110 heeft gevolgd en dus over de eerste maand van het loopende kwartaal geen onderwijs alhier heeft genoten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan de Edelachtbare Heeren Gemeenteraadsleden van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen H. Vreke, con cierge van Rijnland, alhier; dat hij voor zijn dochter Hubertha Catharina, die de school 2de klasse voor meisjes bezoekt, teruggave vraagt voor te veel betaald schoolgeld over het 2de kwartaal 1900, in te gaan '1 Oct., daar hij zich metterwoon op den lsten November al hier gevestigd heeft en zijn dochter den 4den dier maand de school voor 'teerst bezocht heeft, verzoekt hij beleefd eene gunstige beschikking. 'I Welk doende enz. Leiden, 10 November 1900. H. Vreke. N°. 274. Leiden, 23 November 1900. Bij Raadsbesluit van 25 October 1.1. werd door Uwe Verga dering besloten tot de aanstelling voor den tijd van 3 jaren van een bouwkundig ingenieur, op een jaarwedde van f 3500.—. Op de dientengevolge door ons gedape oproeping van solli citanten naar die betrekking hebben zich slechts drie sollici tanten aangemeld, waarvan twee bovendien niet in aanmer king konden komenals niet in het bezit van het ingenieurs diploma. Ook de 3e sollicitant, de heer G. L. Driessen, voldoet in zooverre niet aan de gestelde eischenals hij niet is bouwkundig maar civiel-ingenieur; naar het eenstemmig oor deel evenwel zoo van de Commissie van Fabricage als van den Directeur van Gemeentewerken is dat geen overwegend bezwaar. En aangezien nu de heer Driessen, zoowel op grond van de omtrent hem verkregen inlichtingen als met het oog op zijn werkkring in het verleden, zoowel door de Commissie van Fabricage als door ons college alleszins bekwaam en geschikt wordt geacht voor de taak, welke hem in gemeentedienst wacht en ook de Directeur van Gemeentewerken in hem den man meent te zien, in staat hem de gewenschte hulptever- leenen bij de gewichtige werken, die op uitvoering wachten, zoo komt het ons voor, dat geen termen aanwezig zijn om tot een hernieuwde oproeping over te gaan, te meer waar het gevoelen van deskundigen algemeen isdat van een her nieuwde oproeping weinig meer resultaat te verwachten is. Onder mededeeling, dat de door den heer G. L. Driessen ingediende stukken in de Leeskamer ter Uwer inzage zijn neergelegd, geven wij U mitsdien in overweging den heer G. L. Driessen voor den tijd van drie jaren te benoemen tot ingenieur bij de Gemeentewerken alhier op een jaarwedde van 3500.— Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 275. Leiden, 27 November 1900. Naar aanleiding van de hierbij aan Uwe Vergadering over gelegde aanbeveling van de Commissie van Fabricage voor de benoeming van een Hoofdopzichter bij de Gemeentewerken, alhier, hebben wij de eer U mede te deelen. dat in een ver- eenigde vergadering van de Commissie van Fabricage met ons college na daaromtrent gepleegd overleg, werd besloten de aanbeveling als volgt samen te stellen: 1° P. C. DE DOES, hoofdopzichter der gemeentewerken te Middelburg 2° H. H. VERHULST, bouwkundige alhier; en 3° J. A. VERHOOG, opzichter over de gebouwen en begraaf plaatsen van het Ned. Herv. Kerkgenootschap, alhier. Onder mededeeling dat de door de verschillende sollicitanten ingediende stukken in de Leeskamer ter inzage zijn nederge- legdverzoeken wij U alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 24 November 1900. Naar aanleiding van het aan den tegenwoordigen hoofd opzichter verleend eervol ontslag heeft de Commissie van Fabricage de eer, ter voldoening aan het bepaalde bij de Verordening betreffende haren werkkring, Uwe Vergadering voor de vervulling der betrekking van Hoofdopzichter dei- gemeentewerken aan te bevelen: 1°. P. C. DE DOES, hoofdopzichter der gemeentewerken te Middelburg; 2°. J. A. VERHOOG, opzichter over de gebouwen en be graafplaatsen van het Ned. Herv. Kerkgenootschap, alhier; dl°. II. II. VERIIULST, Bouwkundige, alhier. Met de plaatsing van den Heer Verhulst op deze aanbe velingslijst kan een der leden onzer Commissie zich niet vereenigenomdat naar zijne meening als derde candidaat behoort aanbevolen te worden: F. J. DE RIDDER, opzichter der gemeentewerken, alhier. Onder verwijzing naar de betrekkelijke sollicitatiestukken, geven wij U iu overweging tot de benoeming van eenen Hoofdopzichter over te gaan. De Commissie van Fabricage M. C. Dekhuyzen, Yoorzitter. H. H Cornelissen, Secretaris. Aan den Gemeenteraad. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 2