de rekening te kunnen sluiten met een batig saldo van 70000.—. Na aftrek van de f 18000.— voor dit jaar, blijft er dus voor 1902 als eerste post van ontvangst over ruim f 50000.—iets wat ook nog nooit is voorgekomen. Wat de f 92000.— betreft van het jaar 1898, de heer de Lange had er bij moeten vermelden, dat de post voor onvoor ziene uitgaven dat jaar f 38000.bedroeg. En waarom zoo veel? Omdat men toen verkeerde in eene periode van over gang, waarin veel te doen viel. Uit den post van onvoorzien zijn toen verscheidene zaken betaald, waarvoor men anders had moeten leenen. De heer Fockema Andrem heeft toen nog gewaarschuwd tegen zulk een grooten post voor onvoorzien; maar ik geloof toch dat wij daarmede goed hebben gehandeld, omdat wij anders hadden moeten leenen. Jaren achtereen hebben de rekeningen gesloten met een nadeelig saldo. Eerst na 1893 hebben wij een voordeelig slot gezien en konden wij tevens het heffingspercentage verlagen. Ik blijf niet inzien waarom wij de belastingschuldigen van 1901 ook niet in het voordeel van het batig saldo zouden doen deelen, ook al zou de heffing over 1902 iets hooger moeten zijn. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer de Lange wordt in stemming gebracht en met 11 tegen 9 stemmen verworpen. Tegen stemden de heeren: van Rhijn, van Hamel, Dekhuyzen, Fockema Andrete, Juta, Hasselbach, Zaaijer, Drucker, P. J". van Hoeken, Kaiser en L. Driessen. Voor stemden de heeren: van Lidth de Jeude, Mulder, A. J. van Hoeken J.Jzn., de Lange, J. P. Driessen, van Dissel, Pera, den Mouter en de Goeje. Het voorste] van Burg en Weth. wordt hierop zonder hoofde lijke stemming aangenomen. II. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de plaatsing van een remmingwerk in het Kort Galgewrater. (Zie Ing. St n°. 141). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergadering gesloten. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 3