12
g. het maandelijksch onderzoek- van de rekeningen der
aannemers en leveranciers voor gemeentewerken en vergelij
king, des noodig, met hetgeen door hen is gewerkt of geleverd
h. het onderzoek der wekelijksche betalingslijsten van de
gemeentewerklieden en der lijst van den directeur der gemeente
werken, vermeldende hetgeen in de eerstvolgende week zal
worden verricht, en
i. de zorg voor den geregelden voortgang der tot de fabri
cage behoorende werkzaamheden.
Art. 4.
Zij deelt de door haar gemaakte ontwerpen of den uitslag
van door haar gedaan onderzoek aan Burgemeester en Wet
houders mede.
Zij doet aan dezen in de maand Juni verslag van hare bevin
dingen omtrent den staat der in art. 3a niet uitgezonderde
gemeente-gebouwen, werken en getimmerten.
Zij draagt daarbij aan Burgemeester en Wethouders de
vereischte herstellingen voor met overlegging van eene raming
der kosten, in de orde der begrooting.
Zij vergelijkt telken jare in de maand Januari den door den
directeur der gemeentewerken overgelegden staat met de voor
handen gereedschappen en bouwstoffen, aan de gemeente
behoorende.
Zij deelt zoo dikwijls zij dit noodig acht, aan Burg. en Weth.
en aan de commissie voor de verordeningen omtrent de huis
houding der gemeente hare aanmerkingen mede op de bestaande
instructiën van den Directeur der gemeentewerken, den hoofd
opzichter, de opzichters en den bewaarder der stadstimmerwerf.
Art. 5.
Zij benoemt, schorst en ontslaat de vaste werklieden, den
directeur gehoord, en houdt het oog op de aanstelling en het
ontslag van tijdelijke werklieden door den directeur der
gemeentewerken
Ter vervulling eener betrekking van hoofdopzichter of
opzichter der gemeentewerken, van teekenaar of van bewaar
der der stadstimmerwerf deelt zij aan Burgemeester en Wet
houders. eene aanbevelingslijst van drie personen mede.
Zij dient Burgemeester en Wethouders van advies over de
benoeming en het ontslag van den directeur der gemeente
werken en van den inspecteur der bouwpolitie en over het
ontslag van den hoofdopzichter en de opzichters der gemeente
werken, van de teekenaars en van den bewaarder der stads
timmerwerf.
Art. 6.
Zij houdt het oog op de werkzaamheden van het bureau
van gemeentewerken, deelt aan Burgemeester en Wethouders,
zoo noodig, hare opmerkingen daaromtrent mede, en dient
Burgemeesteren Wethouders van advies over de inrichting
van dat bureau.
Art. 7.
Haar voorzitter teekent voor gezien de juist bevonden reke
ningen der leveranciers en aannemers, die aan hunne ver
plichtingen hebben voldaan.
TOELICHTING van de ontworpen wijziging der verordening
op de Commissie van Fabricage.
Art. 1.
Wij stellen voor in dit art. de woorden »/ie< Dagelijltsch
Bestuurte vervangen door »het college van Burgemeester
en Wethouders," omdat de Gemeentewet de eerstgenoemde
uitdrukking niet gebruikt voor het college zelf, maar voor de
taak die het is opgedragen.
Art. 2.
al. 1. In de begrooting en andere stukken pleegt van het
Raadhuisniet van het Gemeentehuis te worden gesproken.
Wij stellen daarom voor ook hier de eerste uitdrukking te
bezigen.
al. 2. De hier bedoelde vergadering, die met de voorberei
ding der begrooting in verband staat, moet in Juni worden
gehouden; Augustuses daarvoor te laat.
Art. 3.
Aanhef. Al bestaat orptrent het karakter der commissie van
fabricage geen twijfel, het is toch regelmatig, dat uitdrukkelijk
worde vermeld, dat zij eene commissie van bijstand is.
al. a. De werken behoorende tot eene administratie, waar
voor eene afzonderlijke commissie bestaat, en de brandblusch-
middelen die niet tot de fabricagewerken kunnen worden
gerekend moeten hier tot voorkoming van misverstand
worden uitgezonderd.
al. b. Het geldt hier slechts eene vereenvoudigde redactie
van het oude, omslachtige artikel.
al. c. Is noodig geworden door de verordening van 6 Juli
1899 Gem.bl. 15.
al. d. Het begin van deze alinea moet op grond van de
uitzondering, in al. a voorgesteld, vervallen. Ook het slot
mag niet worden behouden.
