GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
29
IKCiEKOHEN STUKKE».
N°. 59. Leiden, 26 Februari, 1901.
De Commissie van Financienevenals Burgemeester en
Wethouders, hoogelijk waardeerende het bewijs van belang
stelling, door wijlen Mr. C. M. Dozy bij zijne uiterste wils
beschikking tegenover onze gemeente gegeven, adviseert U
de voordracht van Burg. en Weth. van 15 Februari j. 1. (Ing.
Stukken n°. 50) aan te nemen en dus te besluiten tot aan
vaarding van het aan de gemeente vermaakte legaat,
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 60. Leiden, 27 Februari 1901.
Krachtens Raadsbesluit van 28 April 1898 werd het perceel
Lokhorststraat 22 ondershands verhuurd aan A. Raar, meu
belmaker alhier, nadat de heer J. M. van der Reijden, parti
culier alhier, zich voor de stipte betaling der huurpenningen
had borg gesteld. Thans wenscht A. Raar deze huur, welke
den 30en April a. s. expireert, weder op de bestaande con
dities te continueeren, onder mededeeling evenwel, dat de
heer van der Reijden niet weder bereid is als borg voor hem
op te treden.
Ons schijnt dit geen overwegend bezwaar. De huurder is
tijdens den duur van het thans ten einde loopende contract
nimmer in gebreke gebleven het door hem verschuldigde
prompt en op tijd te betalen. Bovendien kan in het contract
de bepaling worden opgenomen, dat de huurder op eerste
aanzegging onzerzijds verplicht zal zijn binnen een door ons
te bepalen termijn tot het stellen van een nieuwen borg over
te gaan.
Op grond van een en ander geven wij U in overweging
het perceel Lokhorststraat 22 met ingang van 1 Mei 1901
wederom voor den tijd van 3 jaren te verhuren aan A. Raar,
meubelmaker alhier, tegen een huurprijs van 208.per
jaar en voorts onder de bestaande voorwaarden, nader met
de boven aangegeven bepaling aangevuld.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N". 61. Leiden, 27 Februari 1901. -
Door de Commissie van Fabricage werd ons, blijkens haar
in de Leeskamer ter inzage liggend rapport, de wensch te
kennen gegeven wel te willen bevorderen, dat aan den opzich
ter de Ridder en aan den teekenaar Splinter gratificaties werden
toegekend resp. ten bedrage van 60.en van ƒ25.wegens
het tijdelijk waarnemen door den eerstgenoemde van de be
trekking van hoofdopzichter en door den laatste van die van
opzichter, tijdens het bestaan der vacature van hoofdopzichter
ten gevolge van het aan den heer Komen verleend eervol
ontslag.
Aangezien beiden gedurende dien tijd uit den aard der zaak
buitengewone diensten hebben gepraesteerd en zich tot de
volle tevredenheid van den Directeur van Gemeentewerken
van die waarneming hebben gekweten, acht de commissie
het alleszins billijk, dat aan hen ook eene buitengewone be
looning wordt toegekend.
Hoewel ons college zich niet geheel met het in deze door
de commissie ingenomen standpunt kan vereenigen en aller
minst een voorstander is van het stelsel, dat aan ambtenaren,
wegens elke uit den aard hunner betrekking voortvloeiende
vermeerdering van werkzaamheden ook aanstonds een extra
belooning moet worden toegekend, en onder opmerking dat
de door de commissie in haar rapport aangehaalde voorbeelden
zeer zeker niet met het onderhavige geval op ééne lijn kunnen
worden gesteld, bestaat er echter bij ons geen overwegend
bezwaar om aan den door haar uitgesproken wensch te
gemoet te komen.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten tot het
toekennen van gratificaties resp. van 60.— en 25 aan
den opzichter de Ridder en aan den teekenaar Splinter wegens
door hen tijdens de vacature van hoofdopzichter gedurende
ruim een maand gepraesteerde buitengewone diensten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 62. Leiden, 27 Februari 1901.
Bij een nadere lezing van ons onder n°. 42 der Ingekomen
Stukken opgenomen praeadvies bleek ons, dat de laatste zin
snede daarvan aanleiding zou kunnen geven tot misverstand.
Uit den aaru der zaak toch zullen ook de voor den aan
koop van het bewuste perceel aan de Westvolmolensteeg be-
noodigde gelden uit de gemeentekas moeten worden voldaan
en uit geldleening moeten worden gevonden. Het is evenwel
de bedoeling, dat ook deze gelden weder door de fabriek aan
de gemeente zullen worden gerestitueerd, op dezelfde wijze
als dit met de aanvullingen van het uitbreidings- en vernieu
wingsfonds het geval is, en in dien zin dus uit de fondsen
der gasfabriek zullen worden gekweten.
Aangezien nu de koopprijs met inbegrip der kosten zal
bedragen ƒ4042.geven wij Uwe Vergadering alsnog in over
weging:
'1°. over te gaan tot de vaststelling van den hierbij overge-
legden suppletoiren begrootingsstaat, ten bedrage in ontvang
en uitgaaf van 4042.
2°. te bepalen dat door de gasfabriek van het sub 1°. ge
noemde kapitaal een rente van 5% 'sjaars aan de gemeente
worde betaald en jaarlijks 5% worde bestemd tot aflossing
van schuld of kapitaaldelging, aan te vangen met het jaar 1902.
Tevens maken wij van deze gelegenheid gebruik om er op
te wijzen, dat in de vijfde zinsnede van het voorstel van
commissarissen der gasfabriek betreffende den bouw van een
zuiverhuis een drukfout is geslopen. De jaarlijksche gaspro
ductie is nl. sinds de laatste uitbreiding der drooge zuivering
niet met 5 maar met 50 toegenomen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 63. Leiden, den 27 Februari 1901.
De commissie van financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen dat er bij haar geene bedenkingen bestaan
tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
beschikbaarstelling van gelden voor het doen van herstel
lingen aan het perceel Aalmarkt 5.
Zij geeft U derhalve in overweging tot vaststelling van
den overgelegden staat van af- en overschrijving ad f 215.
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 64. Leiden, 23 Februari 1901.
Voldoende aan het bepaalde bij art. 5 der Statuten heeft
het Bestuur van de "Vereeniging »de Practische Ambachtschool"
alhier, de eer den Raad der Gemeente Leiden mede te deelen,
dat in de algemeene ledenvergadering gehouden op 21 Febru
ari 1.1. ter vervanging van den heer J. van Dam, niet herkies
baar, het volgende dubbeltal is opgemaakt:
1». J. ROEM.
2". J. HERFST Jzn.
De Raad wordt beleefd uitgenoodigd uit dit dubbeltal eene
keuze te doen.
Het Bestuur der Vereeniging voornoemd
J. A. van Dijk, Voorzitter.
G. van Driel, Secretaris.
N° 65. Leiden, 27 Februari 1901.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Namens het bestuur der Vereeniging tot bevordering van
den bouw van werkmanswoningen heb ik de eer U te be
richten, dat ter voldoening aan artikel 10 der Statuten van
deze Vereeniging en met het oog op het aftreden van twee
door Uw College benoemde leden van het bestuur, t.w. de
heeren Dr. A. W. Kroon en W. C. Mulder, door het bestuur
van gemelde Vereeniging aan Uw College worden aangeboden
de navolgende aanbevelingslijsten:
1°. de heeren Dr. A. W. KROON en Mr. H. L. DRUCKER.
2°. de heeren W. C. MULDER en H. PAUL.
Namens het Bestuur voornoemd
P. A. Tichelaar, Secretaris.