42
DONDERDAG 14 MAART 1901.
IV. Benoeming van twee leden van het Bestuur der Vereeni-
ging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen.
(Zie Ing. St. n°. 65).
Benoemd worden achtereenvolgens de heeren: Dr. A. W.
Kroon Jr., met algemeene stemmen, en W. C. Mulder, met 20
stemmen, terwijl 1 biljet in blanco is.
De Voorzitter. Ik dank de heeren voor hunne medewerking.
V. Verzoek van J. C. Thonus, om terugbetaling van school
geld, Middelbaar en Lager Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 44).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
gunstig op beschikt.
VI. Verzoek van N. G. Spaargaren, om vrijstelling van de
betaling van schoolgeld, llooger Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 68).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
gunstig op beschikt.
VII. Verzoek van J. M. van Baak, om vrijstelling van de
betaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 71).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
gunstig op beschikt.
VIII. Verzoek van M. de Vries, om vrijstelling van de be
taling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 72).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
gunstig op beschikt.
IX. Verzoek van Mej. M. F. W. Tonnet, om eervol ontslag
als leerares in het teekenen aan inrichtingen voor Middelbaar
en Lager Onderwijs.
(Zie Ing. St. n° 69).
De Voorzitter. Wanneer niemand hierover het woord ver
langt, dan stel ik voor het eervol ontslag te verleenen met
ingang van 1 September a. s. onder dankbetuiging voor de
bewezen diensten.
Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming be
sloten.
X. Staat van af- en overschrijving, dienst 1900, op de be
grooting der dienstdoende Schutterij.
(Zie Ing. St. no. 51).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
voorloopig vastgesteld.
XI. Staat van af- en overschrijving, dienst 1900, van het
Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen-en Vrouwenhuis.
(Zie Ing. St. n°. 52).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
XII. Rekening, dienst 1900, van de Plaatselijke Schoolcom
missie.
(Zie Ing. St. n°. 55).
(De heeren de Goeje, Pera en van Hamel verlaten tijdelijk
de vergadering).
De rekening wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
(De heeren de Goeje, Pera en van Hamel keeren in de ver
gadering terug).
De Voorzitter. Ik kan den heeren meedeelendat de reke
ning is goedgekeurd.
XIII. Verzoek van A. Raar, om continuatie van de huur
van het perceel Lokhorststraat 22.
(Zie Ing. St. n°. 60).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
gunstig op beschikt.
XIV. Voorstel tot aanvaarding van een door wijlen Mr. Ch.
M. Dozy aan de gemeente vermaakt legaat.
(Zie Ing. St. n°. 50 en 59).
Wordt zonder beraadslaging bij acclamatie aangenomen.
XV. Voorstel tot het onttrekken aan den openbaren dienst
van terreinen aan de Lammermarkt, de le Binnenvestgracht,
de Nieuwe Beestenmarkt en de Boommarkt en verpachting
dier terreinen ten behoeve van standplaatsen op de kermis.
(Zie Ing. St. n°. '67).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
dienovereenkomstig besloten.
XVI. Rapport der raadscommissie in zake de onbewoonbaar
verklaring van de perceelen Paradijshof nummers 13, 14, 15
en 16 en Pektonpoort nummers 1, 2 en 3.
(Zie Ing. St. n°. 56).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
dienovereenkomstig besloten.
XVII. Voorstel betreffende de regeling der periodieke aftre
ding van de in Juni te kiezen vier nieuwe raadsleden.
(Zie Ing. St. n°. 49).
De heer nE Lange. M. d. V. Aangaande dit punt zou ik
gaarne eene inlichting van U hebben.
De zaak wordt door mij zoo begrependit jaar zullen af
treden 9 leden en er worden bij benoemd 4 leden, dus dit
jaar worden benoemd 13 leden van den Raad, van wie zullen
worden benoemd in het le district 4, in het 2e district 5 en
in het 3e district 4. Nu stellen Burg. en Weth. voor om de
aftreding te doen plaats hebben: voor het ééne lid, dat er
bij komt in district I, in 1903, voor de twee leden, die er
bij komen in het 2e district 1 in 1903 en 1 in 1905, en
voor het ééne lid, dat er bij komt in district III, in 1907.
