DONDERDAG 31
JANUARI 1001.
11
De neer den Houter. Zoudt u dan meenen, dat de Raad
inet deze verordening in de hand behalve de zes stadsgenees-
heeren er nog een willekeurig aantal andere ambtenaren in
kan schuiven? De geheele moeilijkheid zou worden voorkomen
door een overgangsbepaling. Ik begrijp wel wat bedoeld wordt,
de toelichting is goed, ik zal zelf de benoeming toejuichen,
maar zij is niet in overeenstemming met de verordening.
De Voorzitter. Zoolang de heer Longepée leeft, blijft hij
heelkundige van de gemeente, hoewel wij eigenlijk geen
aparte heelkundigen willen hebben. Het kost de gemeente
geen cent, want de heer Longepée en de nieuwbenoemde
doen het samen.
De heer den Houter Ik zou gaarne zien, dat de Raad nu
tijdelijk in de vacature voorzag door den candidaat te benoe
men voor korten tijd, en dat dan de verordening, hangende
die tijdelijke benoeming, gewijzigd wordt.
De Voorzitter. Ik stel voor, over te gaan tot het benoemen
van een stadsgeneesheer. Verlangt iemand hierover hoofdelijke
stemming?
Daar niemand hoofdelijke stemming verlangt, wordt tot de
benoeming overgegaan.
De heer A. Kist wordt benoemd met 20 stemmen; 2 bil
jetten zijn in blanco.
III. Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend
lid der Commissie van aanslag voor de belasting op bedrijfs-
en andere inkomsten.
(Zie Ing. St. n°. 28).
Achtereenvolgens worden benoemd: de heer J. de Lange,
met 20 stemmen1 stem is uitgebracht op den heer Creyghton,
terwijl 1 biljet in blanco is.
de heer J. P. Creyghton met algemeene (22) stemmen.
IV. Voorstel tot vaste aanstelling van Dr. G, M. Rutten als
leeraar in de scheikunde aan het Gymnasium en de Hoogere
Burgerschool voor jongens.
(Zie Ing. St. n°. 22).
Dit voorstel wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Dr. G. M. Rutten wordt met algemeene stemmen benoemd.
De Voorzitter. Ik dank de heeren voor hunne medewerking.
V. Verzoek van Mej. P. W. van Amerom, om eervol ontslag
als le onderwijzeres aan de Meisjesschool 2e klasse.
(Zie Ing. St. n°. 18).
Het ontslag wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming verleend.
VI. Verzoek van J. C. van der Kam, om terugbetaling van
schoolgeld, Lager Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 23).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig
op beschikt.
VII. Verzoek van F. van der Kloot, om continuatie van de
huur van het perceel Lokhorststraat 20.
(Zie Ing. St. n°. 17).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig
op beschikt
VIII. Voorstel tot regeling op de begrooting dienst 1900,
van de kosten van de gehouden 8e algemeene tienjarige volks
telling.
(Zie Ing. St. n°. 16 en 33).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
IX. Verzoek van J. H. Kray, om vergunning tot het gebruik
van een kleedkamer der Gymnastiekschool aan de Pieterskerk
gracht ten behoeve van de Leidsche Stenografenvereeniging.
(Zie Ing. St. n° 21).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig
op beschikt.
X. Verzoek van C. A. Simonis, om ontbinding van de huur
van een perceel gemeentegrond in de 2e Haverstraat.
(Zie Ing. St. no. 19).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig
op beschikt.
XI. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het
aanbrengen van verbeteringen in de Stads-Gehoorzaal.
(Zie Ing. St. n°. 20 en 33).
De heer Fockema Andre jï. M. d. V., ik zal tegen dit voor
stel stemmen, en wel hierom, dat ik mij niet kan vereenigen
met de wijze, waarop deze zaak aanhangig is gemaakt, of
liever aan het rollen is gebracht. Het komt mij voor, dat de
Maatschappij voor Toonkunst zeer dankbaar moet zijn, dat de
gemeente heeft gebouwd een zaal, waaraan zij en meer
anderen, maar o. a. ook zij groote behoefte had. En dat
nu die Maatschappij, die in den regel daar drie concerteu
geeft in het jaar, komt aandringen op het maken van ver
beteringen, die zij speciaal noodig heeft: eene verandering
van het podium, het verven van het orkest en het behangen
van de receptie-kamers, dat gaat naar het mij voorkomt te
ver. En om aan die meening, dat dat te ver gaat, uitdruk
king te geven, wil ik stemmen tegen dit voorstel. Het komt
mij voor, dat heel wat gepaster is gehandeld door de Afd.
