21 Plaats, richting en afmetingen der aan te leggen straat geven geen aanleiding tot bedenkingen, terwijl omtrent de hoogte der straat, evenals destijds bij Raadsbesluit van 16 Februari 1899 (zie Ingek. Stukken n°. 15) is geschied, zal moeten worden bepaald, dat zij in de richting van het Jaagpad naar den Hoogen Rijndijk geleidelijk zal moeten opklimmen met een helling van 6 mM. op 1 Meter. Evenmin bestaat bezwaar tegen de tevens gevraagde ver gunning tot het dempen van de slooten langs het terrein. (In het adres wordt slechts van één sloot gesproken. Aan gezien evenwel het bouwplan niet uitvoerbaar is, zonder dat ook de sloot langs het Utrechtsch Jaagpad gedempt wordt, ligt blijkbaar de demping van beide slooten in de bedoeling. 11e vergunning tot demping van laatstbedoelde sloot, als aan anderen toebehoorende, behoort evenwel van Burg. en Weth. uit te gaan). Aan de vergunning tot demping van de sloot langs den Hoogen Rijndijk, voor de helft eigendom van de gemeente, zullen echter door Uwe Vergadering de gewone voorwaarden behooren te worden verbonden. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging: a. goed te keuren het door J. C. Lolkes de Beer en J. Bink ingediend stratenplan voor het terrein aan den Hoogen Rijndijk, kadastraal bekend onder Sectie M, nis. 924, 925, 926 en 927 gemeente Leiden, onder bepaling dat de aan te leggen straat een breedte zal verkrijgen van 10 Meter en dat hare hoogte zal bedragen 25 cM. N. A. P. bij het Utrechtsch Jaagpad om geleidelijk op te klimmen met 6 mM. per Meter in de richting van den Hoogen Rijndijk; b. aan J. C. Lolkes de Beer en J. Bink, behoudens de rechten van derden, vergunning te verleenen tot het dempen van het tusschen het bouwterrein en den Hoogen Rijndijk liggende gedeelte sloot, onder de navolgende voorwaarden: 1°. dat dit gedeelte sloot worde ontdaan van bodem- en drijfvuil en worde aangevuld met zuiver zand, tot nader door Burg. en Weth. aan te geven hoogte; 2". dat over de lengte van het gedempte gedeelte een cementriool worde gelegd, bestaande uit bodem- en kruin stukken, inwendig wijd 40 bij 60 cM.op doorgaande grond plank dik 4 cM.waaronder 1 M. lange dwarsplanken met dezelfde dikte, op de vergaringen, en op onderlinge afstanden van 2 Meter; 3°. dat dit riool in aansluiting worde gebracht met het bestaande riool aan de oostzijde van het te dempen ge deelte sloot; 4°. dat het gedempte gedeelte aan de westzijde worde voorzien van een houten schoeiing, waarop een ijzeren hek, een en ander van voldoende sterkte, ter beoordeeling van Burg. en Weth.; 5". dat tot afvoer van hemelwater 2 gegoten ijzeren straat- kolken (gemeentemodel) worden aangebracht en deze door middel van verglaasde Engelschaarden buizen, inwendig wijd 20 cM., en van de noodige verbiridingsputten, met het cement riool worden verbonden; 6°. dat het materiaal eigendom worde van de Gemeente en deze bevoegd zal zijn in de ligging van het riool te allen tijde zoodanige wijzigingen te brengen als noodig zullen blijken; 7°. dat op het midden van de gedempte slootmet uitzon dering van het gedeelte vóór de straat, langs den H. Rijndijk een ijzeren hek op steenen voet worde gesteld, volgens door Burg. en Weth, goedgekeurde teekening en constructie, tenzij adressanten het gedeelte der gedempte sloot, dat hun eigendom wordt, kosteloos aan de gemeente afstaan; 8". dat het gedeelte gedempte sloot, dat gemeente-eigen dom wordt, voorzoo veel niet gelegen vóór de ontworpen straat, behoorlijk geëgaliseerd en begrind worde opgeleverd; 9°. dat alle werken ten genoegen van Burg. en Weth. worden uitgevoerd envoorzoo veel die het eigendom van adressanten blijven, door hen behoorlijk worden onderhouden 10°. dat acht dagen vóór den aanvang der werkzaamheden daarvan zal worden kennis gegeven aan het Bureau dei- Gemeentewerken 11°. dat de vergunning vervalt, wanneer daarvan vóór 1 Juli 1901 geen gebruik is gemaakt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, Januari 1900. Aan Ed.Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders. De ondergeteekende verzoeken met deze de goedkeuring van het stratenplan volgens bijgaande teekening en het dempen van den sloot gedegen voor het perceel gelegen tus schen den Hoogen Rijndijk en Utrechtsche Jaagpad, Kadastraal bekend onder Sectie M, N°. 924, 925, 926, 927. Zulks doende, J. C. Lolkes de Beer. J. Bink. Te Tuiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 3