GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 01 ISCEKOMEir Sli kK H\. N°. 131. Leiden, 7 Mei 1901. Wegens kosten van verpleging van stads zieke armen moest over het jaar 1900 aan het Rijk de som van/8571.75betaald worden. Vermits op de begrooting voor 1900 voor deze kosten slechts een bedrag van ƒ7000.— is uitgetrokken, bieden wij U hierbij ter vaststelling aan een staat van af-en overschrijving, strek kende tot verhooging van den begrootingspost, volgn. 148: «Kosten van verpleging in het Ziekenhuis der Rijks-Universi teit" met 971.75, te vinden door afschrijving van den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop nog een bedrag van ƒ1234.585 beschikbaar is. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 133. Leiden, 7 Mei 1901. Onder overlegging der door de verschillende sollicitanten ingediende stukken, hebben wij de eer ITwe Vergadering de volgende aanbeveling aan te bieden ter vervulling der vacature van Directeur der Gemeentewerken: 1°. G. L. DRIESSEN, civiel-ingenieur, tijdelijk ingenieur bij de gemeentewerken, alhier; 2°. P. HUFFNAGEL, kapitein-ingenieur, werkzaam aan het departement van oorlog. Wij verzoeken U alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 133. Leiden, 7 Mei 1901. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat zij geene bedenkingen heeft tegen de voorstellen van Burgemeester en Wethouders tot uitbreiding van het personeel bij het herhalingsonderwijs, afdeeling jongens, met een tijdelijken onderwijzer en tot beschikbaarstelling van de gelden voor den aankoop van een terrein op Vreewijk, bestemd voor de oprichting van een rijkszuivelcontrolestation. Zij stelt U derhalve voor de overgelegde begrootingsstaten vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 124. Leiden, 15 Mei 1901. Ter vervulling van de vacature van Hoofd der openbare lagere school der 2e klasse voor Jongens alhier, welke den lsten Juli a. s. zal ontstaan door het met ingang van dien datum verleend eervol ontslag aan den heer J. D. van Wijk, hebben wij de eer Uwe Vergadering onderstaande voordracht, opgemaakt door ons College en den Districts-Schoolopziener, aan te bieden: 1°. W. CRAMER, le onderwijzer aan de openbare lagere school der 2e klasse voor Jongens. 2°. D. J. M. DE HONDT, 2e onderwijzer aan dezelfde school. 3°. J. F. L. RIETDIJK, le onderwijzer aan de openbare lagere school der '1e klasse voor Jongens. Onder mededeeling dat de desbetreffende stukken in de lees kamer ter inzage zijn nedergelega, geven wij U in overweging tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. NO. 125. Leiden, 7 Mei 1901. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van J. W. van Cittert om terugbetaling van schoolgeld voor zijn zoon Hendrik, die wegens plaatsing op een kantoor sedert 27 April j.l. de Jongensschool 2e klasse niet meer heeft bezocht, geven wij Uwe Vergadering in overweging afwijzend op het verzoek te beschikken, aangezien de verordening op de heffing van schoolgelden aan de scholen voor Lager Onderwijs alleen bij tusschentijdsch vertrek der leerlingen uit de gemeente terug gave van betaald schoolgeld toelaat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Edel Achtbaren! Ondergeteekende geeft met verschuldigden eerbied te kennen, dat zijn zoon Hendrik, leerling der openbare lagere school 2e klasse, Zaterdag 27 April de school heeft verlaten wegens plaatsing op een kantoor, reden, waarom ondergeteekende beleefd verzoekt om terugbetaling van reeds betaald schoolgeld. Hetwelk doende UEd. onderd. dienaar Haarlemmerstraat 200. J. W. van Cittert. No. 126. Leiden8 Mei 1901. De Commissie van Financiën heeft de eer U te adviseeren de rekening der Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen over het jaar 1900 goed te keuren, met vaststelling van de bijdrage uit de gemeentekas wegens rentegarantie op een bedrag van ƒ1204.255. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 127. Leiden, 9 Mei 4901. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat er bij haar geene bedenkingen bestaan tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver hooging van den begrootingspost, Volgnr. 148: «Kosten van verpleging in het Ziekenhuis der Rijks-Universiteit" met 971.75. Zij stelt u daarom voor den overgelegden staat van af- en overschrijving op de begrooting voor den dienst 1900 vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. No. 128. Leiden, 10 Mei 1901. Wij hebben de eer U voor te stellen de tiend van de onder Leiderdorp te veld staande aardappelen, evenals vorige jaren, ook over het jaar 1901 ondershands, tegen taxatie, aan de tiendplichtigen af te staan. De administratie van het kroondomein, dat voor de helft deelgerechtigd is in deze tiendheffing, kan zich, blijkens ont vangen mededeeling van den Rentmeester, met deze regeling vereenigen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 129. Leiden, 12 Mei 1901. Zooals Uwe "Vergadering bekend is acht ons college de uitvoering van het door den voormaligen Directeur van Gemeen tewerken ontworpen rioleerplan, hetzij dan in zijn geheel, hetzij besnoeid overeenkomstig de aanwijzingen van den wet houder Dekhuyzen, voor de gemeente fmanciëel te bezwarend en houdt het zich thans onledig met een onderzoek of en in hoeverre met een reiniging van het rioolvocht langs biologischen weg even doeltreffende resultaten zouden kun nen worden verkregen, zonder dat redenen van financiëelen aard ook van de toepassing van dat stelsel zouden moeten terughouden. Alvorens wij evenwel vrijheid zouden kunnen vinden een voorstel van zoo ver strekkenden aard bij Uwe Vergadering in te dienen, zal proefondervindelijk moeten gebleken zijn dat de biologische reiniging van rioolvocht hier, te lande even groote zekerheid van welslagen heeft als in Engeland, waar reeds tal van proeven met die reiniging genomen zijn en enkele steden zelfs reeds op die wijze gereinigd worden. Wanneer dan ook het voorloopig onderzoek, dat thans van onzentwege door deskundigen wordt ingesteld, tot het resul taat leidt dat van een hier ter stede te nemen proef een gunstige uitslag mag worden verwacht en wanneer uit de mede door ons aan die deskundigen opgedragen berekening blijkt, dat reiniging van het grootste gedeelte der gemeente langs biologischen weg financiëel uitvoerbaar zal zijn, dan zal u weldra een voorstel onzerzijds bereiken om tot het nemen dier proef over te gaan. Mocht evenwel tot die proefneming worden besloten dan zal de gemeente moeten kunnen beschikken over daartoe geeigend terrein. En het zal zaak zijn dat terrein zoo te kiezen, dat daarvan ook later, wanneer tot de definitieve toepassing van het stelsel mocht worden overgegaan, kan worden gebruik gemaakt. Dit terrein nu meenen wij gevon den te hebben en tot onze groote voldoening kunnen wij u tevens mededeelen, dat de gemeente in de gelegenheid gesteld is zich voor billijken prijs den eigendom daarvan te verzekeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 1