GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 01 IXOEKOMEN STUKKE» N°. 168. Leiden10 Juli 1900. Reeds sinds geruimen tijd doet zich de behoefte gevoelen aan uitbreiding der localiteit in de Hoogere Burgerschool voor Jongens. Voor de tien afdeelingen, waarin de 5 klassen zijn gesplitst, zijn toch slechts 9 leerlokalen beschikbaar. Dientengevolge was steeds een klasse ambulant. Dat een dergelijke toestand ongewenscht is, behoeft geen betoog. Bovendien zou de Hoogere Burgerschool thans nog een lokaal moeten afstaanomdat het genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix weder, evenals vroeger, de geheel vrije beschikking over een lokaal moet hebben. Dan zouden dus twee lokalen te kort komen. Wij hebben daarom uitgezien naar middelen om in dien toestand verbetering te brengen en meenen dit te kunnen bereiken, door een tweetal lokalen van het voormalige gym nasium, welke tot dusverre eene andere bestemming hadden, aan het onderwijs dienstbaar te maken. Een dier vertrekken was namelijk gratis aan de Vereeni- ging «Armenzorg" ten gebruike afgestaan en is thans op ons verzoek door die vereeniging ontruimd; het andere was in gebruik bij het muziekcorps der d. d. Schutterij voor het houden zijner repetities. Voor dit doel kan echter gevoegelijk een der zalen van het cholerahospitaal worden aangewezen. Op deze wijze komen dus twee lokalen beschikbaar, die wij zouden wenschen in te richten als leerzaal en kabinet voor de Natuurlijke Historie. De daardoor vrijkomende ver trekken op de bovenverdieping kunnen dan gewone leerlokalen worden. Behalve dat op deze wijze iedere afdeeling haar eigen vast leerlokaal zal verkrijgenzal ook aan het genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix weder, evenals vroeger, de vrije beschikking over een lokaal kunnen worden afgestaan, terwijl het dit in den laatsten tijd met de Hoogere Burger school moest deelen. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs kan zich, blijkens haar in de Leeskamer ter inzage neder- gelegde missive, in allen deele met de voorgestelde regeling vereenigen, terwijl ook de Commissie van Fabricage blijkens haar rapport tegen het door den Directeur van Gemeente werken ontworpen plan van verbouwing geene beden kingen heeft. Die verbouwing zal een uitgave eischen van ƒ1700.met inbegrip van een bedrag van f 500.voor het aanschaffen van nieuwe schoolbanken. Wij geven Uwe Vergadering thans in overweging een bedrag van 1700.ter onzer beschikking te stellen voor de inrichting van een tweetal lokalen van het oude gymna sium ten behoeve van het onderwijs aan de Hoogere Burger school voor Jongens en den desbetrelïenden staat van af- en overschrijving vast te stellen. Op den post voor «Onvoorziene Uitgaven", waaruit deze uitgave uit den aard der zaak zal moeten worden gekweten, zijn thans nog 18748.93' beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 169. Leiden, den 9 Juli '1900. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat zij geen bezwaar heeft tegen de voor stellen van Burgemeester en Wethouders tot toekenning aan den heer P. Werkman van eene gratificatie ad 1000. als erkenning van de gewichtige diensten door hem in het afgeloopen jaar bewezen bij de tijdelijke waarneming der be trekking van Directeur der Hoogere Burgerschool voor jongens en tot overname door de gemeente Leiden van het aandeel van het Hoogheemraadschap Rijnland in den eigen dom, het onderhoud en de bediening der Spanjaardsbrug. Zij stelt U derhalve voor dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 170. Leiden, den 11 Juli 1900. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergade ring mede te deelen dat zij geene bedenkingen heelt tegen het voorstel van Burg. en Weth. van den lOden Juli j. 1. (Ing. Stukken n°. 