108
DONDERDAG 15 NOVEMBER 1900.
De Voorzitter. Mijne heeren, ik wensc.h in de volgorde
van de te behandelen zaken eene kleine wijziging te brengen,
door punt IV, waarover een van de heeren wenscht te spreken,
het eerst aan de orde te stellen. Heeft niemand daartegen
bezwaar
Dan is aldus besloten, en geef ik het woord aan den heer
de Lange.
Aan de orde is:
IV. Benoeming van een Directeur van het openbaar
slachthuis.
(Zie Ing. St. n°. 263).
De heer de Lange. M. d. V. Het voorstel van Burg. en
Weth. om geen oproeping te doen van sollicitanten voor de
betrekking van Directeur van het Slachthuis en den heer de
Jong nu reeds tot Directeur te benoemen, bevreemdt mij niet,
en ik kan mij daarmede ook wel vereenigen. Maar ik heb
bezwaar tegen de jaarwedde, die door Burg. en Weth. voor
dezen titularis is voorgesteld. De heer de Jong heeft als in
specteur van de vee- en vleeschkeuring een salaris van 1800.
plus 5 van de keurloonen ƒ250.—) dat is samen ƒ2050.
waarbij komt de jaarwedde als gemeente-veearts a ƒ400.—,
maakt ƒ2450.Verder is hij plaatsvervangend districts-vee
arts en oefent bovendien particuliere praktijk uit. Nu geloof
ik dat de bezoldiging van den heer de Jong als directeur
van het slachthuis tnet ƒ3500.en vrije woning, een te groot
verschil oplevert met den tegenwoordigen toestand. Ik wil
hierbij opmerken dat Groningen, een stad die in zielenaantal
iets boven Leiden staat, den directeur bezoldigt met 2500.
per jaar en vrije woning, en Haarlem, dat Leiden ook eenigs-
zins in zielenaantal overtreft, met ƒ3000.en vrije woning,
dat is dus ƒ1000.— of ƒ500.— minder dan voor hier wordt
voorgesteld. De werkkring zal toch hier wel niet zwaarder
zijn dan in de genoemde steden, en het komt mij daarom
voor, dat als de jaarwedde wordt gesteld op 3000.en vrije
woning, de betrekking naar haar aard en omvang hier ter
stede goed wordt betaald.
Verder wijs ik er op, dat andere hoofdambtenaren tracte-
menten hebben, die dan vrijwel gelijk zullen staan met het
salaris van den directeur van het slachthuis. De gemeente
ontvanger heeft ƒ3600.—, de commissaris van politie, die wel
geen gemeente-ambtenaar is, maar toch in de gemeente een
zeer uitgebreiden werkkring heeft, heeft ƒ3500.de directeur
der Hoogere Burgerschool en Rector van het Gymnasium
hebben ƒ3800.en geen van deze ambtenaren heeft vrije
woning.
Bovendien wensch ik Burg. en Weth. te vragen of de heer
de Jong bij de aanvaarding van het directeurschap gemeente
veearts zal kunnen blijven en of hem vergund zal blijven op
te treden als plaatsvervangend districts-veearts en de uitoefe
ning van particuliere praktijk. Daaromtrent zegt het voorstel
niets.
Ten slotte zou ik gaarne van Burg. en Weth. vernemen,
of zij ook overwogen hebben, of het niet gewenschter is de
jaarwedde van den directeur te bepalen op dezelfde wijze als
nu met die van den inspecteur van vee- en vleeschkeuring ge
schiedt, n.l. een vaste jaarwedde en bovendien een zeker
percentage van de bruto opbrengst van het slachthuis. Zulk
eene regeling komt mij voor een dergelijken tak van dienst
zeer goed voor, en daarom had ik deze wel willen gehand
haafd zien, met wijziging van de cijfers.
Ik zoude gaarne antwoord ontvangen op de door mij gevraagde
inlichtingen en stel voor het tractement van den directeur
van het slachthuis te bepalen op ƒ3000.en vrije woning.
De Voorzitter. Door den heer de Lange wordt als amen
dement voorgesteld, het salaris van den directeur van het
slachthuis te bepalen op 3000.met vrije woning.
Wordt dit amendement ondersteund?
Het amendement wordt voldoende ondersteundzoodat het
een onderwerp van beraadslaging kan uitmaken.
De heer De Goeje. Ik heb tegen deze voordracht geen be
zwaren, doch wensch een paar vragen te doen. Een is reeds
gesteld door den vorigen spreker, de andere is: of wanneer
de heer de Jong tot directeur van het slachthuis benoemd
zal zijner nog een inspecteur van de vee- en vleeschkeuring
op een zoo hooge wedde noodig is, als de heer de Jong nu
geniet
En dan wensch ik nog deze opmerking te maken. Het
maakt op mij een onaangenamen indruk, dat door Burg. en
Weth. wordt voorgesteld aan den te benoemen directeur op
te dragen adviezen te geven tegen eene nader door uwe ver
gadering te bepalen billijke belooning. Ik heb het altijd be
schouwd als eene eer en een voorrechtwanneer iemanddie
eene inrichting zal besturenuitgenoodigd wordt omtrent den
bouw en aanleg advies te gevenen dat dit nu betaald moet
worden, vooral aan iemand, die in dienst der gemeente is,
dat gaat mijne bevatting te boven. Een ander geval is, waarop
Burg. en Weth. wijzen, wat met »Endegeest" heeft plaats
gehad, toen is daarvoor aan den aanstaanden directeur eene
behoorlijke toelage gegeventijdens dat deze nog niet in functie
was, dus in elk geval niet aan een gemeente-ambtenaar.
