51 In hoofdzaak ten gevolge van mutatiën in het personeel der Controleurs kon met het geraamde bedrag voor kleeding niet worden volstaan. Voorts was de aanschaffing van nog eenige dreggen voor de agenten noodig. Een en ander vorderde een hoogere uitgaaf van 228.65. Volgn. 112. Belooning enpremiën aan de brand- spuitlieden en beambten Bij de begrooting is gerekend op de kosten van 2 branden elk van 10 uren. In 1890 hadden 41 branden plaats, waarvan 8 groote, uitslaande. Eene verhooging van het artikel met 554.72s is dientengevolge noodig. Volgn. 120. Kosten voortvloeiende uit het nemen van maatregelen ten behoeve van den openbaren gezondheidstoestand liet uitdiepen der sloten langs Zoeterwoudschen- Witten- Heeren- en Maresingel waarvoor op de begrooting geen gelden beschikbaar waren gesteld bleek dringend noodzakelijk en vereischte een uitgave van 470 Ten behoeve van de gewone, jaarlijks terugkeerende uitgaven op dit artikel (voor ontsmetting van markten, urinoirs enz. be graven van afgekeurd vleesch en visch, vervoer van aan besmettelijke ziekten lijdende personen enz is voorts een aanvulling met 91.08 noodig ge bleken). Volgn. 122'. Kosten der Middelbare scholen. Jaarwedden De kosten der tijdelijke vervanging van Dr. de Loos'en Mej. Michelsen, aan wie verlof werd verleend wegens ziekte, maken eene verhooging van het artikel noodig. 554.72® 122v. Diverse uitgaven Middelbare geraamde som bleek de school aan den Maresingel Volgn. scholen De kosten der advertentiën voor de oproeping van sollicitanten hij vacatures konden niet wor den bestreden uit het daarvoor beschikbare bedrag van 50. Volgn. 124. Jaarwedden der onderwijzers, lager onderwijs Hoofdzakelijk is de verhooging noodig wegens de kosten van de tijdelijke vervanging van onder wijzend personeel bij ziekte. Volgn. 126. Toelagen en bijdragen tot opleiding van onderwijzers Een kleine verhooging voor de onderdeelen Moe- lagen" en vuur en licht bleek noodig. Volgn. 132. Kosten van verlichting en verwar ming der schoollokalen De voor enkele scholen niet toereikende vooral eischte een ruimer bedrag Ook de stijging der cokesprijzen bezwaarde den post. Volgn. 144. Kosten van verpleging van arme krankzinnigen De kosten bedroegen 32641.05 waarvan is be taald aan het gesticht Endegeest 30956.40, aan dat te Bloemendaal ƒ1684.65. De raming bedroeg 28900. Volgn. 144a. Aandeel van het Rijk en de Pro vincie in de bijdragen van particulieren wegens verpleegkosten van arme krankzinnigen De hoogere opbrengst dezer bijdrage (volgn. 52a) leidde tot een hoogere uitkeering aan Rijk en Provincie. Het Rijk had te'vorderen 189 08, de Provincie f 236.34® samen 425.42". Geraamd was 380. De bijdragen van particulieren bedroe gen /'1573,33, tegen een raming van 1290. Volgn. 148. Kosten van verpleging in het Zie kenhuis der Rijks Universiteit De verpleegkosten bedroegen in het lste halfjaar van 1899 4455.in het 2,t|- halfjaar ƒ4564,50, samen ƒ9019.50. De raming bedroeg 7500. Volgn. 150. Schadeloosstelling aan armbestu ren en Godshuizen voor het verlies dat zij door de opheffing der armbakkerij als stedelijke inrich ting kunnen lijden Het maximum dezer schadeloosstelling bedraagt ƒ2235.24 voor 't geheel. De over 1899 verschul digde uitkeering f 175900®. De raming bedroeg 1750. Volgn. 156. Pensioenenlijfrentenwachtgelden De in den loop van 1899 toegekende pensioenen maken, na aftrek van vrijgevallen gelden wegens overlijden van gepensionneerden, eene aanvulling van het artikel met 1556.13 noodig. 501.68 1147.00® 85.42 2062.74 14.12® 333 28 3741.35 45.42® 1519.50 9.00= 1556.13 Volgn. 174 Rente garantie aan de Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmans woningen447.46 Blijkens de door de Vereeniging ingediende rekening over 1899, zal door de gemeente eene som van f 447.46 moeten worden bijgedragen. In afwachting van de goedkeuring der rekening wordt voorgesteld het artikel, dat voor Memorie was uitgetrokken, met gelijk bedrag te verhoogen. Volgn. 