40 Het door eerstbedoelde Commissie uitgebracht proces-verbaal en het daartegen door een der eigenaren ingediend bezwaar schrift is in de leeskamer ter inzage van de leden van den Raad nedergelegd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 81. Leiden, 20 Maart 1001. Bij nevensgaand adres wordt U door N. Kret, alhier, een stratenplan ter goedkeuring aangeboden voor hem toebeboo- rende terreinen aan en bij de Gasthuislaan, kadastraal bekend onder Sectie K, Nis. 304 en 305 en Sectie A No. 1565, ge meente Leiden. Tegen de uitvoering van dat plan bestaan bij ons over wegende bezwaren. Terwijl toch krachtens het in de latere jaren door Uwe Vergadering gehuldigde beginsel bij den aanleg van nieuwe straten nimmer met eene geringere straat breedte dan van 10 Meter kan worden genoegen genomen, zijn in het thans aan uwe goedkeuring onderworpen plan twee straten ontworpen ter breedte van slechts ö1^ Meter. Hierom alleen reeds behoort dus de uitvoering van dit plan te worden verhinderd en uwe goedkeuring daaraan te worden onthouden. Onnoodig schijnt het ons intusschen nog verder te gaan en, zooals de Commissie van Fabricage voorstelt, het terrein uit hoofde van zijn ingesloten ligging ter bebouwing ongeschikt te verklaren. Daargelaten in hoeverre hier van een ingesloten ligging in den zin der Bouwverordening sprake kan zijn en dus onbebouwverklaring op dien grond mogelijk zou wezen (immers het betreft hier een volmaakt vrijrondom open terrein) zoo is zij toch geheel overbodig, waar reeds tegen het plan zelf, zooals het is ingediend, onoverkomelijke be zwaren bestaan. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging af wijzend te beschikken op het verzoek van N. Kret tot vast stelling van het door hem ingediend stratenplan voor het terrein sectie K, Nis. 304 en 305 en A No. 1565, gemeente Leiden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. EdelAchtbare Heeren. Geeft met verschuldigde eerbied te kennen, ondergeteekende, Nicolaas Kret, wonende Gasthuislaan No. 27, alhier, dat hij van plan is achttien woningen te bouwen op het terrein sectie K, N. 304—305, en op het terrein sectie A, N. 1565, gelegen aan en bij de Gasthuislaan, te Leiden, dat hij daar voor bij deze aan UEd.Achtb. een stratenplan aanbied. Om dit stratenplan te verkrijgen moet hij twee aan hem toebe- hoorende huizen en een schuur afbreken en 1200 M2 grond, eveneens aan hem toebehoorendeafstaan. Nu is adressant bereid deze drie perceelen af te breken, de straat voor zijn perceelen gelegen, te bestraten en te rioleeren, doch doet daarbij een beroep op den Raad der gemeente Leiden, om eenige restitutie, aangezien de kosten van afbreken der per ceelen voor adressant zeer belangrijk zijn, en de daardoor verkregen straten voor de gemeente van groot belang zijn. 't Welk doende. UwEd.Achtb. Dw. Dr., N. Kret. Leiden, 6 Februari 1901. No. 82. Leiden, 22 Maart 1901. Zooals ons door Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek werd medegedeeld, zal het overschot der exploitatie van de fabriek over het dienstjaar 1900, bij de begrooting voor dat jaar geraamd op 81853.51®, in ronde som bedragen 128000.— Voor een groot deel moet deze meerdere winst van ruim 46000,worden toegeschreven aan het grootere gasverbruik, dat over het jaar 1900, vergeleken met het vorige jaar, eene vermeerdering aanwijst van ruim 10°/o. Voorts hebben ook de hoogere verkoopprijzen van cokes, koolteer en ammoniac in niet geringe mate tot deze verhoo ging van den winst bijgedragen. Uit den aard der zaak echter is deze voor een deel ook het gevolg van de verhooging van den gasprijs met 0 005 per M3. over het tijdvak van 1 April tot 31 December 1.1., ingevolge uw besluit van 15 Februari van het vorige jaar. Dientengevolge toch heeft het verbruikte gas een bedrag van ruim ƒ19700.— meer opgebracht, dan anders het geval zou zijn geweest. Vandaar dan ook, dat commissarissen van oordeel zijn, dat het niet noodig is de verhooging van den gasprijs inge volge bovengenoemd Raadsbesluit tot den len April 1902 te handhaven, maar dat de prijs gevoegelijk met ingang van 1 April as. weder tot het vorige cijfer van 0.05perM3. kan worden teruggebracht. Ons geheel met het gevoel van commissarissen vereeni- gende geven wij Uwe Vergadering dus in overweging, met wijziging in zooverre van uw besluit van 15 Februari van het vorige jaar, de tijdelijke verhooging van den gasprijs met ƒ0.005 per M3.. in plaats van met 1 April 1902, reeds weder te doen eindigen op 1 April. a.s. