53 Volgn. 43d. Kosten van vergelijkende examens met f50.Met het oog op de kosten, verbonden aan een ge houden vergelijkend examen voor de betrekking van 3en onder wijzer aan de school 3e kl. n°. 1, stellen wij voor dit artikel met een bedrag van f 50.te verhoogen, te vinden door af schrijving van de Onvoorziene Uitgaven. Volgn. 476. Onvoorziene Uitgaven met: f 244.50. Van de coupons over t899 in de geldleening der gemeente is een bedrag van ƒ220.50 tot dusverre onopgevor- derd gebleven; van die over 1898 en vorige jaren een bedrag van ƒ21.samen f 241.50. Deze som zal als gedeelte van het vermoedelijk batig saldo van den dienst 1899 op het jaar 1900 kunnen worden overgebracht en betaalbaar worden gesteld op de Onvoorziene Uitgaven. Wij geven U thans in overweging tot. de voorgestelde ver hoogingen en af- en overschrijvingen te besluiten, en de hierbij overgelegde staten model A, B en C vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 1+2. Leiden, 8 Juni 1900. In overleg met den Arrond.-Schoolopziener en na ingewon nen bericht van het Hoofd der Schoolhebben wij de eer U de volgende voordracht aan te bieden voor de benoeming van een 3en onderwijzer aan de school 3e klasse n°. 3, ter vervul ling van de vacature, ontstaan door de benoeming van J. Huge tot 2en onderwijzer. 1°. J. W. OTTÜ, tijdelijk onderwijzer aan die school; 2°. P. C. G. A. WIJKMANS, kweekeling aan die school; en 3°. G. H. NUES1NK, kweekeling aan de school 3e klasse, n°. 2. Wij verzoeken U alsnu tot ecne benoeming te willen over gaan.' Aan den Gemeenteraad. Burg en Weth. van Leiden. N°. 1+3. Leiden, 8 Juni 1900. Bij de Memorie van Antwoord op de begrooting voor dit jaar werden door ons voorstellen in uitzicht gesteld ter ver betering van de communicatie van het zuid-oostelijk deel onzer gemeente met de binnenstad, o. a. door het leggen van een vaste rijbrug over de Zoeterwoudsche Singelgracht ter hoogte van de Kraaierstraat en van een brug voor voetgangers ter hoogte van Musis Sacrum. Bij de daarop gevolgde behan deling dier begrooting in den Gemeenteraad werd van ver schillende zijden betoogd, dat er, afgescheiden van de wensche- lijkheid eener overbrugging van de Zoeterwoudsche Singel- gracht, een meer oogenblikkelijke behoefte bestond aan eene overbrugging van de Witte Singelgracht tegenover de Kaiser- straat, met welke opmerkingen de Voorzitter namens het Col lege van Dagelijksch Bestuur toezeide te zullen rekening houden. En spoedig daarop werd het hiernevens aan Uwe Vergadering overgelegd adres van een 115 tal bewoners van den Witten Singel, de Vliet en Vreewijk ingediend, waarbij op verschil lende gronden tot het leggen van een rijbrug over de Witte Singelgracht tegenover de Kaiserstraat wordt aangedrongen. Uit het dientengevolge door ons ingesteld onderzoek kwamen ook wij tot de overtuiging, dat vooralsnog eene meer dadelijke behoefte bestaat aan eene vaste verbinding van Vreewijk met de binnenstad. En het komt ons met adressanten voor, indien Uwe Vergadering tot den aanleg van zoodanig communicatie middel mocht besluiten, dat die verbinding door een rij brug moet worden tot stand gebracht, omdat, ook al mocht voor- loopig door een brug voor voetgangers en handkarren vol doende in de behoefte kunnen worden voorzien, deze waar schijnlijk toch na verloop van enkele jaren door een rijbrug zou moeten worden vervangenen dus onnoodige uitgaven zouden zijn gedaan. Ook de Commissie van Fabricage is blijkens haar in de Leeskamer overgelegd rapport van oordeel, dat een rijbrug tegenover de Kaiserstraat wenschelijk is. De kosten van zulk een brug met steenbekleeding (welke met het oog op het