GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
'4 109
INfiEKOHEir iTIIKKEIT.
N°. 268. Leiden, 14 November 1900.
Onder overlegging van nevensgaande verzoeken van Ilermanus
(jlreeven, D. Komen, J. P. F. Frison en M. J. van Laren, geven
wij Uwe Vergadering in overweging aan adressanten wegens
vertrek uit deze gemeente, restitutie van betaald schoolgeld
te verleenen, resp. ten bedrage van 1.33, 1 33, 4.— en
ƒ4.—.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden.
Edel Achtb. lleeren.
De ondergeteekende Hermanus Greeven, wonende Marendijk
N°. 52, tot dusverre betalende voor zijn kind Eva Elisabeth
Johanna Wilhelmina waarvan inliggend de laatst betaalde
kwitantie, verzoekt beleefd naar aanleiding van vertrek van
genoemd kind naar Culemborg op den 23en October 1900 en
het op dien datum verlaten der school van den heer van Dijk,
terugbetaling van het te veel betaalde schoolgeld.
Met verschuldigde hoogachting,
UEd. Dw. Dienaar,
H. Greeven.
Leiden, 6 November 1900.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft eerbiedig te kennen de ondergeteekende D. Komen,
dat wegens verandering van woonplaats, zijn zoontje Gerard
Cornelis, leerling der tusschenschool a/d. O. Vest (hoofd de heer
J. A. van Dijk), die school uit0. November a. s. zal verlaten.
Reden waarom hij Uwen Raad eerbiedig verzoekt restitutie
te mogen ontvangen van het te veel betaalde schoolgeld over
de' maand December 1900.
't Welk is doende enz.
D. Komen.
Leiden, 4 November 1900.
Met de meeste hoogachting,
UEd. Achtb, Dr.
J. Frison.
Leiden, 2 November 1900.
Aan den Edel Achtbaren fleeren Burgemeester en
Wethouders der gemeente Leiden.
Geeft met gepasten eerbied te kennen M. J. van Laren,
Bloemist, vroeger wonende te Leiden, thans in de gemeente
Amsterdam, dat hij blijkens hierbij overgelegde kwitantie van
den heer Gemeente-Ontvanger heeft betaald een som van zes
.gulden (van de maanden Oct., Nov. en Dec.) voor zijn zoontje
en dochtertje, Dirk, en Deliana Cornelia Maria, die de scholen
bezocht hebben van den heer J. A. van Dijk en van Mejuffrouw
S. Winkler en die scholen den 26 October verlaten hebben
door hun vertrek naar Amsterdam, weshalve hij de vrijheid
neemt zich tot UEdel Achtbare te wenden met het eerbiedig
verzoek, dat aan hem van het aldus betaalde bedrag 4.
restitutie verleend moge worden.
Hetwelk doende enz.
Leiden, 8 Nov. 1900. M. J. van Laren.
Maredijk 38.
N°. 269. Leiden, 14 November 1900.
Onder overlegging van de tweede lijst van reclames tegen
het kohier der plaatselijke directe belasting van 1900, hebben
wij de eer U voor te stellen, overeenkomstig ons advies in
die lijst opgenomen, te handhaven de aanslagen van: D.
Albers (170); H. A. Blom (137); M. J. Blom (136); H. Bokern
(114); E. Bonn (155); A. G. C. v. Bruggen (128); S. II.
Coldewey (172); A. J. Duymaer v. Twist (145); S. Ebbinge
(174); P. v. d. Eist (177); B F. Everts (171): T. B. Everts
(165); A. M. v. Gelderen (129); Th. C. Gonsalves (168) G.
Gouda Quint (143); W. P. J. Gouda Quint (144); Tt Ha-
meeteman (161); H. P. Hermans (160); H. Heuvelink (149);
E. Hijmans (154); A. v. lterson (112); N. A. de Joncheere
(164); C. H. Ketner (173); H. A. Kindermann (159); H. N.
Kluyver (150); F. N. Knoch (138); R. J. v. Kregten (162);
J. A. Kwisthout (169); A. B. v. d. Laan (158); W. S. Mars
man (125); J. H. v. d. Meulen (166); W. Middelberg (151);
M. Mijers (148); H. M C. v. Nispen tot Pannerden (176); J.
Pijnakker (118); C. 11. Roosegaarde Bisschop (117); J. F. de
Ruyter dé Wildt (152); A. Rypperda Wierdsma (175); J.
