44
plan voor de terreinen Sectie M., nis. 770 en 771, gem. Leiden,
goed te keuren, met bepaling van de hoogte der straten op
25 cM. N. A. P. en onder voorwaarde, dat de noordelijke grens
van het bouwterrein zoodanig worde verlegd, dat dit terrein
overal op een afstand van ten minste 15 meter van de sin
gelgracht zal verwijderd zijn.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetli. van Leiden.
Leiden, 8 November 1900.
Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden.
De ondergeteekende W. C. Mulder heeft de eer bij dezen
een stratenplan in te dienen voor de perceelen aan den Zoeter-
woudschen Singel, kadastraal gemerkt Sectie M. No. 770 en
771, met beleefd verzoek te mogen vernemen in hoeverre dit
plan Uwe goedkeuring wegdraagt en welke eischen worden
gesteld omtrent stratenaanleg, hoogte enz.
Met de meeste hoogachting heeft hij de eer te zijn,
Uw WelEd. Achtb. Dw. Dienaar,
W. C. Mulder.
N°. 87. Leiden, 29 Maart '1901.
Onder overlegging van eene 4de lijst van bezwaarschriften
tegen de kohieren der plaatselijke directe belasting voor 1900,
hebben wij de eer U voor te stellen, den reclamant G. F.
Maatje (N°. 185) niet ontvankelijk te verklaren wegens te late
indiening van zijn bezwaarschrift en den aanslag van A. Oost-
dam (N°. 186) te handhaven om de in de lijst vermelde redenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 88. Leiden, 2 April 1901.
Naar aanleiding van bijgaand adres van D. H. Pluim
Mentz, houdende verzoek om vrijstelling van de betaling van
schoolgeld, Middelbaar Onderwijs, hebben wij de eer Uwe
Vergadering mede te deelen, dat de zoon van adressant op
25 Februari j.l. de Hoogere Burgerschool heeft verlaten, aan
gezien hij als volontair in militairen dienst is getreden.
Wij geven U derhalve in overweging aan adressant vrijstel
ling van de betaling van schoolgeld te verleenen over de twee
laatste kwartalen van den cursus 1900/1901.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Dirk Hendrik
Pluim Mentz, gepensionneerd magazijnmeester le klasse der
Artillerie van het O.-I. leger te Leiden;
dat zijn zoon Willem George, leerling aan de Hoogere Bur
gerschool voor jongens alhier, den 19den Maart j.l. als volon
tair dienst genomen heeft bij het Instructie-Bataillon te Kampen;
dat genoemde zoon sedert 25 Februari j.l. de school niet
meer bezocht heeft;
waarom adressant uwen Raad verzoekt hem vrijstelling te
willen verleenen van de betaling van het schoolgeld voor de
Hoogere Burgerschool over het 3e en 4e kwartaal van den
loopenden cursus.
't Welk doende
Leiden, 27 Maart 4901. D. H. Pluim Mentz.
N°. 89. Leiden, 6 April 1901.
ingevolge het bepaalde bij art. 3, le lid, van het Koninklijk
Besluit van 16 November 1900, Stbl. n°. 200, »tot vaststelling
van regelen voor den werkkring der commissiën tot wering
van schoolverzuim en voor de vervanging dier commissiën
door Burgemeester en Wethouders" stelt de gemeenteraad
een huishoudelijk reglement voor die commissie of die com
missiën vast.
Ter voldoening aan dit voorschrift hebben wij de eer U hier
nevens een concept-huishoudelijk-reglement voor de in Uwe
Vergadering van 31 Januari jl. benoemde commissie ter vast
stelling aan te bieden, onder mededeeling dat de commissie
zelve zich met den inhoud van het ontwerp geheel kan ver
eenigen en dat ook de Commissie voor de Huishoudelijke
Verordeningen daartegen geene bedenkingen heeft.
Voorts stellen wij u voor aan den Secretaris der commis
sie, behalve het in art. 13 van het reglement bedoelde voor
schot, waarvan door hem rekening en verantwoording moet
worden afgelegd, een bezoldiging uit de gemeentekas toe te
kennen.
Bij de vele werkzaamheden, welke den Secretaris blijkens
het huishoudelijk reglement zullen zijn opgedragen, schijnt
het ons wenschelijk, dat hem eene belooning daarvoor worde
gegeven, en alleszins billijk, dat het bedrag dier belooning
worde vastgesteld op f 150.'sjaars.