163) tot beschikbaarstelling van gelden voor de inrichting van een tweetal lokalen van het oude Gymnasium ten behoeve van het onderwijs aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens Zij stelt U derhalve voor den overgelegden begrootingsstaat vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 171. Leiden, den 7 Juli 1900. Ter voorziening in de vacature, die in ons college is ont staan door het eervol ontslag, den Heer Prof. Dr. J. van Leeuwen verleend, hebben wij de eer U de volgende aanbe velingslijst van twee personen te doen toekomen: 1°. Dr. D. C. Hesseling, 2°. Dr. A. Beets. Curatoren van het Gymnasium, T. Zaaijer, Voorzitter. J. C. van der Lip, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 172. Leiden, 18 Juli 1900. Onder overlegging van bijgaand schrijven van Commissa rissen der Stads-Bank van Leening, met welks strekking wij ons geheel kunnen vereenigen, geven wij Uwe Vergade ring in overweging Commissarissen voornoemd te machtigen tot uitkeering van eene gratificatie van 150.aan den onderkassier S. A. Schoevers en van eene van f 50.aan den boekhouder J. G. den Tonkelaar, als belooning wegens buitengewone diensten gedurende de ziekte en na het over lijden van den voormaligen Controleur der Bankbewezen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 7 Juli 1900. Gedurende de ziekte en na het overlijden van den Con troleur der Bank van Leening P. J. C. Dee, tot aan het optreden van den nieuwbenoemden Controleur A. J. Wit- mans Abz.dat is dus gedurende ruim een half jaarzijn de aan die betrekking verbonden werkzaamheden verricht en de daarmede gepaard gaande verantwoordelijkheid gedra gen door den onderkassier S. A. Schoevers. Ook de werkzaamheden van den Boekhouder J. G. den Tonkelaar zijn ten gevolge van de bovenvermelde omstandig heden gedurende datzelfde tijdvak vermeerderd. De wijze waarop zij beiden zich van hunne verplichtingen gekweten hebbengaf alleszins reden tot tevredenheid. Het komt ons billijk voor, dat hun voor dien buitenge wonen arbeid eene tegemoetkoming worde toegekend. Wij nemen derhalve de vrijheid aan Uwe vergadering machtiging te vragen om als buitengewone toelage uit te keeren Aan den heer Schoevers f 150. en aan den heer den Tonkelaar 50.bedragen die zeker zeer matig zijn te achten, doch bij welker bepaling wij vermeenden rekening te moeten houden met de omstandigheid, dat de aan onze zorgen toevertrouwde instelling tegenwoordig in niet bloeien- den toestand verkeert. Commissarissen der Bank van Leening te Leiden, H. van der Hoeven, Voorzitter. G. II. Kokxhoorn, Wd. Secretaris. Aan den Baad der Gemeente Leiden. N°. 173. Leiden, 18 Juli 1900. Wij geven Uwe Vergadering in overweging afwijzend te beschikken op nevensgaand verzoek van T. H. Ritman om terugbetaling van schoolgeld voor zijn dochtertje Marie, dat wegens aanhoudende ongesteldheid de meisjesschool le klasse sede,t begin Maart niet meer heeft kunnen bezoeken, aan gezien de verordening op de heffing van schoolgelden aan de Scholen voor Lager Onderwijs alleen bij tusschentijdsch vertrek der leerlingen uit de gemeente, teruggave van betaald school geld toelaat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 30 Juni 1900. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Ondergeteekende brengt ter Uwer kennis, dat zijn Dochtertje Maria, door aanhoudende ongesteldheid, de meisjesschool le klasse, Hoofd d. s. Mejuffr. Maclaine Pont, van af heden zal verlatenen daar zij door genoemde omstandigheid reeds van begin Maart 1.1. die school niet heeft kunnen bezoeken is mijn beleefd verzoek reductie van schoolgeld van af begin Maart 1.1. Hoogachtend UEd. Dw. T. H. Ritman.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 1