6
Straatpolitie Art. 00, 9e lid.
S.p. Art. 84.
S.p. Art. 09 sub a.
S.p. Art. 73 sub b.
S.p. Art. 73 sub a.
S.p. Artl. 09 sub b en 74.
S.p. Art. 09 sub c.
S.p. Art. 09 sub d.
Nieuw.
S.p. Art. 73.
Nieuw.
Nieuw.
Nieuw.
Verordening op liet Wielrijden.
Art. 1.
Het is verboden op den openbaren weg op een rijwiel te
rijden met meer dan matige snelheid.
Die snelheid moet verminderd worden bij het oversteken
van eene straat, bij het omrijden van een hoek en bij het
rijden door eene steeg, waar het rijden geoorloofd is.
Art. 2.
Het is verboden op den openbaren weg tusschen een uur
na zonsondergang en een uur voor zonsopgang op een rijwiel
te rijden, dat niet aan de voorzijde ten minste één helder
brandend licht vertoont.
Art. 3.
Het is verboden op een rijwiel te rijden:
a. op plaatsen waar zich eene volksmenigte bevindt;
b. op de voor voetgangers bestemde klinkerpaden en klinker
bestrating, met uitzondering van die langs de walkanten
van grachten op de voetpaden langs wegen en, in straten,
welke uitsluitend met klinkers bestraat zijn, op dat gedeelte
der bestratingdat zich uitstrekt binnen den afstand van één
Meter, genomen uit de rooilijn der stoepen of, waar deze
ontbreken, uit die der gebouwen;
tenzij het rijden op de in dit verbod vallende paden of be
stratingen voor uitwijken noodzakelijk mocht zijn.
c. op de trottoirs, de stoepen en op de wandelpaden of de
grasperken in de plantsoenen;
d. door de Schapensteegde Maarsmanssteegde Donker-
steeg, de Watersteeg, de Jodenkerksteeg, het Gangetje, op
de Karnemelksbrug en op de helling van de Vischbrug in de
richting naar den Nieuwen Rijn;
e. op de wegen of gedeelten van wegen en door de stegen
welke blijkens eenig zichtbaar teeken aan het verkeer met
een of ander voertuig zijn onttrokken;
f. op Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen,
van 1 April tot 1 October tusschen des namiddags 3 en 7 uur
en van 1 October tot 1 April tusschen des namiddags 2 en
5 uur, op het Plantsoen, het gedeelte van de Plantage, be
grepen tusschen het Plantsoen en de Hoogewoerd, en verder
op den Witten Singel, den Zijlsingel en den Heerensingel.
Van de verbodsbepalingen sub d, e en f kan door Burge
meester en Wethouders aan bepaalde personen ontheffing ver
leend worden ten aanzien van een of meer van de in die be
palingen begrepen stegen en wegen.
Art. 4.
Het is verboden een rijwiel aan de hand te voeren over,
of met een rijwiel stil te staan op de sub b en c in artikel
3 genoemde paden, klinkerbestrating, trottoirs, stoepen of
grasperken.
Echter mogen bestuurders van rij wielen deze over de voet
paden, klinkerbestrating, trottoirs of stoepen aan de hand
voeren naar of van gebouwen of erven waarheen of vanwaar
zij zich begeven, mits langs den kortsten weg van of naar
het gedeelte van de straat of van den weg, waar het rijden
geoorloofd is; en mogen zij vóór bedoelde gebouwen of erven op
de voetpaden of klinkerbestrating met hunne rijwielen stil
staan, mits hierdoor de passage niet belemmerd wordt.
Art. 5.
Het is den bestuurders van rijwielen verboden deze op
stoepen, trottoirs, voet- of klinkerpaden te plaatsen of te laten
staan, wanneer daardoor de passage belemmerd wordt.
Art. 6.
Bestuurders van rijwielen zijn verplicht voor voertuigen
met uitzondering van tramwagens rijwielen of personen,
die zij ontmoeten, niet anders dan rechts uit te wijken en
die zij achteropkomen niet anders dan links voorbij te rijden.
Art. 7.
Het is verboden op den openbaren weg bestuurders van
rijwielen in het rijden te bemoeilijken.
Art. 8.
Onder «rijwielen" worden begrepen twee- en meerwielige
motorcycles.
Art. 9.
De dienaren der gemeentepolitie zijn belast met het opsporen
der overtredingen van de bepalingen dezer verordening.
Strafbepaling.
Art. 10.
De overtreding van de artikelen 1, 3, 4, 5, 6 en 7
wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste vj; gulden.