van de Maatsch. tot bevordering van Toonkunst, toen deze ook
een ander podium noodig had dan de gemeente had gebouwd
voor het algemeen gebruik in de Gehoorzaal. Zij heeft dat op
eigen kosten gemaakt en laat het ook op eigen kosten op
bouwen, wanneer daar de uitvoeringen, waarvoor het noodig
is, worden gegeven
De Voorzitter. Al langen tijd geleden heeft de Maatsch.
voor Toonkunst aanmerking gemaakt op de inrichting van
de Gehoorzaal; o. a. deze, dat er niet was een telefoon, waar
aan Burg. en Weth. dadelijk zijn tegemoet gekomen, omdat
naar hun oordeel en ook naar het oordeel der Commissie van
Fabricage daar een telefoon noodig is; er komen zooveel ge
zelschappen en ingezetenen van allerlei aard bijeen, dat het
noodig kan zijn, dat van de telefoon gebruik kan worden
gemaakt, b. v. een dokter wordt geroepen uit een concert.
Dat is dus, geloof ik, ook een belang van de Gehoorzaal zelf.
Wat nu betreft het podium, ik heb er zelf niet veel ver
stand van, maar ik heb gehoord, dat het slecht was, dat het
werkelijk verbetering behoefde, dat het niet goed was; en ik
meen, dat dit ook is de meening van de Commissie van Fa
bricage. Zoo is dat met het behangen van die kamers ook het
geval; wij meenden, hoewel de eischen, die gesteld waren
door de Maatschappij voor Toonkunst, dezerzijds aanzienlijk
zijn beperkt, dat dat toch in het belang van de geheele zaak
was niet alleen voor de Maatsch. voor Toonkunst, maar ook
voor andere inrichtingen, die daar optreden, zoodat wij daar
tegen geen bezwaar hadden. Maar heel gauw toegegeven aan
het verlangen der Maatsch. voor Toonkunst is er niet, dat
weet ik wel; maar eindelijk, toen ook de Commissie van
Fabricage oordeelde, dat herstellingen noodig waren, toen zijn
wij gezwicht.
De heer de Lange. U hebt terecht gezegd, M. d. V., dat
niet gauw toegegeven is aan de wenschen der Maatschappij
voor Toonkunst. De Maatschappij heeft een verlanglijst van
verbeteringen gezonden, waarvan de kosten werden begroot
op f 1200.— a 1300.waarvan door de Commissie van
Fabricage p. m. 700.is geschrapt. Het verven en behangen
zijn zaken, die alleszins noodig zijn, ook al zou de Maatschappij
dat niet verzocht hebben; maar voor het podium, M. d. V.,
daarvoor hebt u de verantwoording wel wat te veel gelegd,
althans wat mij betreft, op de Commissie van Fabricage. Ik
verzeker U, dat ik niet weet, dat het slecht is; wel weet ik,
dat de verandering niet wordt gevraagdomdat het bouwvallig
ismaar de Maatschappij heeft gezegd: de inrichting deugt
niet; en dat hebben wij geloofd ik voor mij kan over de
al- of niet doelmatige inrichting van een podium niet oor-
deelen.
De Voorzitter. Hoewel ik uwe mondelinge mededeeling
steeds geloof en geheel vertrouw, kan ik alleen oordeelen op
de stukken, die wij van de Commissie van Fabricage gekregen
hebben
De heer De Lange. Er staat niet in het rapport, dat het
podium bouwvallig is.
De Voorzitter. Ik heb dat gehoord van den heer Hassel-
bach. Er staat op de lijst van de C. v. Fabr.; het uitbouwen
van het podium met twee aan te brengen trappen; maar ik
meen van den heer Hasselbach gehoord te hebbendat het
podium slecht was.
Den heer Hasselbach. Ik heb niet gezegd dat het slecht
was, maar ik heb gezegd dat als men de zaal ziet in haar
geheel en men ziet het kwistige en sierlijke plafond en het
mooie schilderwerk met goud afgezet en men ziet dan naar
het podium, dan is dat niet in verhouding met de geheele
zaal. De zaal is zeer mooimaar keert men zich naar het
podiumdan krijgt men een treurigen indruk en zegtdat
is niet klaardaar had men zeker geen geld meer voor. Men
moet door een dievendeurtje opkomen en als er een spreker
is, is men bang dat die in de zaal zal .tuimelen Zoodat de
aanvrage om voor het podium afsluiting met bordes alleszins
gerechtvaardigd is