Mitsdien geven wij U in overweging in dien zin te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT voor de Commissie tot
wering van schooi verzuim te Leiden.
Art. 1. De commissie tot wering van schoolverzuim te Leiden
is belast met de nakoming der haar bij wet of algemeenen
maatregel van bestuur opgelegde verplichtingen.
Art. 2. De vergaderingen der commissie worden gehouden
in een der lokalen van het Raadhuis.
De gewone vergaderingen worden gehouden op den eersten
en den derden Dinsdag van iedere maand en vangen aan des
avonds te negen uren precies. Voor deze vergaderingen geschiedt
geene oproeping.
Voor buitengewone vergaderingen worden de leden schriftelijk
opgeroepen en welspoedeischende gevallen uitgezonderd, ten
minste 2 X 24 uren te voren.
De leden, die op eene vergadering niet kunnen verschijnen,
zullen dit, zoo mogelijk, vooraf aan den Secretaris berichten.
Art. 3. Bij het ontstaan eener vacature in de commissie
geeft de Secretaris daarvan onmiddellijk kennis aan Burge
meester en Wethouders.
Art. 4. Ter vervanging van den Voorzitter en den Secre
taris bij ontstentenis of verhindering benoemt de commissie
uit haar midden een Vice-Voorzitter en een 2en Secretaris.
Voorzitter en Vice-Voorzitter, Secretaris en 2e Secretaris
treden telken jare af in de eerste vergadering der maand Maart.
Art. 5. De commissie kan alleen dan geldige besluiten nemen,
wanneer ten minste vijf leden tegenwoordig zijn.
Art. 6. De commissie besluit en benoemt met volstrekte
meerderheid van stemmen der aanwezige ledenover zaken
wordt mondeling, over personen schriftelijk gestemd met niet
onderteekende briefjes.
Staken de stemmen, dan beslist bij een mondelinge stemming
de door den voorzitter uitgebrachte stem.
Wanneer bij een stemming over personen niemand bij eerste
stemming de volstrekte meerderheid verkrijgt, dan wordt her
stemd tusschen de twee of meer personen, die de meeste
stemmen verkregen hebben.
Hij, die bij de herstemming het grootste aantal stemmen
verkrijgt, is gekozen. Staken in dat geval de stemmen, dan
beslist het lot.
Art. 7. Alle stukken, waarvan de commissie meent, dat zij niet
door middel van de posterijen besteld, maar uitgereikt be-
hooren te worden, worden ter secretarie der gemeente bezorgd,
waar voor de uitreiking wordt zorg gedragen.
Blijkt dit wegens onbekendheid dergenen, aan wie de stuk
ken gericht zijn, niet mogelijk, dan worden die stukken aan
den Secretaris der commissie teruggezonden.
De Secretaris der commissie teekent op ieder stuk, door hem
ter uitreiking op de gemeente-secretarie bezorgd, den datum
van de bezorging aan.
Art. 8. Alle bij de commissie inkomende stukken worden
door den Secretaris, in de orde waarin zij inkomen, van een
volgnummer voorzien. Hij schrijft dat nummer en den korten
inhoud van het stuk in een door hem geregeld bij te houden boek.
De ingekomen stukken worden bewaard in het archief der
commissie, dat door den Secretaris wordt beheerd.
Alle stukken, van de commissie uitgaande, worden door
den Secretaris eveneens van een volgnummer voorzien. Ook
dat nummer en de inhoud van het stuk, geheel of verkort,
al naar gelang het belang der zaak zulks vordert, worden door
hem in een tweede, geregeld bij te houden, boek ingeschreven.
Art. 9. De Secretaris houdt voorts twee gepagineerde regis
ters. Het eerste is bestemd tot het geregeld inschrijven van
iedere bemoeiing der commissie omtrent kinderen, die, leer
plichtig zijnde, geen lager onderwijs ontvangen; het tweede
is bestemd tot het geregeld inschrijven van iedere bemoeiing
der commissie omtrent kinderen, die leerplichtig zijnde en
lager onderwijs ontvangende, de school niet geregeld bezoeken.
Bij de eerste inmenging der commissie, een leerplichtig
kind betreffende, krijgt dat kind een hoofd in het op het
geval betrekking hebbende register. Onder dat hoofd worden
tevens geboekt de namen, voornamen, het beroep en de
woonplaats van de personen op wie ten opzichte van dat
kind de verplichtingen rustenbij de wet up de Leerplicht
opgelegd.