Schouten (119); J. Sillevis (163); J. Sirag (121); G. A. J.
Timmers (146); J. G. Veenenbos (153); H. D. Verdam (157);
J. J. Vinkesteijn (156); J. J. Vreeburg (122); I. Vriesendorp
(167); L. Weinberg (140); E. B. F. F. Wittert v. Hoogland
(147); Wed. E. J. Wijntjes (131);
te verminderen de aanslagen van: H. Bennink (135) met
f 1/18; A. M. J. v. Campen (123) met ƒ1.18; J. J. Colpa(127)
met 5.29; J. van Frank (130) met ƒ1.76; S. P. Haak (120)
met 11.75; G. Hendriks (142) met 5.88; F. J. llendriksen
(139) met 1.41; A. Heuzen (132) met ƒ4.46; A. Lacourt
(115) met f 4.70; Wed D. A. Lombert (126) met 2.94;
J. v. d. Meel (134) met 2.35; A. Meijer (124) met ƒ0.94
L. C. J. Ober (141) met 0.47; B. W. Raumann (133) met
3:53; G. M. Rutten (113) met f 4.70;
te roieeren den aanslag van J. A. N. Knuttel (116) ad ƒ9.40.
en de reclamanten: J. Bijleveld (178); C. Krogt Sr. (181);
N. W. Leget (179); en C. Plug (180) niet ontvankelijk te
verklaren, wegens te late indiening van hunne reclames.
De voorgestelde afschrijvingen bedragen gezamenlijk ƒ61.94.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 270. Leiden, 15 November 1900.
Tegen den in hare handen gestelden suppletoiren staat van
begrooting van het H. G. of arme Wees-en Kinderhuis dienst
1900, heeft de Commissie van Financiën geene bedenkingen.
Zij stelt U voor tot goedkeuring van dien staat te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 271. Leiden20 November 1900.
In aansluiting aan het behandelde bij art. 121IV der begroo
ting voor het jaar 1901 hebben wij de eer U mede te deelen,
dat Curatoren van het Gymnasium zich geheel kunnen ver
eenigen met het door den Directeur van Gemeentewerken
ontworpen en door de Commissie van Fabricage goedgekeurde
plan tot verbouwing van de woning van den claviger van
het Gymnasium.
Tegen huisvesting van den claviger in een afzonderlijke
woning buiten het gymnasium bestaat bij Curatoren, wegens
het gemis aan bewaking van het gebouw, overwegend bezwaar;
een bezwaar, dat door ons college volledig gedeeld wordt.
De kosten der verbouwing, waaronder begrepen die van den
bijbouw van een keuken, worden door de Commissie van
Fabricage geraamd op ƒ1760.—
Wij geven U thans in overweging ons tot het uitvoeren
dier werken te machtigen en tot de vaststelling van den hierbij
overgelegden staat van af- en overschrijving over te gaan.
Op. den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog 4434.S85
beschikbaar.
De desbetreffende rapporten van Curatoren van het Gym
nasium en van de Commisssie van Fabr icage zijn in de Lees-
kamer ter inzage van de leden van den Raad neergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 272. Leiden, 23 November 1900.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen.
dat zij tegen de in hare handen gestelde begrootingen van het
R.C. Weeshuis, bet R.C. Armbestuur en het Gereformeerde
Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, alle den
dienst 1901 betreffende, geene bedenkingen heeft.
Zij stelt U derhalve voor de begrootingen dier instellingen
goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 273. Leiden, 23 November 1900.
Wij geven U in overweging terugbetaling van schoolgeld
te verleenen aan H. Vreke, tot een bedrag van ƒ1.33, aange
zien zijn dochtertje, wegens vestiging in deze gemeente, eerst
sedert 4 November de lessen aan de Meisjesschool 2e klasse
Ondergeteekende Jean Pierre Felix Frison, wonende Papen
gracht 23 te Leiden, richt bij deze het beleefd verzoek tot
UEd. Achtbare, restitutie te willeb verleenen van het betaalde
schoolgeld zijner twee kinderen over de maanden November
en December, daar hij de gemeente met zijn huisgezin met
ter woon heeft verlaten.