Nu zegt de gemeentewet: »de Gemeenteraad bepaalt bij het
lot tot welke aftreding de nieuw benoemden zullen behooren."
Vat ik het nu goed op, dat b. v. in het 2e district dit jaar
zullen worden benoemd 5 Raadsleden en dat na de verkiezing
uit die 5 leden zal worden geloot wie van hen zullen zitting
hebben 6 jaren, 4 jaren of 2 jaren?
De Voorzitter. Dat heeft ook bij ons een punt van over
weging uitgemaakt, want zoo heel duidelijk is dat uit de wet
niet op te maken. Eene oplossing zou mogelijk kunnen wezen,
dat bij de verkiezingen van dezen zomer b v. in het 2e dis-
strict twee bussen zullen staanéén voor de stemming van
de leden, die periodiek zullen aftreden in 1907, en verder
eene tweede bus voor de twee nieuw te benoemen leden
tengevolge van de volkstelling, omdat de wet zegt, dat uit de
nieuw benoemde leden moet worden geloot in welk jaar zij
zullen aftreden. In het 3e district is niet te loten, want die
leden zullen allen aftreden in 1907. En in het le district is
alleen dan loting noodig, wanneer men meent dat uit alle
vier moet worden getrokkenmaar dat is nog eene vraag. Ik
weet het nog niet, er is voor het een wat te zeggen en voor
het ander.
Men zou ook dit kunnen doen, dat alle biljetten in ieder
district in één bus gaan, en dat later, wanneer de benoemden
zijn aangewezen, uit die 4, 5 en 4 leden wordt geloot wan
neer zij aftreden. Maar het andere is ook mogelijk; dat is
eene vraag waaromtrent ik meen dat wij ons zullen moeten
wenden tot Gedeputeerde Staten of den Minister, om te
vragen hoe men het moet doen. Het komt op hetzelfde neer;
als wij maar weten hoe het overal elders zal moeten geschieden
De heer de Lange. In zekeren zin, M. d. V., is het mij
aangenaam dat het voor U ook nog eene vraag is; dat geeft
mij meer gerustheid, dat ik de vraag heb mogen doen. Maar
ik dacht, juist omdat de wet loting voorschrijft, dat het moeilijk
zou zijn deze regeling vast te stellen, omdat die op de loting
eenigszins vooruitloopt. In het le en 3e district, waar maar
één nieuw lid bijkomt, zou de loting niet meer noodig zijn,
als de stemming plaats heeft op de wijze zooals u daareven
aangaf, n. 1. in eene aparte buswant dan zou nu vastgesteld
zijndat in het le district het nieuwe lid aftreedt in 1903,
en in het 3e district in 1907op deze wijze valt de loting
vanzelf weg. Daarom is bij mij de vraag opgekomen, of wij
deze regeling nu wel maken kunnen.
De Voorzitter. Deze regeling moet worden gemaakt, want
zij moet door Gedeputeerde Staten worden vastgesteld. Loting
is niet mogelijk, wanneer maar over één mensch te loten is.
Maar het kan op twee manieren gebeuren. Men kan alle bil
jetten voor de stemming van de leden in het le district b. v.
doen in een bus, en dan moet worden geloot uit alle vier
wie aftreedt in 1903 en wie in 1907. Maar waar wij eenigs
zins in twijfel kunnen trekken, of de «nieuw benoemde leden"
zijn allen of alleen die er bij komen als gevolg van de uit
komst der volkstelling, daar geloof ik, dat het 't best is ons
te wenden tot den Minister of tot Gedeputeerde Staten. Maar
deze regeling, die nu aanhangig is moeten wij afdoen over
eenkomstig de wet.
De heer de Lange. Dank u, M. d. V.
Het voorstel wordt daarop zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
XVIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de
herstelling van het perceel Aalmarkt 5.
(Zie Ing. St. n°. 45 en 63).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.