68 den Gemeenteraad wellicht boven het Leidsche tarief kan worden verhoogd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen ondergetee- kenden, H. W. Rübenkamp en A. F. de Rooi, wonende te Oegstgeest aan de Leidsche buurt; Dat zij voorloopig kennis hebben genomen van de voor waarden waarop aan hen (behoudens goedkeuring door den Gemeenteraad) door de Gasfabriek te Leiden gas zou kunnen worden verstrekt; dat zij geene bezwaren hebben om die voorwaarden te aan vaarden reden waarom zij zich tot UEdelAchtbaren wenden met het verzoek het daar heen te willen leiden, dat de Gemeente raad aan de Gasfabriek toestemming verleent om hunne per- ceelen aan de gasleiding te doen aansluiten. 't welk doende H. W. Rübenkamp. A. F. de Rooi. Oegstgeest, 7 Mei 1901. Leiden, 17 Mei 1901. Naar aanleiding van het in onze handen gestelde adres van de heeren H. W. Rübenkamp en A. F. de Rooi, wonende aan de Leidsche Buurt te Oegstgeest, hebben wij de eer U het volgende te berichten. Adressanten verzoeken dat hunne perceelen zullen worden aangesloten aan de hoofdgasleiding. Deze perceelen zijn gele gen buiten de Gemeente Leiden op verderen afstand dan 1000 meter van de grens der Gemeente. Ingevolge art 1 dei- verordening van den 9den Januari 1896, houdende bepalingen omtrent het gebruik van gas door particulieren zal de Ge meenteraad moeten beslissen of het verzoek van adressanten kan worden ingewilligd. De aansluitingen kunnen worden gemaakt als -de 4" hoofd gasleiding, in het Villapark Oegstgeest aanwezig, wordt ver lengd in den Rijnsburgerstraatweg tot voor de woning van den heer Rübenkamp. W7ij hebben de eer te adviseeren het verzoek behoudens rechten van derden toe te staan mits de kosten van aanleg geheel door de aanvragers worden betaald, en onder voor behoud, dat de prijs van het gas voor verbruikers buiten Leiden woonachtig door den Gemeenteraad wellicht kan wor den verhoogd boven het Leidsche tarief. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek. H. C. Juta, Voorzitter. P. ZlLLESEN. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. No. 140. Leiden, 23 Mei 1901. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het 2e gedeelte van het kohier der plaatselijke directe belas ting voor 1901, omvattende de wijken 5—12. De proefdrukken dezer wijken worden aan de Raadsleden toegezonden. Bij onveranderde vaststelling van dit gedeelte zal het belast baar inkomen vari het geheele kohier bedragen f 6684786.— Aangezien op de begrooting voor 1901 een bedrag van 160000.als opbrengst van deze belasting is uitgetrokken, waarbij overeenkomstig art. 1 der Verordening 5 moet worden gevoegd voor kwade posten, zoude eene som van 168000.— moeten worden geheven, overeenkomende met 2.512 percent van het belastbaar inkomen. Intusschen is ons gebleken dat het dienstjaar 1900 een zeer belangrijk batig slot zal opleveren, in hoofdzaak tengevolge van de hoogere winst der Gasfabriek, welke de geraamde som met ongeveer ƒ46000.— overschrijdt. W ij vinden daarin reden om U voor- te stellen ten behoeve van het dienstjaar 1901 te beschikken over ongeveer18000. uit het vermoedelijk batig saldo van 1900, waardoor het per centage dezer belasting thans op 21/* zoude kunnen worden bepaald, met een opbrengst van 150407.68. 4 Wij geven U alsnu in overweging tot vaststelling van het geheele kohier over te gaan, en het heffingspercentage te bepalen op 21/*. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 2