175. Kosten der Hank van Leening 293.55® De exploitatie dezer instelling leverde, blijkens de^ vastgestelde rekening, een nadeelig slot op van 593.55. De raming bedroeg 300.Eene ver hooging van het artikel met 293.55® wordt voorgesteld. Het totaal der voorgestelde verhoogingen be draagt 21180 ÖO5. Tot dekking van dit tekort kan worden gebruik gemaakt van het restant op den post voor onvoorziene uitgaven ten bedrage van 3685.50; voorts van eenige hoogere opbrengsten, vermeld in den hierbij gevoegden staat model C. In de hoogere ontvangsten op volgn. 40 «Andere ontvangsten niet tot de vorenstaande behoorende," zijn begrepen f 5290.— 325.— en 107.25 wegens teruggave van kosten van stratenaanleg Wij geven Uwe Vergadering thans in overweging tot de voorgestelde verhoogingen te besluiten door vaststelling van de hierbij ge voegde staten model B en C. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N". 138. Leiden, 5 Juni 1900. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van P. J. van Hoeken hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat sinds de wijziging der verordening op het Bouwen en Sloopen bij verordening van den 25en Januari 1.1.. gebouwen van hout of andere licht brandbare stoffen slechts met ver gunning van den Raad mogen worden gemaakt. Aangezien ons nu bij onderzoek gebleken is dat tegen het door adres sant ingediende plan voor de inrichting van een bergplaats voor houtwaren met bovenbouw van hout aan de Havenkade n°. 9 geenerlei bezwaar bestaat en dergelijke inrichtingen bezwaarlijk aan hare bestemming kunnen beantwoorden wan neer zij van andere bouwstoffen worden vervaardigd, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan P. J. van Hoeken de bij art. 3 b der Bouwverordening bedoelde vergunning ten aanzien van den bovenbouw van het perceel Havenkade n°. 9 te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft ondergeteekende met verschuldigden eerbied te kennen dat hij tot uitbreiding zijner zagerij en berging van hout waren, het gebouw havenkade n°. 9 wenscht te maken met bovenverdieping van hout; de teekeningen zijn u bereids toe gezonden. Aangezien volgens de verordening alle gebouwen binnen deze gemeente van steen moeten worden gebouwd, zal hij gaarne bovenstaande toestemming ontvangen. 'tWelk doende Uw dw. dienaar, P. J. van Hoeken. N°. 131). Leiden, 5 Juni 1900. Op verzoek van uw medelid A. E. van Kempen, lid van het Bestuur der Vereeniging tot Christelijke Ziekenverpleging «het Diaconessenhuis" alhier, verhinderd uwe vergadering van den 17<ten Mei 11. bij te wonen, werd op voorstel van den Voorzitter besloten het verzoek van dat Bestuur om vergun ning tot demping van een gedeelte sloot langs den Witten Singel vóór het kadastrale perceel Sectie M. n° 1635 en 1636 van de agenda af te voeren. Daags daarna ontvingen wij nevensgaand adres, door W. Fontein namens het Bestuur ingediend, houdende verzoek om den door demping verkregen grond c. q. tot tuin te mogen inrichten, in stede van dezen te bestraten, waartoe het Bestuur bij aanneming van ons onder n°. 109 der Ingekomen Stukken opgenomen praeadvies zou zijn verplicht geworden. Het komt ons voor, en wij wijken in dezen af van het hierbij aan Uwe Vergadering overgelegd advies der Commissie van Fabricage, dat tegen inwilliging van dit nader verzoek geen bezwaar bestaat. Wordt al in den laatsten tijd, zooals de Commissie van Fabricage opmerkt, in den regel aan vergunningen tot demping van sloten zoodanige voorwaarde verbonden, dat de door demping verkregen grond, voor zooverre gemeente-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 5