55 vee, op het terrein gelegen achter de perceelen Rijn- en Schiekade No. 53 en 54, kadastraal sectie M. No. 105, volgens bijgaande teekening in dubbel en situatieteekening schaal 1 a 250. Met verschuldigden eerbied en hoogachting, UEd. Dw. Dienaar, L. Soonius. Leiden, 23 April 1901. No. 110. Leiden, 27 April 1901. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van K. Wieringa, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, Hooger Onder wijs, hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat de pupil van adressant Joost Willem Sloot den 4en April jl. de lessen aan het Gymnasium voor het laatst heeft bij gewoond aangezien hij zich sedert metterwoon bij zijne familie te Sneek heeft gevestigd. Wij geven U derhalve in overweging aan adressant vrijstelling van de betaling van schoolgeld te verleenen over het laatste kwartaal van den cursus 1900/1901. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 17 April '1901, Aan den Raad der gemeente Leiden. Mijne Heeren. Bij deze neem ik naar aanleiding van het vertrek van mijn pupil, Joost Willem Sloot, leerling van het Gymnasium, de vrijheid, U te verzoeken, mij vrijstelling van schoolgeld te verleenen voor het laatste kwartaal van den cursus 1900/1901. Hoogachtend Uw dw. dnr., K. Wieringa. N°. 111. Leiden, den 30 April 1901. Regenten der R. C. Armen en van het Wees- en Oude- liedenhuis alhier hebben de eer U als dubbeltal ter keuze van een lid voor hun college onderstaande voordracht aan te bieden No. 1 de heer Dr. 11. J. TAVERNE. 2 A. A. F. QUANT, teneinde te voorzien in de vacature, ontstaan door het over lijden van den heer L. C. Quant d. d. 4 December A.P. Regenten voornoemd, A. G. Hessels, Voorzitter. J. J. van Heeswijk, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 112. Leiden, 30 April 1901. Wij 'geven Uwe Vergadering in overweging gunstig te be schikken op nevensgaand verzoek van Mevrouw A. H. Schindler geb. Koning, om teruggave van het door haar over de maanden Mei en Juni van dit jaar betaalde schoolgeld voor hare beide kinderen, leerlingen der scholen le klasse, tot een gezamenlijk bedrag van f 15,— aangezien deze leerlingen met 1 Mei a. s. deze gemeente metterwoon zullen verlaten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Mevrouw A. H. Schindler—Koning, dat ik met 1° Mei deze gemeente met terwoon ga verlatendat mijne kinderen Fredrika Adriana en Johannes Frederik Schindler tot dien tijd als leerlingen der jongens en meisjesschool le klasse waren ingeschreven; dat door mij het verschuldigde schoolgeld 22.50 van het bezoeken dier school over het 2e kwartaal ten volle is be taald dat ik echter op grond der Verordening meen aan spraak te kunnen maken op gedeeltelijke teruggave van het betaalde schoolgeld: redenen waarom ik tot Uwe vergadering het eerbiedig verzoek richt mij wel teruggave te willen ver leenen van hetgeen door mij over het loopende kwartaal te veel werd betaald. 't Welk doende Hoogachtend Ued. dw. dienaresse Mevrouw A. H. SchindlerKoning. Leiden, 24 April 1901. N°. 113. Leiden, 30 April 1901. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het le gedeelte van het kohier der plaatselijke directe belasting over 1901, bevattende de wijken 1, 11, HI en IV, waarvan de proefdrukken aan de leden van den Raad zullen worden toegezonden. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad. N°. 114. Leiden, 1 Mei 1901. Bij in de Leeskamer ter inzage liggend schrijven van den Districts-Ingenieur van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen werd ons medegedeeld, dat een viertal boomen aan den Haag weg, nabij den overweg van de Staats spoor, nader op de hierbij overgelegde situateekening aange duid, gevaarlijk staan voor het verkeer over den spoorweg, aangezien zij, althans in den zomerbeletten de seinen te zien. Uit het daaromtrent door ons ingesteld onderzoek is ons de juistheid dier mededeeling gebleken. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging ons te machtigen tot het doen rooien van bovenbedoelde boomen over te gaan. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad. No. 115. Leiden, 1 Mei 1901. Nadat ingevolge uw besluit van den 14en Maart (Zie Ingek. Stukken No. 45) aan het perceel Aalmarkt No. 5 verschillende verbeteringen zijn aangebracht, heeft zich thans A. Gaemers, horloger-electricien te Voorschoten, als huurder van dat perceel aangemeld. Er bestaat bij ons geen bezwaar het huis aan dezen onder de bestaande conditiën te verhuren. Mitsdien geven wij U in overweging het perceel Aalmarkt No. 5, met ingang van 1 Juni a. s. voor den tijd van twee jaren te verhuren aan A. Gaemers, horloger-electricien te Voorschoten, tegen een huurprijs van 300,per jaar, onder bepaling dat de huur telken drie maanden bij vooruit betaling moet worden voldaan, dat de gemeente ten allen tijde bevoegd zal zijn de huur ook tusschentijds te doen eindigen, mits daarvan 3 maanden tevoren aan den huurder kennis gevende en voorts onder de gewone voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 116. Leiden, 1 Mei 1901. Wij hebben de eer Uwe Vergadering voor te stellen ons te machtigen tot het sluiten der navolgende overeenkomsten met de firma Gebrs. Stork en C°. te Ilengeloo, en met de firma Arendt, Mildner en Evers, te Hannover, betreffende de levering van een personenlift en van de verwarmings- en ventilatie- inrichting, beide ten behoeve van het sanatorium »Rhijngeest". De Commissie van Fabricage kan zich geheel met den in houd van beide contracten vereenigen en is met den Directeur van Gemeentewerken van oordeel, dat het wenschelijk is de levering aan deze firma's op te dragen, die bekend zijn om haar deugdelijk fabrikaat en goedkoopere aanbiedingen hebben gedaan dan de andere fabrikanten, aan wie prijsopgaaf is gevraagd. CONCEPT-CONTRACT voor de levering van een personen lift voor liet sanatorium „Rliijngeest". Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden, ten deze handelende ter uitvoering van het besluit van den Raad dier gemeente van 9 Mei 1901, goedgekeurd bij besluit van Ged. Staten van Zuid-flolland van voor en namens de gemeente Leiden, partij ter eener en de firma Gebr. Stork en C°., fabrikanten, gevestigd te Hengeloo (O.), partij ter andere zijde, zijn overeengekomenals volgt Artikel 1. Partij ter andere zijde neemt aan de levering, het opstellen, en voor bedrijf gereed maken van eene personenlift met hy- draulischen motor en verder toebehooren voor het Sanatorium voor Zenuwlijders der- Gemeente Leiden, op te richten op het landgoed Rhijngeest in de Gemeente Oegstgeest, op de in deze overeenkomst gestelde voorwaarden voor een bedrag van ƒ2780,zegge: twee duizend, zevenhonderd en tachtig gulden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 3