De Voorzitter. Het bepalen van eene jaarwedde voor eene
betrekking, die hier nog niet bestaat, is altijd eenigszins
moeilijk. Nu wil ik, om ons voorstel nader te motiveeren,-
allereerst meedeelen en daarmede tevens den heer de Lange
beantwoorden, dat het voornemen bestaat, dat de heer
de Jong als directeur van het openbaar slachthuis niet tevens
zal kunnen zijn gemeente-veeartszoodat de wedde van
400.die hij daarvoor geniet, zal vervallen, en wellicht
ook niet plaatsvervangend districts-veearts. Burg. en Weth.
zijn maar dat is een voorloopig oordeel van meening,
dat aan den veearts, die onder den heer de Jong benoemd
zal moeten worden bij het openbaar slachthuis, debetrekking
van gemeente-veearts beter kan worden opgedragen dan aan
den directeur, die daar zooveel mogelijk voortdurend moet
aanwezig zijn.
Hetzelfde meenen Burg. en Weth. omtrent het particuliere
werk. De particuliere werkzaamheid zal aan den directeur
van het openbaar slachthuis moeten verboden wordenmaar
hem zal het recht moeten worden toegekend tot consultatieve
praktijk voor zoover dat niet in strijd komt met de werk
zaamheden aan het directeurschap verbonden. Het spreekt
dus wel vanzelf, dat een zeer bekwaam man als de heer de
Jong, die eene groote praktijk heeft, aanzienlijk achteruit
zal gaan in inkomsten, en daarom hebben wij, vooral met
het oog op de persoonlijkheid van den heer de Jong, gemeend
niet al te karig te moeten zijn en hem te moeten toeleggen
een inkomen van 3500.— met vrije woning. Wanneer men
die opvatting in aanmerking neemt, geloof ik, dat men
komen moet tof de conclusie, dat dit inkomen niet buiten
gewoon hoog is. Men vergete niet, dat vrije woning hier tevens
is verplichte woning; hij moet daar aan den singel wonen en
is niet vrij in de keuze van zijne woning.
Ik zal niet in vergelijkingen treden met wat Haarlem en
Groningen gedaan hebben, omdat ik volstrekt niet op de
hoogte ben van de gewone werkzaamheden van die heeren
daar, die veeartsen zijn, en ik niet weet, ot zij daar veel
praktijk haddenik weet daar niets vanzoodat ik eene
vergelijking niet kan maken. Ik kan in dezen alleen oordeelen
met betrekking tot den heer de Jong, en wetende hoeveel
moeite men zou doen, wanneer de heer de Jong hier niet
was, om een dergelijk bekwaam persoon te verbinden aan
het openbaar slachthuis, en hoeveel de heer de Jong zal ver
liezen aan particuliere praktijk in zijne betrekking van vee
arts, meenen wij werkelijk, dat eene betaling met 3500.
niet te hoog is. Maar ik geef toe, dat dit een kwestie is,
waarover verschillend kan worden gedacht.
Dat zijn de motieven, die Burg. en Weth. tot ditVvoorstel
hebben gebracht. Ik zou mij niet kunnen vereenigen met eene
salarisregeling in den geest van den heer de Lange. Ik geloof
niet, dat het aangaat den directeur van het openbaar slacht
huis op dezelfde manier te salarieeren als het geval is met
den inspecteur der vee- en vleeschkeuring. En vooral zou het
moeilijk wezen dat op dit oogenblik te doen, omdat wij thans
over de opbrengst van het openbaar slachthuis nog niet in
alle opzichten kunnen oordeelen.
In antwoord aan den heer de Goeje kan ik meedeelen, dat
de inspectie van de vee- en vleescHkeuring niet zal uitmaken
eene afzonderlijke betrekking, m^ar tevens zal worden waar
genomen door den directeur van het slachthuis met zijne
ambtenaren. Dus alles wat op de begrooting nu reeds voor
komt voor de keuring van vee en vleesch, vervalt en wordt
overgebracht naar het openbaar slachthuis. Dat tractement
zal dus natuurlijk worden uitgespaard.
Nu het bezwaar van den heer de Goeje tegen het slot van
ons voorstel. Dit heeft op den heer de Goeje een onaangenamen
indruk gemaakt; mij dunkt echter dat daar niet veel reden
voor is. Onze gedachtengang is deze geweest: wij kunnen de
adviezen van den heer de Jong en de medewerking van hem
bij de oprichting en inrichting van het openbaar slachthuis
niet missen, en dat zal hem gedurende een paar jaren veel
meer werk geven, waarvoor hij niet wordt betaald. Nu meen
den Burg. en Weth. reeds nu in uitzicht te moeten stellen
dat hem voor dien arbeid, als het openbaar slachthuis in ex
ploitatie komt, eene gratificatie zal worden toegekend. Er is
door ons geen cijfer genoemd en de Raad zal later vrij zijn
in de bepaling daarvandit behoeft pas te worden beoordeeld
als wij zoover zijn. Doch wij meenden dit nu reeds te moeten
zeggen en onze meening dienaangaande aan den Raad doen
kennen en niet daarmede achteraan komen.
De heer den Mouter. Ik wensch een vraag besproken te
hebben, die nog voorafgaat aan hetgeen nu aan de orde is,
n. 1. of de benoeming van een directeur van het openbaar
jachthuis nu reeds noodig is. Natuurlijk ben ik het met
Burg. en Weth. eens dat advies, toezicht en medewerking