DONDERDAG 31
JANUARI 1901.
43
4° dat het bewuste stukje grond voor de Yennootschap en
de industrie die zij beoefent onontbeerlijk is, aangezien zij
zonder dat niet de gewenschte en noodzakelijke uitbreiding
kan verkrijgen;
'2° dat zij zich daarom gaarne eenige opoffering wil getroosten
en meent dit te kunnen doen op eene wijze, die de belangen
van het scheepvaartverkeer in het Gangetje zeer ten goede
zal komen.
Redenen waarom zij U bij dezen voorstelt aan haar in
eigendom of erfpacht af te staan: a de driehoek in de vorige
aanvraag bedoeld, ter groote van 1.90 M2., b de driehoek
met roode lijnen aangehaald, op bijgaande teekening aange
duid door de letters ab.h., ter groote van 0.7 M2., waartegen
de Vennootschap zich verbindt aan de gemeente Leiden in
eigendom af te staan de grond, ingesloten door de metroode
lijnen aangehaalde driehoeken:
1 b c g ter groote van 0.85 M1.
2 dei» 2.50
3 c g i y> 0.80
samen 4.15 M2.
Zoodat dit voor de Gemeente een voordeel oplevert van
4.55 M2. en wel juist daar Ier plaatse, waar dit voor de scheep
vaart in en door het Gangetje van het meeste belang is.
Verder is de Vennootschap bereid het ter plaatse bestaande
remmingwerk voor hare rekening te verplaatsen, zoodat uit
de voorgestelde transactie voor de Gemeente Leiden geenerlei
onkosten voortvloeien.
Vertrouwende dat dit voorstel een gunstig onthaal bij U
zal vindenook in het belang van eene jonge en opkomende
industrie, die reeds thans aan ruim 90 personen werk ver
schaft, teeken ik
Veor de Naamlooze Vennootschap: Biscuitfabriek Nutrix,
J. H. G. van der Weide,
le Directeur.
De Voorzitter. Nu verzoek ik voorlezing van het advies
van de Commissie van Fabricage.
Het advies luidt aldus:
Leiden, 31 Januari 4901.
Naar aanleiding van het ongunstig praeadvies op het door
de Vennootschap: van der Weide, Helder C°. gedaan ver
zoek om afstand van een gedeelte van den Nieuwen Rijn,
groot 1,9 M1, achter de fabriek, is door de Naamlooze Vennoot
schap: Biscuitfabriek Nutrix, welke thans eigenares is van die
fabriek, een nieuw adres ingediend, waarbij zij te kennen geeft
het bedoelde gedeelte van den Nieuwen Rijn dringend noodig
te hebben, om de fabriek uit te breiden.
Adressante verklaart zich tevens bereid om, wanneer haar
dit gedeelte, alsmede een op de teekening door de letters a b h
aangeduid gedeelte, groot 0.70 M2. wordt afgestaan, aan de
Gemeente af te staan een gedeelte van haar eigendom, aan
den hoek van het Gangetje, groot 4.15 M2., waarmede zij het
Gangetje zal verbreeden.
liet wil ons voorkomen, dat, wanneer aldus eene belangrijke
verbetering in het vaarwater gebracht wordt tegen afstand
van het oorspronkelijk gevraagde deel, groot 1.90 M2., en het
ter afronding van het terrein thans gevraagde gedeelte a bh,
groot 0.70 M2., geen bezwaar bestaat.
Wij vestigen er voorts Uwe aandacht op, dat adressante
alle kostenverbonden aan de verbreeding van het Gangetje
en het verplaatsen van het remmingwerk voor hare rekening
neemt.
Wij adviseeren U derhalve om naar aanleiding van het
thans ingediende adres voor te stellen het verzoek in te willigen
tot afstand van de gevraagde gedeelten, onder de bedoelde
voorwaarden.
De Commissie van Fabricage,
M. C. Dekiiuyzen,
Voorzitter.
H. H. Cornelissen,
Secretaris.
Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden.
De Voorzitter. Wij zouden eigenlijk moeten voorstellen,
waar van een publiek vaarwater een gedeelte in eigendom
wordt afgestaan, dat deel aan den publieken dienst te ont
trekken. flet is hier echter de vraag, of dit niet meer kan
worden begrepen onder rooiing, dan wel als overdracht van
eigendom. Bestaat er eenig bezwaar tegen om dit onder
rooiing te begrijpen? Anders zouden wij, wanneer de Raad
met het verzoek meegaat, dit gedeelte aan den publieken
dienst dienen te onttrekken.
De heer Drucker. Het is eene kleine moeite.
De Voorzitter. Het is een zeer kleine moeite, en het kost
geen geld ook.
