46 Het komt ons alleszins wenschelijk voordat door de ge meente van dit aanbod worde gebruik gemaakt. Het plaatsje toch bevindt zich juist tusschen de vestiaire van de graanbeurs en de privaten en bergplaats, uitkomende op het terrein van den Burcht. Mocht het te zijner tijd wenschelijk blijken, wat geenszins onmogelijk is, dat ook van de zijde van den Burcht een toegang tot de graanbeurs wordt gemaakt, dan zou dat nu alleen mogelijk zijn door een verbouwing van het koffiehuis »de Burcht". Heeft daarentegen de gemeente de beschikking over het thans aangeboden plaatsje, dan zal door het wegbreken van bovengenoemde privaten en bergplaats een directe toegang van het Burchtplein tot de graanbeurs kunnen worden verkregen. Vandaar dan ook, dat wij den koopprijs, zij het ook hoog met het oog op de betrekkelijk geringe oppervlakte van het plaatsje, toch onder de gegeven omstandigheden niet te hoog achten. De in de Leeskamer ter inzage liggende situatieteekening zal het groote belang, voor de gemeente bij dezen aankoop betrokken, nog duidelijker doen in het oog springen. Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten: 1° tot den aankoop van het open plaatsje, gelegen achter het perceel Burgsteeg n". 12, kadastraal bekend als een ge deelte van Sectie I, n°. 61, gemeente Leiden, groot 141/2 M2., voor de som van /"500.en onder bepaling dat het wegnemen en dichtmetselen van het vensterkozijn in den achtergevel van het perceel Nieuwstraat n°. 1 voor rekening der gemeente zal geschieden; en 2° tot vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat ten bedrage van f 535.waarin de op de overdracht vallende kosten zijn begrepen De uitgaven, noodig voor het dichtmetselen van het ven sterkozijn en boven begroot op f 35,a f 40,— zullen uit den loopenden dienst kunnen worden gekweten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 93. Leiden, 12 April 1901. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van G. H. de Vries Broekman hebben wij de eer u mede te deelen, dat door ons nog een onderzoek is ingesteld of de heer Broekman zijn werkzaamheden in Dellt niet met 1 Mei, in plaats van op 16 April zou kunnen aanvaarden. Nu ons evenwel gebleken is, dat dit zeer bezwaarlijk zoude gaan, bestaat er noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College bezwaar gunstig op het verzoek te beschikken. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan G. H. de Vries Broekman op zijn verzoek met ingang van 16 April a. s. eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van Directeur der Gemeentewerken alhier. Aan den Gemeenteraad. Burg en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden Geeft met verschuldigden eerbied te kennen G. H. de Vries Broekman, Directeur van Gemeentewerken te Leiden, dat hij bij koninklijk besluit van 25 Maart j.l. n°. 54, met ingang van 16 April a. s. is benoemd tot Hoogleeraar aan de Polytech nische School te Delft. Reden waarom hij Uw College beleefd verzoekt hem zoo mogelijk met ingang van genoemden datum eervol ontslag te willen verleenen uit zijne tegenwoordige betrekking. 't Welk doende, Uw dienstw. dienaar G. H. de Vries Broekman. Leiden, 28 Maart 1901. N°. 94. Leiden, 12 April 1901. Krachtens Raadsbesluit van 8 Maart 1900 werd de boven woning van het perceel Nieuwsteeg n°. 10, met ingang van 1 Mei van dat jaar weder verhuurd aan de weduwe J. Span- jersberg, geb. M. H. Darem, voor den tijd van 2 jaren. Blijkens in de Leeskamer ter inzage liggend schrijven van 12 Januari 1.1. werd ons evenwel door de huurster, die in middels naar Rotterdam is verhuisd, de huur opgezegd, aan gezien zij niet meer bij machte was de huursom te betalen. Hoewel de huurster tot deze handeling niet bevoegd was, bleek ons toch bij onderzoek, dat pogingen om haar tot na koming harer contractueele verplichtingen te dwingen, geener lei resultaat zouden opleveren en slechts noodelooze kosten voor de gemeente zouden medebrengen. Vandaar dat wij ge meend hebben ons bij de opzegging te moeten nederleggen en, na inmiddels eenige kleine herstellingen aan het pand te hebben doen aanbrengen, dit met ingang van 1° Mei a. s. opnieuw te moeten te huhr zetten. Bij verhuring tegen dien datum zou de gemeente dan slechts het gemis van een kwar taal huur te betreuren hebben. Thans heeft J. Mooten Jzn., kleermaker alhier zich als huurder voor de benedenwoning aangemeld. Na onderzoek bestaat geen bezwaar bij ons College hem als zoodanig te aanvaarden. