74 DONDERDAG 30 MEI 1901. vervangende leden in de overige stembureaux voor de even- tueele stemming en herstemming ter benoeming van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Benoemd worden, allen met algemeene stemmen, voor: Stemdistrict I (Hoofdstembureau) Raadhuis: Tot leden, de heeren P. Zillesen en P. J. van Hoeken; Tot plaatsvervangende ledende heeren P. L. C. Driessen, Dr. A. Beets en Dr. J. W. Muller. Stemdistrict III (School in de Gortestraat): Tot voorzitterde heer W. Pera Tot leden, de heeren Mr. O. W. Sipkes en Dr. D. A. de Jong; Tot plaatsvervangende leden, de heeren J. J. Hasselbach, C. Goekoop en J. P. Creijghton. Stemdistrict IV (De Burg): Tot voorzitter, de heer Dr. M. C. Dekhuyzen; Tot leden, de heeren Mr. P. J. M. Aalberse en J. M. van Houten Tot plaatsvervangende leden, de heeren Dr. M. J. De Goeje, Dr. D. A. H. van Eek en F. C. Zuurdeeg. Stemdistrict II (School aan de Heerenstraat): Tot voorzitter, de heer J. Korevaar P.Azn.; Tot leden, de heeren A. J. van Hoeken J.Jzn. en M. C. F. J. Cosijn; Tot plaatsvervangende leden, de heeren J. de Lange, J. Wilhelmy Damsté en Mr. E. L. F. Hoogenstraaten. Stemdistrict Y (School aan de Mare) Tot voorzitter, de heer Dr. E. F. van Dissel; Tot leden, de heeren J. P. J. Driessen en K. L. van Schouwenburg Tot plaatsvervangende leden, de heeren Dr. F. Pijper, A. I. Witmans Mzn. en Dr. P. C. Molhuysen. Stemdistrict VIII (Timmcrloods aan de Stadstimmerwerf) Tot voorzitter, de heer J. A. vah Hamel; Tot leden, de heeren Dr. P. J. Kaiser en A. J. den Hollander Tot plaatsvervangende leden, de heeren Dr. Th. G. den Houter, Dr. J. D. Filippo en M. J. Eigeman. Stemdistrict VI (School aan de Van-der-Werffstraat): Tot voorzitter, de heer Dr. Th. W. van Lidth de Jeude; Tot leden, de heeren P. J. Mulder en A. H. Dros; Tot plaatsvervangende leden, de heeren Dr. A. van Rhijn, M. J. L. Ente en Dr. J. W. C. Goedhart. Stemdistrict VII (Bewaarschool aan de Groenesteeg) Tot voorzitter, de heer Mr. L, M. J. H. Kerstens; Tot leden, de heeren F. H. A. Driessen en S. J. Le Poole; Tot plaatsvervangende leden, de heeren Dr. T. Zaaijer, A. L Quant en S. Kutsch Lojenga. III. Benoeming van de leden en plaatsvervangende leden in het Hoofdstembureau en van de voorzitters, leden en plaats vervangende leden in de overige stembureaux voor de even- tueele stemming en herstemming ter benoeming van drie leden van de Provinciale Staten. Benoemd worden, allen met algemeene stemmen, voor: Stemdistrict I (Hoofdstembureau) Raadhuis: Tot leden, de heeren J. J. Hasselbach, Mr. P. J. M. Aal berse en A. D. Vijgh Tot plaatsvervangende leden, de heeren P. L. C. Driessen, S. C. van Doesburgh, J. J. van Hoeken en Dr. H, D. van Gelder. Stemdistrict III (School in de Gortestraat): Tot voorzitter, de heer Dr. M. C. Dekhuyzen Tot leden, de heeren A. J. van Hoeken J Jzn, Mr. M. Rijke en J. A. van der Valk Bouman; Tot plaatsvervangende leden, de heeren Dr. P. J. Kaiser, II. Paul, H. L. van Nifterik en H. W. Tieleman. Stemdistrict IV (De Burg) Tot voorzitter, de heer J. Korevaar P.Azn. Tot leden, de heeren P. Zillesen, Mr. J. C. van der Lip en F. G. Rosier; Tot plaatsvervangende leden, de heeren Mr. L. M. J. H. Kerstens, P. Alma Lzn., T. H. Ritman en C. J. Leendertz. Stemdistrict II (School aan de Heerenstraat): Tot voorzitter, de heer Dr. M. J. de Goeje; Tot leden, de heeren J. A. van Hamel, Dr. L. C. Siertsema en Mr. O. W. Sipkes; Tot plaatsvervangende leden, de heeren P. J. Mulder, F. de Stoppelaar, Mr. H. M. A. Coebergh en W. J. Suringar. Stemdistrict V (School aan de Mare): Tot voorzitter, de heer Dr. T. Zaaijer Tot leden, de heeren Dr. A. van Rhijn, D. Harte velt H.Czn. en E. Bouma Nieuwenhuis; Tot plaatsvervangende leden, de heeren J. P. J. Driessen, H. P. T. van Wensen, J. P. Trap en Dr. I). C. Hesseling. Stemdistrict VIII (Timmerloods aan de Stadstimmerwerf): Tot voorzitter, de heer Dr. Th. W. van Lidth de Jeude Tot leden, de heeren C. T. Driessen, Dr. G. van Vloten en Mr. P. M. von Baumhauer; Tot plaatsvervangende leden, de heeren A. E. van Kempen, M. C. F. J. Cosijn, N. J. Stallinga en Mr. C. G. 