113 g. dat de gemeente ten allen tijde bevoegd zal zijn andere riolen kosteloos op de riolen sub b en e te doen aansluiten; h. dat alle werken ten genoegen van Burgemeester en Wethouders worden uitgevoerd; i. dat een week vóór den aanvang der werkzaamheden daarvan kennis worde gegeven op het Bureau van Gemeente werken k, dat de vergunning vervalt indien daarvan vóór 31 De cember 1901 geen gebruik is gemaakt. Intusschen zouden wij het wenschelijk achten, indien de stratenaanleg door de gemeente geschiedt, dat deze zich ook be last met de daarmede in onmiddellijk verband staande dem ping der sloot. Dit kan slechts aan de uitvoering van het geheele werk ten goede komen en zal zeker voor adressanten minder kostbaar zijn. Indien deze daartegen dus geen bezwaar hebben, zouden wij u voorstellen in dat geval ook de demping der sloot door de gemeente voor rekening van adressanten te doen plaats hebben. Resumeerende geven wij Uwe Vergadering thans in over weging: 1°. goed te keuren het door II. van Oosterom Jr., W. Kleykamp en L. J F. Kok te Rotterdam ingediende straten plan met bepaling van de breedte der straten op 20, 15 en 10 Meter, zooals dit nader op de teekening in cijfers is aan gegeven en met bepaling van de hoogte der straten op 25 cM. -f- N. A. P. onder voorwaarde, dat adressanten van de naar de terreinen van anderen loopende straten een aan de grens van hun bouwterrein en die teireinen liggende strook gronds ter diepte van 1 Meter over de volle breedte dier straten kosteloos aan de gemeente in privaat eigendom over dragen, alvorens met den aanleg der straten worde begonnen en dat de gemeente ten allen tijde bevoegd zal zijn aan de in die straten te leggen riolen andere riolen kosteloos te doen aansluiten. 2°. te besluiten de aan te leggen straten alleen dan koste loos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen, wanneer de straten door de gemeente voor rekening van adressanten zullen zijn aangelegd, en tot dien aanleg alleen over te gaan wanneer vooral de daarvoor benoodigde gelden hetzij in eens, hetzij bij gedeelten, in de gemeentekas worden gestort; 3'. adressanten te berichten dat hun verzoek om rails in den openbaren weg te mogen leggen voor den aanvoer van materialen, zoo noodig, later bij ons college behoort te worden ingediend 4°. aan adressanten, behoudens de rechten van derden, ver gunning te verleenen tot het dempen van het gedeelte sloot langs den Uaarlemmertrekvaartweg vóór hun bouwterrein gelegen, onder de boven aangehaalde voorwaarden, of wel, indien adressanten zulks wenschen en de stratenaanlëg door de gemeente geschiedt, te besluiten ook dat gedeelte sloot voor rekening van adressanten door de gemeente te doen dempen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wèth. van Leiden. Rotterdam 17/9/1900. Geven met verscbuldigden eerbied te kennen: Hermanns van Oosterum Jr., grondeigenaar, Wouter Kleijkamp en Louis Johan Frederik Kok, kooplieden en stucadoors, allen te Rotterdam. Ten eerste, dat zij eigenaars zijn van een perceel bouw terrein gelegen in den stadspolder gemeente Leiden, uitkomende aan den Haarlemmer Trekvaart bij het kadaster bekend in sectie K n°. 28, 29, 30, 31, 32, 39, 40. Ten tweede, dat zij van UEd. vergunning en na voltooiing kostelooze overname door uwe gemeente verzoeken om op bovengenoemde terreinen straten aan te leggen volgens bijgaande teekening. Ten derde, U permissie vragende om ten behoeve der genoemde aanleg, op den openbaren weg (Trekvaart en Maresingel) rails te mogen leggen voor aanvoer der materialen. Ten vierde, Uwe toestemming tot het dempen der gedeelte sloot gelegenvoor hunne perceelen aan den Haarlemmer Trekvaart. Uw gewaardeerd antwoord spoedig tegemoet ziende ver blijven wij met de meeste Hoogachting, Uwe (lienstw. dienaren, H. van Oosterum Jr. Kleijkamp en Kok. - Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. N°. 