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging te be sluiten 1°. de wed. J. Spanjersberg, geb. Darem te ontslaan van de alsnog op haar rustende contractueele verplichtingen ten aan zien van de benedenwoning van het perceel Nieuwsteeg n°. 10; 2°. de benedenwoning van het perceel Nieuwsteeg n°. 10 met ingang van 1 Mei a. s. voor den tijd van 2 jaren te verhuren aan J. Mooten Jzn., kleermaker alhier, tegen een huurprijs van f 225.- per jaar, onder bepaling dat de huur iedere drie maanden bij vooruitbetaling zal moeten worden voldaan en dat de gemeente ten allen tijde bevoegd zal zijn de huur ook tusschentijds te doen eindigen, mits daarvan 3 maanden tevoren aan den huur der kennis gevende en voorts onder de gewone voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 95. Leiden, 12 April 1901. Bij nevensgaand adres wordt door de firma Tieleman Dros vergunning verzocht om de draaibrug over de Middelste gracht, tegenover de voormalige Vleerensteeg, waarvan haar bij Raads besluit van 16 Maart 1899 (zie Ingek. Stukken n°. 38) het onderhoud werd opgelegd, voor hare rekening te mogen ver vangen door een ophaalbrug. Tegen inwilliging van dit ver zoek bestaat noch bij de Com missie van Fabricage, noch bij ons college bezwaar, mits ook de nieuwe brug, die uit den aard der zaak evenals de be staande eigendom zal zijn der gemeente, voor rekening van adressante ten onzen genoege worde onderhouden en door haar en voor hare rekening worde bediend. Tegen het ingediende plan bestaat slechts in zooverre be zwaar, dat de gevel, waaraan de draaischijven zouden worden bevestigd, wellicht geen voldoenden weerstand zou bieden aan de trekkracht der ophaaldraden. Adressant, daarop gewezen, heeft zich echter bereid verklaard die trekkracht over te brengen op de muren, loodrecht staande op de richting van de Middelste gracht. Het bezwaar is dan vervallen. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan de firma Tieleman Dros vergunning te verleenen de aan de gemeente toebehoorende draaibrug over de Middelste gracht, tegenover de voormalige Vleerensteeg, overeenkomstig het in gediende plan, Vlor hare rekening te vervangen door eene even eens aan de gemeente toebehoorende ophaalbrug, onder voor waarde dat ook de nieuwe brug ten onzen genoegen door en voor rekening van adressante zal worden onderhouden en bediend, en dat de draaischrij ven voor de ophaaldraden zullen worden beves tigd aan de muren, loodrecht staande op de richting van de Mid delste gracht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 10 April 1901. De ondergeteekende, Firma Tieleman Dros, Fabrikant van verduurzaamde levensmiddelen te Leiden, verzoekt beleefd de draaibrug over de Middelste gracht tegenover de voormalige Vleerensteeg te mogen vervangen door een ijzeren ophaalbrug, volgens bijgaande teekening. Het vervangen dier brug zal ge heel voor rekening van de ondergeteekende geschieden; zoo ook zal het onderhoud en de bediening voor hare rekening zijn, terwijl de brug eigendom der gemeente wordt. Hoogachtend, Tieleman Dros. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders te Leiden. N°. 96. Leiden, 13 April 1901. Door het Bestuur van het genootschap: «Mathesis Scien- tiarum Genitrix" is wederom, evenals vorige jaren, het ver zoek tot ons gericht om kosteloos gebruik te mogen maken van eenige lokalen in de Stadsgehoorzaal, gedurende de week van 29 April tot en met 5 Mei a. s., voor de tentoonstelling van door de leerlingen vervaardigde teekeningen en voor het houden der jaarlijksche algemeene vergadering. Aangezien bij ons college tegen de inwilliging van het ver zoek geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging ons te machtigen de benoodigde lokalen kosteloos aan het genootschap ten gebruike af te staan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 4