42
Alleen wenschen wij nog op te merken, dat spoed in deze
aangelegenheid dringend noodzakelijk is; vooral ook met het
oog op den toestand van de Leidsche slachtplaatsen. Over
het algemeen is deze hoogst onbevredigend en in den laatsten
tijd is ons gebleken, dat met behulp van de Hinderwet en
van de bestaande Verordening op de vee- en vleeschkeuring
in dezen toestandzoolang omtrent de oprichting van een
openbaar slachthuis geene beslissing is genomen, weinig of
geene verbetering te brengen is.
Onder overlegging van de verschillende stukken en het
ontworpen schetsplan geven wij Uwe Vergadering in over
weging te besluiten
1°. tot de oprichting van een openbaar gemeentelijk slacht
huis op het aan de gemeente toebehoorende terrein, gelegen
aan den Maresingel, Kadastraal bekend onder Sectie K, ms 151,
153, 920, 922, 924 en 927;
2°. Burg. en Weth. uit te noodigen al die Verordeningen
te ontwerpen en aan den Raad voor te leggen, welke door
het sub. 1° te nemen besluit worden gevorderd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Bijlage I.
Leiden24 Februari 1900.
Gevolg gevende aan een daartoe strekkende opdracht in
zake een alhier te maken abattoir, heb ik de eer hierbij aan
te bieden en aan de overwegingen van Uw College te onder
werpen een plan van zoodanig abattoir op de schaal 1 d 200,
benevens raming van kosten van het geheel ten bedrage van
f 400,000.-.
Reeds in September 1897 werd door den Heer Dr. D. A. de
Jong, Inspecteur der vee- en vleeschkeuring hier ter plaatse,
omtrent die aangelegenheid een uitgebreid verslag uitgebracht
en de wenschelijkheid en het nut van zoodanige inrichting
op zoo klemmende wijze in het licht gesteld, dat ik mij ont
heven mag achten van de taak zulks andermaal uiteen te
zetten.
Aan bovengenoemd verslag was tevens toegevoegd een
voorloopig ontwerp van zoodanig abattoir met toelichtende
memorie van mijn ambtsvoorganger den Heer H. Paul; bij
dat ontwerp tweeledig opgemaakt, te weten met en zonder
koelhuis was als plaats gekozen het Schuttersveld.
De vele belangrijke theoretische en practische aanwijzingen
in dat' Verslag met Bijlagen aangetroffen hebben mij de uit
voering der geëerde opdracht van Uw College in groote mate
vergemakkelijkt en mij tot richtsnoer gestrekt bij het opma
ken van het thans aan Uwe beoordeeling en goedkeuring
onderworpen plan.
Tot toelichting van het ontwerp diene het volgende:
1°. Het Raamland gekozen als plaats voor liet abattoir.
Zooals hierboven reeds opgemerkt is, werd aanvankelijk
voor de plaats van het abattoir voorgesteld het Schuttersveld
De veranderingen welke zich sedert in de Gemeente hebben
voorgedaan en welke te wachten zijn, doen mij echter thans
de voorkeur geven aan het Raamland buiten de voormalige
Marepoort, hetwelk door de sedert plaats gegrepen terrein
ruiling tusschen de Gemeente en den heer Van Waveren,
zich voor het doel bijzonder eigent.
De ligging van de Beesten-, Nieuwe Beesten- en Lammer
markt ten opzichte van het Raamland en van het Schutters
veld, kjn als even gunstig beschouwd worden.
Beide terreinen, zij het ook onder gewijzigden vorm, bieden
geschikte gelegenheid, zoowel om het abattoir' in verbinding
te brengen met den spoorweg als om de afvalstoffen door de
Singelgracht af te voeren en het geklaarde afvalwater te
loozen in de Haarlemmervaart.
Wat de spoorwegverbinding aangaat zij aangeteekend, dat
men daartoe bij het Raamland gebruik kan maken van de
bestaande verbirrdingsbaan van de gasfabriek, zonder daar
voor terreinaankoop te behoeven.
De voorkeur aan het Raamland gegeven vindt dan ook
haar grond meer bepaaldelijk in de omstandigheiddat het
wenschelijk schijnt het Schuttersveld, wegens de nabijheid
van het Station, bestemd en beschikbaar te houden voor latere
stadsuitbreiding en andere doeleinden en dat het Raamland
reeds een meer industriëel karakter draagt, als: wegens de
daar aanwezige gasfabriek, de eerlang daar te maken bier
brouwerij, waarvan de eest reeds gebouwd is, het daar ter
plaatse ontworpen Noordelijk pompstation voor de rioleering
bedoeld in mijn Rapport d. d. 4 April 1899 enz.
