GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
107
HTGEK031EIV STI KKKX.
N°. 364. Leiden, 12 November 1900.
Met betrekking tot de in hare handen gestelde voordracht
van Burgemeester en Wethouders van 24 October j 1. (Ing.
St. n°. 251) heeft de Commissie van Financiën de eer het
volgende te rapporteeren.
Met Burg. en Weth. is onze Commissie van oordeel, dat
de kosten van verbouwing van het stadhuis, als zijnde een
werk van buitengewonen aard, niet behoeven gevonden te
worden uit de inkomsten van één jaar; zij kan zich dus ver
eenigen met. het voorstel in die uitgaven te voorzien door
geldleening. Intusschen komt het der Commissie voor, dat
de aflossing in korteren tijd behoort plaats te hebben dan
voor de aflossing der geldleeningen in den regel wordt bepaald,
en dat dus hier zal dienen te worden gehandeld gelijk bij
vorige gelegenheden in dergelijke gevallen is geschied. Zie
Raadsbesluiten van 24 Augustus 1893, naar aanleiding van
Ing. St. 1893, n°. 214; raadsbesl. van 30 Januari 1896, (lng.
St. 1896, n°. 9); raadsbesl. van 26 Augustus 1897, (Ing. St.
1897, n<>. 199).
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 365. Leiden, den 13 November 1900.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen dat zij geene bedenkingen heeft tegen het
voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 7 November
j.l. (Ing Stukken n°. 259) in zake den aankoop van de per-
ceelen in de Volmolensteeg Nis 1, 3, 5, 7 en 9, Lijsterpoort
1, Prinsensteeg Nis 4 en 6 en Langegracht No. 114, kadastraal
bekend onder sectie B Nis 565, 17031707, 1365, 1366 en
1708, gemeente Leiden, voor den prijs van f 8156.16.
Zij stelt U derhalve voor dienovereenkomstig te besluiten
en den overgelegd en begrootingsstaat vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 366. Leiden, den 13 November 1900.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen dat er bij haar geene bedenkingen bestaan
tegen de voorstellen van Burgemeester en Wethouders d.d.
29 October j.l. (Ing. Stukken n°. 253) tot verhooging van enkele
posten der begrooting voor den loopenden dienst waarvan de
raming te laag is gebleken tot een gezamenlijk bedrag van
8985 51 en tot betaling uit den post voor onvoorziene uit
gaven van een bedrag van 1213.40 ter voldoening der
declaratie van de heeren de Jongh, Tellegen en de Koning
wegens het door hen uitgebracht advies over het plan van
den Directeur van Gemeentewerken voor de rioleerlng van
deze gemeente.
Zij geeft U derhalve in overweging de overgelegde begroo-
tingsstaten vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 267. Leiden, 13 November 1900.
In 1898 werd door de raadsleden de Goeje, L. Driessen,
Kroon en Siegenbeek van Heukelom ten aanzien van de
adressen in zake het opnemen van bepalingen omtrent mini
mum loon en maximum arbeidsduur in de bestekken van
gemeentewerken, het volgende voorstel ingediend:
Ondergeteekenden, overwegende
dat het in 't algemeen af te keuren is, op een door den
Gemeenteraad met niet twijfelachtige meerderheid genomen
beslissing terug te komen, tenzij of veranderde omstandig
heden, of geheel nieuwe feiten dit wenschelijk maken;
dat den 9en Mei 1895 na uitvoerige beraadslaging een
voorstel van Burg. en Weth. tot vaststelling van bepalingen
omtrent minimum loon en maximum arbeidstijd in bestek
ken, is verworpen met 15 tegen 12 stemmen;
dat noch in de thans ingekomen adressen, noch in het
voorstel van Burg. en Weth. omstandigheden of feiten zijn
aangevoerd, die eene herhaling van de discussies over dit ont
werp rechtvaardigen;
hebben de eer den Gemeenteraad voor te stellen de inge
komen adressen aan te nemen voor kennisgeving.
Dit voorstel is in de zitting van 10 Maart 1898 aangenomen.
Daar ook in de thans ingezonden adressen evenmin als in
het stuk van Burg. en Weth. omstandigheden of leiten zijn
medegedeeld, die naar de meening van ondergeteekenden eene
herhaling der beraadslaging over dit onderwerp rechtvaar
digen
hebben zij de eer den Gemeenteraad voor te stellen, de in
gekomen adressen voor kennisgeving aan te nemen.
M. J. de Goeje.
J. A. van Hamel.
P. J. van Hoeken.
A. W. Kroon Jr.
Aan den Gemeenteraad.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.
f
4