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. v. Leiden. N°. 83. Leiden, 22 Maart 1901. Zooals Uwe Vergadering bekend is, is op het terrein van het alhier op te richten openbaar slachthuis ook eene veela ding ontworpen, waarheen vee en andere goederen langs den verbindingsweg van het station met de stedelijke gasfabriek met behulp van een nieuwe spoorverbinding, door de Holl. IJzeren Spoorweg Maatschappij kunnen worden aangevoerd en van waar zij ook weder kunnen worden verzonden. Ten einde de tot stand koming en de exploitatie van die spoorverbinding te verzekeren zijn door ons onderhande lingen gevoerd met den Raad van Administratie der Holl. IJzeren Spoorweg Maatschappij, welke tot het opmaken van de hierbij aan Uwe Vergadering overgelegde concept-acte hebben geleid. De in artikel 1 dier overeenkomst bedoelde kosten van het leggen van het spoor met aansluitingswissel, stopbalk en stootheuvel, op de teekening in rood aangeduid, worden be groot op ongeveer 500.— Wij geven Uwe Vergadering thans in overweging ons te machtigen tot het sluiten dezer overeenkomst tusschen de gemeente Leiden en de Holl. IJzeren Spoorweg Maatschappij over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Tusschen Burgemeester en Wethouders van Leidenten deze handelende ter uitvoering van het besluit van den Raad dezer Gemeente, ddvoor en in naam der Gemeente Leiden partij ter eener, en de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij, geves tigd te Amsterdam, vertegenwoordigd door haren Raad van Administratie, partij ter andere zijde, is ten opzichte van den aanleg, het onderhoud en het gebruik van eene spoor verbinding, uitgaande bij K.K 1.185 van den verbindings spoorweg naar de Stedelijke Gasfabriek te Leiden naar het Gemeentelijk slachthuis, op te richten op de perceelen, kadastraal bekend als Gemeente Leiden, Sectie K N°. 153,924,927, 1048 en 1049, overeengekomen hetgeen volgt: Artikel 1. De in den aanhef bedoelde spoorverbinding is met roode lijnen op gelen grond, op de bij deze overeenkomst behoo- rende en als zoodanig gewaarmerkte teekening aangegeven. De werken voor den onderbouw der spoorverbinding, ook voor zoover zij komen op de eigendommen van partij ter andere zijde, zullen door- en voor rekening van partij ter eener in overleg met, en ten genoege van partij ter andere zijde, worden gemaakt. De werken voor den bovenbouw van het verbindingsspoor met inbegrip van de werken tot beveiliging van dit spoor, ook voor zoover zij komen op de eigendommen van partij ter eener, zullen door partij ter andere zijde voor rekening van partij ter eener worden gemaakt. Partij ter eener ver bindt zich, binnen veertien dagen na aanvraag, aan partij ter andere zijde terug te betalen alle deswege in rekening gebrachte kosten (met uitzondering van de waarde der ver werkte spoor materialen), verhoogd met vijf ten honderd (5°/o) voor kosten van directie en toezicht. De verwerkte spoormaterialenzoowel op de eigendommen van partij ter eener als op die van partij ter andere zijde liggende, zijn en blijven eigendom van partij ter andere zijde en zullen voor den duur dezer overeenkomst ter beschikking worden gesteld ten dienste van de spoorverbinding. Artikel 2, Partij ter andere zijde verbindt zich alle werken van de spoorverbinding in voortdurend goeden toestand te onderhou den en voor de bediening en, zoo noodig, verlichting en be veiliging van het aansluitingswissel te zorgen. Partij ter eener verbindt zich, ter vergoeding van de door partij ter andere zijde in de vorige alinea op haar genomen verplichtingen, alsmede voor rente, huur en onderhoud van de in de laatste alinea van artikel 1 bedoelde spoormateria len, jaarlijks bij vooruitbetaling op 30 December, voor de eerste maal op den dag dat de spoorverbinding in gebruik

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 6