10 DONDERDAG 31 JANUARI 1901. noodig is de resultaten van ons onderzoek daaromtrent eerst in geheime zitting te bespreken; wij zullen daarom de stukken, die reeds verscheidene weken Der visie hebben gelegen, nog eens ter lezing leggen en den leden verzoeken ze nogmaals vooraf in te zien. De Voorzitter. Alvorens nu met de behandeling van de agenda aan te vangenwensch ik aan den Raad machtiging te vragen, om bij gelegenheid van het huwelijk van de Koningin aam H. M. namens den Gemeenteraad hulde te brengen op de eene of andere wijze. Daartoe wordt zonder beraadslaging bij acclamatie besloten. De Voorzitter. Dan zou ik nu in verband daarmede eerst aan de orde willen stellen het voorstel, afgedrukt onder n°. 34. Maar ik moet daarbij eene mededeeling doen, die niet geheel van aangenamen aard is. Wij hadden gedachtdat het resultaat van de oproeping zou zijn geweest, dat een 1900, 1200, 1300, 1400 menschen zouden opkomen; maar het zijn niet minder dan 2200 gezinnen, die zich hebben aangemeld, om aan die uitdeeling mee te doen. Nu zullen de heoren begrijpen, dat het, eenmaal daar mede begonnen, heel moeilijk is om dat halverwege te laten staan; dan verwekt men ontevredenheid. Het kan wel zijn, dat er personen bij zijndie minder in de termen vallen om voor die uitdeeling in aanmerking te komen; maar er zou een uitvoerig onderzoek moeten voorafgaan, om dat na te gaan. De commissie is daarom van oordeel, dat het beter is de menschen aan die uitdeeling te laten meedoen. Het gevolg daarvan zal echter wezendat wij niet noodig hebben een crediet van f 2000 maar van f 3000.Ik stel den Raad voor ons dat crediet te verleenenhet spreekt vanzeltdat wat niet noodig blijkt te zijn, ook niet wordt uitgegeven. De heer Drucker. Ik zou alleen dit willen vragen, M. d. V. of nu iedereendie zich gisterenavond heeft aangemeld zonder nader onderzoek op de lijst zal worden opgenomen? De Voorzitter. Gisterenavond is een summier onderzoek ingesteld, waarbij zooveel mogelijk een en ander is nagezien met medewerking van alle Armbesturen, Diaconiën en meer personen, die gecenseerd kunnen worden, meer dan anderen op de hoogte te zijn van de gegoedheid van de gezinnen. Tengevolge daarvan zijn eenigen weggezonden, omdat zij naar het oordeel der verschillende commissiën, die daar zitting hadden hetgeen van halfzeven tot ver over twaalf uur heeft geduurd niet voor eene uitdeeling in de termen vielen. Maar wanneer wij dat nauwkeurig willen onderzoeken, dan zal daarvoor zeker veertien dagen noodig zijn: en ik geloof niet, dat dit wenschelijk is. Wat de bedeelden betreft is alles in orde; van hen zijn over de 1600 gezinnen ingeschreven in een register met alphabet, hetgeen een zeer groot werk is. Hierbij komen nu met uitzondering van diegenen, die volgens het oordeel der commissie niet in aanmerking kwamen, alle niet-bedeelden, die zich heb ben laten inschrijven. Van de ingeschrevenen moet nu worden nagezien, of er geen bedeelden onder zijn, voor wie reeds is gezorgd; en ook, of het opgegeven aantal kinderen klopt met het bevolkingsregister. De heer Drucker. Ik dank U zeer voor uwe inlichting. Het was mij alleen er om te doen uitdrukkelijk te constateeren, het geen trouwens haast van zelf spreektdat er geen nauwkeurig onderzoek wordt ingesteld. Dit is van belang, omdat misschien te eeniger tijd door pessimisten uit dat cijfer van 2200 een conclusie zou kunnen worden getrokken, die niet gewettigd zou zijn. De heer Zillesen. Ik wenschte te weten, waarin de be deeling bestaat en of deze ponds ponds-gewijze zal plaats hebben naar gelang van de grootte van het gezin. De Voorzitter. Er zijn vier categoriën; één persoon, vol wassen man of vrouw, krijgt Liter boonen, '/a pond spek, H.L. steenkolen en 50 turven. Is het gezin grooter, dan stijgt dit, tot een maximum van 4 Liter boonen1 kilo spek, 1 H.L. kolen en 100 turven. De schifting is zeer nauwkeurig geschied. De heerBEGoEJE. Is er voor gezorgd, dat die bons persoonlijk zijn, zoodat zij niet het voorwerp van handel kunnen worden? De Voorzitter. Persoonlijk kunnen die niet op naam ge steld wordendit zou toch weinig baten, want dan zou ieder een bewijs van identiteit bij zich moeten hebben. Maar er is zooveel mogelijk voor gezorgd. De diaconieën hebben zich beschikbaar gesteld tot het in ontvangst nemen van de levens middelen. De leveranciers geven niet aan de gebeneficieerden, maar het armbestuur of de commissie