De heer van Riiijn. Mag ik even vragen of Rijnland in
deze zaak al gekend is.
De Voorzitter. Ja, al vroeger; ik geloof niet, dat bij Rijn
land hiertegen bezwaar bestaat, dat zelfs geen bezwaar had
tegen inwilliging van het vorige verzoek, dus zeker ook hier
tegen niet. Rijnland ziet verbreeding van het vaarwater altijd
met genoegen.
Zijn de heeren er voor, dat het gedeelte aan den publieken
dienst wordt onttrokken voor zoover de- eigendom daarvan
wordt afgestaan
Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten en het
verzoek eveneens zonder hoofdelijke stemming toegestaan.
X V. Voorstel betreffende de verdeeling der gemeente in kies
districten.
(Zie Ing. St. n°. 27).
Het voorstel wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming aangenomen.
XVI. Vaststelling van de volgende verordeningen:
a. Verordening, regelende de samenstelling en den werk
kring der Commissie van Fabricage;
(Zie Ing. St. n°. 25 en 34).
De heer Fockema Andre.®. De Commissie voor de Huis
houdelijke Verordeningen heeft de wijzigingen overwogen,
die door Burg. en Weth. zijn voorgesteld, acht deze verbeteringen
en neemt ze dus over.
De Voorzitter. Nu zullen naar aanleiding van de voorstellen
van Burg. en Weth., die door de Commissie voor de Huis
houdelijke Verordeningen zijn overgenomen, eenige wijzigingen
in de verordeningen moeten worden aangebracht, die de leden
gedrukt voor zien hebben.
De Titel zal dus nu luidenVerordening regelende de
samenstelling en den werkkring der Commissie van Fabricage.
Aan art. 1 wordt dus als 2e al. toegevoegd art. 4 der
Algemeene Bepalingen van de Verordening van 4852, luidende
als volgt:
y>Bij het ontstaan eener vacature wordt door den Raad zoo
spoedig mogelijk daarin voorzien.
Jaarlijks in de maand September treden de leden afzij
zijn dadelijk weder verkiesbaar."
Dan worden als artt. 2 en 3 opgenomen de artt. 4 en 2
van de Algemeene Bepalingen der Verordening van 1852, als
volgt luidende:
Art 2. De Commissie maakt voor zich zoodanige bepalin
gen van orde en bestuur harer vergaderingen en verrichtingen
als meest dienstig zijn voor de behandeling van haar opge
dragen zaken.
Art. 3. De besluiten der commissie worden bij volstrekte
meerderheid van stemmen genomen. Ingeval zoodanig verschil
tusschen de leden mocht bestaandat het nemen van een be
sluit bij volstrekte meerderheid onmogelijk is, wordt daarvan
bericht gezonden aan wie zulks behoort, hetzij aan den Raad,
hetzij dan Rurg. en Weth. met opgave der verschillende ad
viezen zonder vermelding van de namen der leden, die ze
hebben uitgebracht"
Art. 4 wordt, voor zooveel noodig gewijzigd, de bepaling
der verordening van 2 Juli 4894 (Gem. BI. n°. 4), luidende:
y> Indien de commissie tegelijk met andere commissiën geroe
pen wordt over eenzelfde voorstel den Raad van advies te
dienenbrengt elk harer een zelfstandig rapport uit, tenzij de
Raad vooraf machtiging geve om haar gevoelen in een gemeen
schappelijk rapport uit te drukken.
Gemeenschappelijke rapporten of voorstellen van Burg. en
Weth. en een of meer vaste commissiën zijn mede slechts toe
gelaten op de voorwaarde in de eerste zinsnede vermeld.
Art. 2 der concept-verordening wordt dan nu art. 5 en art.
3 der concept-verordening nu art. G, enz. In laatst genoemd
artikel stellen Burg. en Weth. voor littera e te lezen: e. het
onderzoek of de voorwaarden, waarop deze werken en leve-
rantiën zijn aangenomen, behoorlijk in acht ivorden of zijn
genomen.
Ook is nog aan art. 4 van het conceptnu art. 7, als eerste
alinea toegevoegd:
y>Zij doet aan Rurg. en Weth. al zoodanige voorstellen, als
zij in het belang der lot haren iverkkring behoorende zaken
noodig acht".
Al deze artt. worden, aldus gewijzigd, achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over de 3e alinea van art. 4 van het concept,
nu art. 7, welke door Burg. en Weth. voorgesteld wordt te
lezen
y>Zij dient Burg. en Weth. van advies omtrent de fabricage-
begrooting voor het volgende dienstjaar, en doet dit advies
vergezeld gaan van een opgave van de door haar bovendien
noodig geachte herstellingen en werken, en van een raming
van de kosten dier herstellingen en werken."