285. Leiden30 November 1900. Den 3'lsten December van dit jaar eindigen de met C. Schrama en II. W. Straathof gesloten contracten betreffende het ophalen van asch en vuilnis en het reinhouden der gemeente in die gedeelten der stad, die vóór 1 Augustus 1896 hebben behoord resp. tot de gemeente Oegstgeest en de gemeenten Zoeterwoude en Leiderdorp. Beide aannemers hebben zich op behoorlijke wijze van hunne verplichtingen gekweten, en den ingezetenen nimmer aanlei ding tot klachten gegeven. Beiden verklaren zich bereid de contracten weder onder de oude voorwaarden te verlengen eerstgenoemde evenwel slechts voor den tijd van één jaar, aangezien hij slechts zoolang over de thans bij hem in ge bruik zijnde losplaats van asch en vuilnis kan beschikken en zich dus niet langer durft verbinden. Straathof is evenwel genegen het contract weder voor den tijd van drie jaren aan te gaan, dus tot 31 December 1903, welk tijdstip ook ons het meest geschikt voorkomt, omdat dan tevens het contract met Gebrs. van Ulden afloopt. Overwegend bezwaar tegen de ver lenging van het-contract met Schrama voor den lijd van 1 jaar bestaat echter bij ons niet. Met de Commissie van Fabricage achten wij het daarom wenschelijk de werkzaamheden van het reinhouden der ge meente in bovengenoemde stadsgedeelten wederom aan Schrama en Straathof op te dragen. Intusschen komt het ons billijk voor de aannemingssom voor beide pachters eenigszins te verhoogen, en wel voor Schrama, die thans ƒ800.geniet, met 50.en voor Straathol, die ƒ1200.krijgt, met ƒ150.— Het valt toch niet te ontkennen, dat door den aanbouw van tal van perceelen aan den Morsch- weg en in de buurt der Aloëlaan voor Schrama, endoorden uitbouw der stad achter den Heerensingel en aan den Hoogen Rijndijk voor Straathof de werkzaamheden eenigszins zijn toe genomen en in de eerstvolgende jaren nog meer zullen toe nemen. Overigens zullen in de contracten de door de Commissie van Fabricage in haar Rapport aangegeven wijzigingen en aanvullingen behooren te worden aangebracht, die in hoofd zaak rectificatie of het in overeenstemming brengen van de contracten met den bestaanden toestand beoogen, terwijl het opnemen van den Nieuwjaarsdag onder de feestdagen ook door ons eene verbetering wordt geacht. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging het ophalen van asch en vuilnis en het reinhouden der gemeente in die gedeelten der stad, welke vroeger tot Oegstgeest en tot Leiderdorp en Zoeterwoude behoorden, wederom op te dragen resp. aan C. Schrama en aan 11. W. Straathof, onder de bestaande voorwaarden, zooals die nader door de Com missie van Fabricage zijn gewijzigd en aangevuld, en met verhooging der aannemingssom voor Schrama tot 850. en voor Straathof tot ƒ1350.en wel aan Schrama tot den 31en December 1901 en aan Straathof tot 31 December 1903. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 286. Leiden30 November 1900. Wij hebben de eer U vcor te stellen op de aanslagen wegens plaatselijke directe belasting, dienst 1900, van de op bijgaan- den staat vermelde personen, ten gevolge van overlijden, ver trek uit de gemeente of wegens noodig gebleken rectificatiën, afschrijving te verleenen tot de bedragen, in kolom 11 van dien staat opgenomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 287. Leidenden 30 November 1900. De Commissie van Financiën heeft de eör Uwe Vergadering mede te deelendat zij geene bedenkingen heeft tegen het voorstel vari Burgemeester en Wethouders, d.d. 20 November j.l. tot beschikbaarstelling van gelden voor de verbouwing van de woning van den claviger van het Gymnasium, waarvan de kosten zijn geraamd op ongeveer ƒ1700. Zij stelt U derhalve voor den overgelegden begrootingsstaat vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. Te Leidenter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 3