DONDERDAG '25
OCTOBER 1900.
105
in een volgende raadsvergadering kunnen wij verduidelijking in
de verordening aanbrengen en hierover discussieeren in den
geest van den heer de Lange. Daarom geef ik den heer de
Lange in overweging zijn amendement in te trekken.
De heer de Lange. Ik dank den heer Fockema Andreoe
voor zijn steun. Ik trek thans mijn voorstel in en wensch
alleen nog te vragen aan Burg. en Weth. of zij de zaak die
ik voorstelde zelfstandig ter sprake willen brengen, of dat zij
wachten tot dat ik een nader voorstel indien.
De Voorzitter. Het beste is, dat Burg. en Weth in over
leg treden met de Commissie van Fabricage en de zaak goed
uitmaken. Ik wil ook nog wel eens nazien wat ik in 1895
gezegd heb Burg. en Weth. zeggen dus overleg met de
Commissie van Fabricage toe. Mocht dit niet leiden tot over
eenstemming en het indienen van een voorstel door Burg. en
Weth. dan kan de heer de Lange het initiatief nemen, waartoe
hij als lid van den Raad het recht heeft.
De heer de Lange trekt zijn amendement in.
Volgn. 12 wordt hierop zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd
Volgn. 13—14 worden achtereenvolgens zonder beraadsla
ging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Voorzitter. Volgn. 15 moet worden verminderd met
335.en volgn. 16 met f 267
Deze volgnrs worden zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
Volgn. 1739 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Voorzitter. Volgn. 40 moet worden verhoogd met
f 3457.-.
Deze post, wordt zonder beraaadslaging of hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
Volgnrs. 41—42 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Voorzitter. Volgn. 43 moet worden verhoogd met 167,
Volgnrs. 43—55 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Voorzitter. Burg. en Weth. stellen nu voor de posten
voor inkomstenbelasting en onvoorziene uitgaven te laten
zooals zij zijn, en ter voorziening in de nog ongedekte uit
gaven ad ƒ3398.— den post van ontvangst van de gasfabriek
met f 3398.— verhoogen. Vermoedelijk zal de raming der
ontvangsten van de Gasfabriek wel met dit bedrag overschreden
worden.
Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten.
Volgn. 176 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
De begrooting thans in haar geheel bedragende in ontvangst
en uitgaaf 1.197.205.—, in stemming gebracht, wordt daarna
goedgekeurd met algemeene stemmen.
Daar niets meer aan de orde is en niemand meer het
woord verlangt, wordt de vergadering gesloten.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen K: Zoon.