voor de niet-bedeelden deelen de bons uit en de menschen kunnen de levensmiddelen op de aangewezen plaatsen halen. Bij de steenkolenuitdeeling zullen bij ieder leverancier twee leden van de Commissie zijn om tegen misbruiken te waken. Misbruik geheel keeren is niet mogelijk, want men kan natuurlijk ook de levensmiddelen in natura verkoopen. Maar overigens wordt er zooveel mogelijk tegen gewaakt. Het aangevraagde- crediet wordt daarop zonder hoofdelijke stemming verleend tot een maximun van ƒ3000. Aan de orde is: I. Voorstel tot instelling van ééne Commissie tot wering van schoolverzuim, bestaande uit 9 leden en benoeming van de leden dier commissie. (Zie Ing. St. n°. 26). Het voorstel wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming goedgekeurd. De Voorzitter. Ik verzoek den heeren J P. J. Driessen Korevaar en van Hamel met mij het stembureau te vormen. Achtereenvolgens worden alsnu benoemd de heer A. J. Binnendijk, met algemeene (22) stemmen; de heer G. J. Bik met 20 stemmen; 2 stemmen zijn uitge bracht op den heer J. P. Creyghton; de heer A. J. van Hoeken J.Jzn., met 19 stemmen; uitge bracht zijn verder 2 stemmen op den heer J. de Lange en 1 stem op den heer H. C. van der Ileyde; de heer H. C. van der Heyde met 21 stemmen, 1 stem is uitgebracht op den Heer Koops. de heer Ph. Rankmet 20 stemmen1 stem is uitgebracht op den heer J. F. L. Rietdijk, terwijl 1 biljet in blanco is; de heer J. B. Meynen met 20 stemmen; 1 stem is uitge bracht op den heer Kuipers en 1 biljet is in blanco. de heer A. van der Meer, met 20 stemmen; 1 stem is uit gebracht op den heer I). G. van der Horst, terwijl 1 biljet in blanco is; de heer E. Kruisinga Dz., met 15 stemmen6 stemmen zijn uitgebracht op den heer P. J. M. Boonekamp, terwijl 1 biljet in blanco is. de heer S. B. Vos, met 18 stemmen; 3 stemmen zijn uit gebracht op den heer F. A. Dee, terwijl 1 biljet in blanco is. De Voorzitter. Neemt de heer van Hoeken zijne benoe ming aan? De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. Ja, mijnheer de Voorzitter. II. Benoeming van een stadsgeneesheer. (Zie Ing. St. n°. 24). De heer den Houter. Voordat tot deze benoeming wordt overgegaanwenschte ik de volgende vraag te doen. In de onlangs door den Raad vastgestelde verordening betreffende het verleenen van kostelooze genees- en heelkundige hulp luidt art. 2Kostelooze genees- en heelkundige hulp wordt verstrekt door zes stadsgeneesheerendie telkens voor den tijd van drie jaren door den gemeenteraad worden benoemd. Dit nu zijn de heeren Longepée, de Jong, Stigter, Hartevelt, Weebers en Blote. Mag nu de Raad boven de formatie een zevende benoemen Er staat toch uitdrukkelijk, dat-er zes zijn. De Voorzitter. U weet, dat zoolang de heer Longepée leeft, er behalve de zes geneesheeren nog een heelkundige is. De nieuwbenoemde, dit is jaren lang het geval geweest, neemt het geneeskundige gedeelte op zich en de heer Longepée het heelkundige. De heer Longepee en de nieuwbenoemde kunnen dus te zamen voor één geneesheer geteld worden. De heer Den Houter. Ik weet heel goed hoe de bestaande toestand is. Maar dat staat niet in de verordening en daarom had men in die verordening een overgangsbepaling moeten opnemen. De Voorzitter. Het is jammer dat U niet bij de behandeling van die verordening aanwezig is geweest, dan had U dat kunnen opmerken. Waar wij echter allen hetzelfde bedoelen en de nieuw te benoemen geneesheer ook maar de helft van het tractement zal krijgengeloof ik dat wij zonder fouten te begaan kunnen overgaan tot de benoeming. De heer Den Houter. U zegt het te bejammeren dat ik niet aanwezig was; ik bejammer dat nog meer, want die verordening kost mij f 1000.— 'sjaars. In die verordening is sprake van 6 stadsgeneesheeren en nu gaat men een zevende benoemen. Ik zou dan willen voor stellen dien zevende in ieder geval tijdelijk te benoemen. De verordening, zooals zij nu pas is vastgesteld, deugt niet. De Voorzitter. Wij benoemen nu, geheel in overeenstem ming met de Verordening, een zesden geneesheer. Den heer Longepée hebben wij nog uit de oude regeling over. Deze is geen geneesheer, doch heelkundige. De heer Den Houter. Wij hebben dus een stadsheel meester over. De Voorzitter. Daarvoor is toch geen aparte bepaling noodig. De heer Kist, die nu benoemd wordt, krijgt ook maar het halve tractement. De heer Longepée is geen geneesheer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 2