't Hooft. Stemdistrict VI (School aan de Van-der-Werffstraat) Tot voorzitter, de heer J. de Lange, Tot leden, de heeren Mr. J. H. Goudsmit, W. F. Verhey van Wijk en F. G. H. Gerlings Tot plaatsvervangende leden, de heeren Dr. Th. G. den Houter, A. Parmentier, W. C. Mulder en A. Goekoop. Stemdistrict VII (Bewaarschool aan de Groenesteeg): Tot voorzitter, de heer Mr. H. L. Drucker; Tot leden, de heeren J. A. van Dijk, A. L. Reimeringer en H. H. Breuning; Tot plaatsvervangende leden, de heeren P. J. van Hoeken, Dr. H. G. Hagen, J. Roem en J. C. Zaalberg. IV. Benoeming van eene 3e onderwijzeres aan de openbare school der 3e klasse n°. 4. (Zie Ing. St. n°. 136). Benoemd wordt Mejuffrouw C. A. de Hondt, met alge meene stemmen. De Voorzitter. Ik dank de heeren voor hunne medewerking. V. Verzoek van W. J. van 't Sant, om terugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 137). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. VI. Verzoek van Leidsche Katoenmaatschappij, voorheen de Heyder Coom vrijstelling van de betaling van recog nitie 'voor de door haar te leggen waterleiding en de daar voor vereischte werken. (Zie Ing. St. n°. 138). De heer Pera. Voordat het advies van Burg. en Weth. bekend was, was ik reeds van het aanzoek van de Katoen- maatschappij ingelicht, en ik wil wel bekennen dat mijn eerste indruk in overeenstemming was met het later vol gende advies van Burg. en Weth. Toen ik evenwel daarna kennis maakte met het ingekomen verzoek en dit las, rees de vraag bij mij, of mijn oorspronkelijk oordeel wel goed was, en daarom veroorloof ik mij nu eene enkele opmerking. Er is indertijd aan de Katoenmaatschappij toestemming ver leend, om water aan te voeren van de hoofdleiding in de geheele fabriek, en dat is toegestaan zonder lasten. Waarom moet nu betaald worden, nu er opnieuw water zal gevoerd worden van de hoofdleiding door de eene fabriek naar de andere fabriek? Die waterleiding dient hoegenaamd niet voor watergebruik, maar alleen ter voorkoming van brandgevaar. En dit zooveel mogelijk voorkomen van eene ramp als brand, bij eene firma, waarbij het dagelijksch brood van zoovelen is betrokken, mag wel worden beschouwd als een algemeen belang. Nu zal men wellicht zeggen, dat het hier gevorderde bedrag voor eene firma als deze van zeer geringe beteekenis is, maar eene groote firma moet ook op de kleintjes passen, en het ligt op den weg van Directeuren eener onderneming om de uit gaven tot de noodzakelijke te beperken. Hoe de Raad ook moge beslissen, ik wil wel als mijn oordeel uitspreken, dat er voor Directeuren voldoende aanleiding was om met dit verzoek bij den Raad te komen. Nogmaals herhaal ik echter mijne vraag: waarom wordt, terwijl vroeger de verbinding met de eene fabriek kosteloos is toegestaan, thans voor eene verbinding door de eene fabriek naar de andere wel betaling gevraagd. Op die vraag zou ik gaarne eenig antwoord ontvangen, ten einde mijne stem te kunnen bepalen. De Voorzitter. In antwoord op wat U zegt kan ik mee- deelen, dat juist is, dat den eersten keer geen recognitie is geheven, omdat toen het Gemeentebestuur meende, dat het werk geheel en al uitging van, en geschiedde voor rekening van de Leidsche Duinwater-Maatschappij, die natuurlijk door het bestaande contract vrij is van het betalen van recognitie. Nu is bij deze aanvrage gebleken, dat dat niet zoo was, maar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 2