51
Id. Art. 4.
Id. Art. 5.
Art. 6 der vorige Conc.-Verord. luidde: Bestuurders van
rijwielen zijn verplicht voor voertuigen met uitzondering
van tramwagens rijwielen of personen, die zij ontmoeten,
niet anders dan rechts uit te wijken en die zij achteropkomen
niet anders dan links voorbij te rijden.
Vorige Concept-Ver ordening art. 7.
Id. Art. 8.
Id. Art. 9.
Id. Art. 10.
e. op de wegen of gedeelten van wegen en door de stegen,
welke blijkens eenig zichtbaar teeken aan het verkeer met
een of ander voertuig zijn onttrokken;
f. op Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen
van 1 April tot 1 October tusschen des namiddags 3 en 7 uur
en van 1 Octuber tot 1 April tusschen des namiddags 2 en
5 uur, op het Plantsoen, het gedeelte van de Plantage, be
grepen tusschen het Plantsoen en de Hoogewoerd, en verder
op den Witten Singel, den Zijlsingel en den Heerensirigel.
Van de Verbodsbepalingen sub d, e en kan door Burge
meester en Wethouders aan bepaalde personen ontheffing ver
leend worden ten aanzien van een of meer van de in die be
palingen begrepen stegen en wegen.
Art. 6.
Het is verboden een rijwiel aan de hand te voeren over,
of met een rijwiel stil te staan op de sub b en c in artikel
5 genoemde paden, klinkerbestrating, trottoirs, stoepen of
grasperken.
Echter mogen bestuurders van rijwielen deze over de voet
paden, klinkerbestrating, trottoirs of stoepen aan de hand
voeren naar of van gebouwen of erven waarheen of vanwaar
zij zich begevenmits langs den kortsten weg van of naar
bet gedeelte van de straat of van den weg, waar het rijden
geoorloofd is; en mogen zij vóór bedoelde gebouwen of erven op
de voetpaden of klinkerbestrating met hunne rijwielen stil
staan, mits hierdoor de passage niet belemmerd wordt.
Art. 7.
Het is den bestuurders van rijwielen verboden deze op
stoepen, trottoirsvoet- of klinkerpaden te plaatsen of te laten
staanwanneer daardoor de passage belemmerd wordt.
Art. 8.
Bestuurders van rijwielen zijn verplicht voertuigen met
uitzondering van tramwagens rijwielen of personen, die
zij ontmoeten, rechts, en die zij achteropkomen, niet anders
dan links voorbij te rijden.
Art. 9.
Het is verboden op den openbaren weg bestuurders van
rijwielen in het rijden te bemoeilijken.
Art. 10,
Onder «rijwielen" worden begrepen twee- en meerwielige
motorcycles.
Art. 11.
De dienaren der gemeentepolitie zijn belast met het opsporen
der overtredingen van de bepalingen dezer verordening.
Strafbepaling.
Art. 12.
De overtreding van de artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9
wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste vijf gulden.
VERORDENING! houdende wijziging van de Verordening
op de Straatpolitie van den isten April 1897 Gemeente
blad n°. zooals deze is gewijzigd bij de Verordeningen
van den lOden September 1898 (Gemeenteblad n°. 12)
en van den Aden Mei 1899 Gemeenteblad n°. 6).
In de Verordening op de Straatpolitie worden de volgende
wijzigingen gebracht:
Artikel 04 wordt gelezen als volgt:
Onder «trekdieren" worden in deze afdeeling verstaan:
paarden, muildieren, muilezels en ezels; onder «rijtuig", elk
vervoermiddel, bestemd om te land door één of meer trek
dieren te worden voortbewogen; onder «voertuig" elk vervoer
middel, uitgezonderd het rijwiel en de motorcycle.
Artikel 66 wordt gelezen als volgt:
Het is verboden op den openbaren weg harder te rijden
dan in matigen draf.
Het is bestuurders van door mechanische kracht voortbe
wogen voertuigen verboden met meer dan matige snelheid te
rijden; zij zijn verplicht die snelheid te verminderen bij het
oversteken van eene straat, bij het omrijden van een hoek en
bij het rijden door eene steeg, waar het rijden geoorloofd is.
Artikel 69 vervalt.
Artikel 69a wordt artikel 69 en artikel 69b wordt artikel 69a,