90 DONDERDAG 25 OCTOBER 1900 De notulen van het verhandelde in de vergadering van 4 October worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Missive van den Commissaris der Koningin dd. 29 Sep tember jl. ten geleide van de beschikkingen waarbij de Heeren P. J. Groen, W. Kok en J. Wilhelmy Damsté zijn benoemd tot leden van het College van Zetters van 's Rijks directe belastingen. 2°. Missive van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland, dd. 0 October jl., houdende mededeeling dat door de vereenigde vergadering is besloten Rijnlands aandeel in de Zijl-ofSpan- jaardsbrug met brugvvachterswoning aan de gemeente over te dragen met bijbetaling door het Hoogheemraadschap van 3457.08. 3°. Missive van Ged. Staten, dd 9/13 October jl., houdende ontvangstbericht van de in de zitting van 4 October jl. vast gestelde verordening op het vervoer van lijders aan eene be smettelijke ziekte. 4°. Dispositie van Ged. Staten dd 9/15 October jl., ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit van 4 October jl. tot onderhandsche verhuring van de visscherij in de vroonwateren enz, aan J. C. Spaargaren. 5°. Missive van Ged. Staten, dd. 15/20 October jl., ten ge leide van het goedgekeurd le Supplet. kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1900. 0°. Dispositie van Ged. Staten, dd. 10/22 Oct. jl., ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit van 4 October jl„ tot verhooging van de begrooting, dienst 1900 in ontvang en uitgaaf met 110000,— voor de op- en inrichting van het sanatorium op het landgoed Rhijngeest. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over 1°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen aanslag in de plaats, directe belasting, dienst 1900. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 2°. Begrooting dienst 1901, van de Stedelijke hank van leening. Zal worden behandeld bij de Gemeentebegrooting. 3°. Verzoek van W. H. de Greve, om afschrijving van plaats, directe belasting, dienst 1900, wegens woonplaatsverandering. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 4°. Suppletoire staat van begróoting, dienst 1900, van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 5°. Missives van de Kerkeraden der Nederd. Hervormde ge meente, en der Gereformeerde Kerken Afd. A en B, houdende betuiging van instemming met het, adres van het Bestuur der plaatselijke afdeelingvan de Nederlandsche Vereeniging tegen de Prostitutie, betreffende de intrekking van de ver ordening op de huizen van ontucht en de publieke vrouwen, en die te vervangen door oen andere, waarbij het houden van huizen van ontucht wordt verboden. 0°. Adres van Bestuursleden van den Leidschen Bestuur- dersbond e. a. houdende verzoek om de van wege de ge meente aan te besteden werken zooveel mogelijk hier ter stede te doen uitvoeren, en in de bestekken van aanbesteding bepalingen op te nemen omtrent minimum-loon en maximum arbeidstijd en het in het werk stellen van halfwassen. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 7°. Rekening dienst 1899 van het College van Vrouwen- Kraam moeders. Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 8°. Missive van P. Maats, C. van der Lee en M. Quartet, houdende uitnoodiging tot ondersteuning van de tramplannen van de Hollandsche Electrische Spoorwegmaatschappij. Wordt voor kennisgeving aangenomen na mededeeling van den Voorzitter, dat feitelijk reeds aan den geuiten wensch is voldaan. 9°. Voordracht van het Bestuur van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis ter benoeming van eene Regentes. 