vrij drukke vervoer, dat daar ter plaatse mag worden verwacht, noodzakelijk is), worden door haar begroot op ƒ20.000. Dit bedrag zal uit den aard der zaak door geldleening moeten worden gevonden. Op grond van een en ander gev^n wij Uwe Vergadering in overweging, in afwachting der nadere voorstellen, welke door ons zullen worden ingediend ter verbetering van de communicatie van den Zoeterwoudschen Singel met de binnenstad, te besluiten tot den aanleg van een rijbrug met steenbekleeding over de Witte Singelgracht tegenover de Kaiserstraat, waarvan de kosten door ons worden begroot op ƒ20.000.—, en in verband hiermede over te gaan tot de vaststelling van den hijgevoegden suppletoiren begrootingsstaat, ten bedrage in ontvang en uitgaaf van ƒ20.000. Aan den Gemeenteraad Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergot.ee- kenden, allen bewoners van Witte Singel, Vliet, verschillende straten van Vreewijk, enz.; dat zij tot hunne verwondering hebben kennis genomen van het plan twee bruggen te doen maken over de Zoeter woudsche Singelgracht dat zij vermeenen het veel meer aanbeveling verdient, ja, noodzakelijk is, een brug te doen leggen over de Witte Singelgracht voor de Kaiserstraat, ter plaatse, waar nu de overgang der gracht door middel van een pont plaats heeft en wel om de navolgende redenen; 1". komt hierdoor een kortere verbinding tot stand tusschen de oude stad en het door hen bewoonde geannexeerde ge deelte, hetgeen vooral ook ten goede komt aan de bezoekers enz der op Vreewijk gebouwde laboratoria; (Hierbij merken zij op, dat de kortste weg van Vreewijk, Witte Singel, Vliet enz. naar het Station is over de pont door Kaiserstraat enz.). 2°. wordt dan het gevaar, waaraan zij en vooral hunne schoolgaande kinderen blootstaan door het drukke verkeer op de Doezabrug, vooral op marktdagen, zeer verminderd; 3°. wordt voorkomen het groote ongerief, dat rij-, voer tuigen en handkarren ondervinden bij het gebruik maken der zeer hoog gelegen brug over de Naakte Sluis; en 4°. wordt opgeheven de pont en daardoor een zeker soort belasting, verschuldigd bij het gebruik maken dezer pont. Om deze redenen verzoeken ondergeteekenden IJ Edel achtbare Heeren zeer beleefd er toe te willen besluiten een brug te doen maken als door hen in dit request bedoeld. 't Welk doende, enz. D. Kruissink. Leiden, 1 Novemberl899. (Volgen de namen van nog 114 adressanten.) N°. 1++. Leiden, den 8 Juni 1900. Ter vervulling van de vacature, ontstaan aan de openbare school der 3e klasse n°. 4 ten gevolge van de benoeming van Mej. M. F. J. de Vries tot derde onderwijzeres aan de Meisjes school le klasse, hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij de volgende voordracht aan te bieden: 1°. Mej. J. W. C. PANDER, thans tijdelijk werkzaam aan die school; 2°. Mej. C. A. ROEPER BOSCH, tijdelijk onderwijzeres aan de openbare school 3e kl. n°. 1 en 3°. Mej. L. A. E. VAN NOUHUIJS, tijdelijk onderwijzeres aan de school 3e klasse n°. 5. Onder mededeeling dat de voordracht is opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener en na inge wonnen bericht van het hoofd der school en dat de stukken ter inzage van de leden in de Leeskamer zijn nedergelegd verzoeken wij IJ tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 1+5. Leiden, 8 Juni 1900. Bij de Commissie van Financiën bestaat geen bezwaar tegen de door het bestuur tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen ingediende rekening over 1899. Zij stelt U mitsdien voor tot goedkeuring van die rekening over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J, J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 7