De oude alinea, die aan de commissie van fabricage opdroeg,
het ontwerpen of onderzoeken der voorwaarden van verpach
ting, verhuring of in gebruik geven, dient te vervallen. Het
geldt hier eene werkzaamheid, die grootendeels buiten het
gebied der fabricage ligt. Voor zoover eenige voorwaarden
binnen dat gebied vallen, kunnen Burg. en Weth. de com
missie raadplegen.
Aan eene commissie onder den Burgemeester het bevel bij
brand op te dragen, gesteld, dat art. 189 Gem.w. het toe
laat is uiterst onpractisch.
al. h. «Stadswerklieden" moet worden vervangen door
y>gemeentewerklieden", en »architect" door «directeur der
gemeentewerken", in dit en andere artikelen.
al. i. Is in hoofdzaak slechts eene redactie-wijziging.
Art. 4.
al. 2. Om dezelfde reden als in art. 2 moet hier Augustus
door Juni worden vervangen.
Van de commissie van fabricage mag zeker worden ver
wacht, dat zij op den staat van alle gemeentewerken het oog
houdt. Haar in eene gemeente als de onze op te leggen in
ééne maand al die werken te inspecteeren, gaat te ver.
Daarom de wijziging van deze alinea.
al. 5. De verplichting om binnen eene maand na de vast
stelling der verordening de hier genoemde mededeeling te
doen, paste bij de eerste instelling der commissie thans
moet zij worden gewijzigd.
In verband met de door ons voorgestelde wijziging in de
omschrijving van de taak der commissie voor de huish. ver
ordeningen achten wij het wenschelijk, dat de hiergenoemde
aanmerkingen ook worden medegedeeld aan Burg. en Weth.
Dit is te meer noodig, omdat de comm. v. fabric, is en blijft
eene commissie van bijstand.
De overige wijzigingen staan in verband met de veranderde
organisatie en titulatuur,
al. 6. Schijnt naast art. 56 der Gem.w. overbodig, en kan
dus. o. i. vervallen,
al. 7. Kan zonder bezwaar vervallen.
Art. 5.
Dit artikel, eene groote uitbreiding van de voorlaatste
alinea van art. 4 der geldende verordening, voert niets nieuws
in, maar bestendigt en wettigt slechts de bestaande praktijk.
al. 1. De hier omschreven bevoegdheid behoort naar art. 145
der Gemeentewet aan den Raad, maar mag door dezen aan
anderen worden opgedragen.
De commissie van fabricage oefent die tot nog toe uit,
zonder uitdrukkelijke opdracht. Aan dezen onwettigen toe
stand moet een einde komen.
Wij zijn van meening, dat de Raad zelf ten aanzien van
benoeming, schorsing en ontslag der werklieden, niet de beste
beoordeelaar is. De bemoeiing der comm. v. fabric, leidde,
voor zoover ons bekend, tot nog toe tot goede resultaten;
wij stellen daarom voor, die te wettigen.
al. 2. Het geven van eene aanbevelingslijst voor hoofdopzichter
of opzichter is reeds thans aan de commissie van fabricage
opgedragen; alleen worden in de verordening de vroeger
gebruikelijke benamingen gebezigd. Het schijnt ons aanbe
veling te verdienen, voor de betrekking van bewaarder der
stadstimmerwerf dezelfde aanbeveling te verlangen.
al. 3. Bestendigt de bestaande praktijk. Ten aanzien van
den inspecteur der bouwpolitie gaf de Burgemeester in de
vergadering van den Gemeenteraad van 9 Dec. 1897 (Versl.
blz. 122) te kennen, dat Burgemeester en Wethouders bij de
benoeming van een inspecteur der bouwpolitie natuurlijk
letten zullen op de wenken van de commissie van fabricage.
In zoover is de voorgestelde alinea dus in overeenstemming met
de bedoeling bij de vaststelling van het besluit tot aanstelling
van een inspecteur der bouwpolitie.
Art. 6.
Dit artikel is nieuw. Er zou twijfel kunnen rijzen over de
vraag, in hoever de commissie van fabricage naar de
geldende verordening zich met het bureau had in te laten,
lntusschen, het is duidelijk, dat zij het toezicht, dat haar
is opgedragen, niet behoorlijk kan uitoefenen, dan steunende
op de gegevens, die haar o. a. door het bureau gemeente
werken worden verschaft, en dat zij juist hierom in staat
is zich eene deugdelijke meening over de inrichting en de
werking van dit bureau te vormen. Hare opmerkingen en
adviezen hierover kunnen dus niet anders dan nuttig zijn.
Art. 7.
(Üud art. 6). De laatste alinea van dit artikel wordt in de
praktijk niet nageleefd, en kan zonder bezwaar vervallen.