10°. Verzoek van C. A. Simonis om ontslag van de huur van een gedeelte gemeentegrond in de Gortestraat, met overne ming door de Gemeente van den opstal volgens taxatie. Worden gesteld in handen van Burg en Weth. 11°. Adres van H. W. Hoogeboom Sr. en anderen, betreffende de nakoming van de voorwaarden gesteld bij de vergunning, verleend aan A. Klootwijk, tot oprichting van een machine fabriek op het perceel Overrijn 5, en houdende verzoek om die voorwaarden ook te stellen en te handhaven bij de te ver- leenen vergunning tot uitbreiding dier fabriek. De heer den Houter. Hoe luidt dat adres De Voorzitter. In dat adres wordt verzocht, dat dezelfde voorwaarden, die destijds door Leiderdorp zijn opgelegd, ook door ons zullen worden opgelegd bij het geven van vergun ning voor de uitbreiding van de fabriek. De heer den Houter. Waarin bestaan dan deze voorwaarden De Voorzitter. Die voorwaarden hebben betrekking op eene beperking van den werktijd. Daarom stel ik voor dit adres in handen van Burg. en Weth. te stellen ter afdoening, omdat volgens de fabriekswet de uitvoering der desbetref fende bepalingen bij Burg. en Weth. behoort, en niet bij den Raad. De heer den Houter Dit spreek ik niet tegen, doch ik wenschte te weten, hoe die bepalingen luiden. De Voorzitter. Inlichting wil ik U wel geven. Aan de gewone voorwaarden is deze toegevoegd, dat er niet mag worden gewerkt van 's avonds 9 tot 's morgens 5 uur. De bepaling van Leiderdorp deugde niet. Deze luidde: dat niet mocht worden gewerkt 's avonds na 9 uur, doch er was geen begintijd voor den arbeid vastgesteld. Nu door de aanvrage tot het bouwen van loodsen en uitbreiding van werkplaatsen weer eene vergunning noodig is, wenschen Burg. en Weth. te bepalen, dat er niet mag worden gewerkt tusschen 9 uur 's avonds en 5 uur 's morgens. De heer den Houter. Ik heb niet het recht in deze van advies te dienen, daar de beslissing bij Burg. en Weth. behoort, maar het zou mij toch verwonderen als Burg: en Weth. besloten aan die fabriek beperkende voorwaarden op te leggen, waar vlak aan den overkant een groote inrichting, de Grofsmederij, nacht en dag werkt. Het is wel vreemd de kleine industrie, die wij juist moeten steunen, door beper kende bepalingen tegen te werken, terwijl de Grofsmederij, die werkelijk den geheelen omtrek beheerscht, vrij blijft. De Voorzitter. Ik kan in deze vergadering moeilijk dis cussie toelaten over deze zaak. Het betreft hier de uitvoe ring van een Rijkswet, welke uitvoering geheel en al thuis hehoort bij Burg. en Weth. Ik wil alleen nog dit zeggen, dat de vergunning, aan de Grofsmederij verleend, dateert van vóór mijn optreden en zeer lang geleden verleend is. De heer Zillesen. Het is niet om discussie te voeren, doch ik wensch alleen tegenover hetgeen door Dr. den Houter is aangevoerd, mede te deelen dat voor zoover mij bekend is, op de Grofsmederij 's nachts niet gewerkt wordt, behou dens enkele uitzonderingen, terwijl dit bij Klootwijk meer malen plaats vindt. Het adres wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. ter afdoening. 12°. Adres van J. Ju, houdende klacht over de allevering ten zijnen behoeve van cokes aan de Stedelijke Gasfabriek. Dit adres alsmede de daaromtrent door Commissarissen van de gasfabriek verstrekte inlichtingen zullen in de Leeskamer ter inzage van de leden van den Raad worden nedergelegd. 13°. Verzoek van D. Komen om eervol ontslag als Hoofd opzichter bij de Gemeentewerken, tegen 1 December a. s. 14°. Verzoek van J. Verhoog Jz„ om vergunning tot het bouwen van een hofje aan de Bakkerssteeg, op het terrein kad. bekend Sectie F n°. 102(3 en 815 en n°. 024 en 025. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. Aan de orde is: I. Verzoek van ,T. T. Wanjou, om terugbetaling van school geld, Lager Onderwijs. (Zie Ing. St. no. 240). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming gunstig op beschikt. II. \erZoek van Mej. F. J. Eldering, om het gebruik van het lokaal voor Natuurkunde der Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. no. 237). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming gunstig op beschikt. III. Verzoek van de afdeeling Leiden der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, om het kosteloos gebruik van een schoollokaal. (Zie Ing St. n°. 24(3). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming gunstig op beschikt. IV. Voorstel tot vaststelling van een suppletoiren begroptings- staat ad ƒ400.000.voor de kosten van op- en inrichting van het gemeentelijk slachthuis. (Zie Ing. St. n°. 239).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 2