2°. Algemeene inrichting.
Voor de algemeene inrichting van het hoofdgebouw is tot
grondslag genomen het door de heeren de Jong en Paul aan
gegeven plan met koelhuis.
In Duitschland, waar in het tijdsverloop van de laatste
20 jaren 750 steden van abattoirs voorzien werden en alzoo
een uitgebreide ervaring op dat gebied verkregen is, wordt
geen nieuw abattoir gebouwd anders dan met koelhuis.
Ook elders hier te lande is men tot hetzelfde besluit ge
komen als o. a. te Roermond, Utrecht, Groningen, Nijmegen
en Maastricht, waar de abattoirs allen van koelhuizen zijn
of worden voorzien.
Behalve, dat het hygiënisch van zooveel aanbelang is,
blijken ook de ontvangsten, voortvloeiende uit verhuring der
cellen en verkoop van ijs, de uitgaven wegens rente van
stichtingskosten en amortisatie dikwerf geheel te dekken.
Bovendien kan een abattoir door toevoeging van een koel
huis een veel grootere, nagenoeg de dubbele bevolking bedie
nen en naar aanleiding daarvan zijn dan ook in het belang
der kosten de afmetingen van de slachthallenbij het oor
spronkelijk ontwerp van mijn ambtsvoorganger aangenomen,
eenigermate gereduceerd.
Meerdere toelichting zou achterwege kunnen blijven, ware
het niet, dat ondergeteekende meende hier te moeten rele-
veeren den tegenstand die juist het koelhuis schijnt te ont
moeten bij de slagers. Als men nagaat, dat deze juist daar
door vrij gemaakt worden van de thans bestaande verplichting
om bij feestdagen en in 't algemeen bij achtereenvolgende
dagen van veelvuldig vleeschgebruikop één dag een grooten
voorraad te slachten, dat zij de gelegenheid vinden tot export
buitenstads en alzoo aan hun bedrijf uitbreiding te geven,
dat de slager wordt losgemaakt van vaste slachttijden, die
verband houden tusschen consumptie en bedrijf, dat hij volle
zekerheid heeft onder de ongunstigste omstandigheden van
atmospherische gesteldheid zijn clientèle naar eisch te kunnen
bedienen, dan moet men tot het besluit komen, dat slechts
onbekendheid met de groote voordeelen van het koelhuis,
aanleiding tot bedoelden tegenstand kan geven.
Geen twijfel lijdt het of later zal, evenals zich dit door de
ervaring elders bevestigd heeft, zoodanige tegenstand plaats
maken voor instemming en waardeering, zoodra zij kennis
zullen hebben gemaakt met en partij getrokken van de voor
deelenwelke het koelhuisstelsel aanbiedt, uit een hygiënisch
oogpunt aan de clientèle, uit een commercieel oogpunt aan
hendie het slagersbedrijf uitoefenen.
Overigens zijn in het hoofdgebouw opgenomen:
de slachthal voor groot en klein vee;
de slachthal voor varkens, bestaande uit broeiruimte en
afslachtruimte
de stallingen voor varkens;
de darmwasscherij met mestlokaal en
het machinelokaal met ketelhuis en toebehooren, bestemd
tot verschaffing van heet water voor het slagersbedrijf, voor
koel- en drooghouding van de lucht in het koelhuis, voor
ijsbereiding en voor electrische verlichting.
Het gebouw is zoodanig ontworpen, dat het later gevoe
gelijk uitbreiding toelaat.
Voorts zijn om dit hoofdgebouw ontworpen:
de stallen voor groot en ldein vee;
de slachtplaats en stal voor paarden:
de slachtplaats en stal voor ziek vee en de sterilisator;
een en ander aangeduid op het situatieplan
3°. Afvoer van afvalstoffen.
In den afvoer van den afval en de meststoffen is voorzien
door het op het plan aangeduide gebouw voor mestschuiten,
hetwelk drie schuiten kan bevatten en door een kanaaltje
van voldoende afmetingen in verbinding is gebracht met de
Maresingelgracht. Het daartoe noodige bruggetje op de krui
sing met den Singelweg verkrijgt een wijdte van 4 Meter.
Het mestgebouw is ontworpen in de onmiddellijke nabij
heid van het mestlokaalgrenzende aan de darmwasscherij
in het hoofdgebouw en daarmede door een spoortje in ver
binding gebracht, hetwelk de gelegenheid geeft om de in dat
mestlokaal te verzamelen afvalstoffen op eenvoudige wijze
over te brengen naar het eigenlijke mestgebouw en de daarin
aanwezige schuiten.
Het ligt in de bedoeling de schuiten te voorzien van tot
afsluiting bestemde kleppen en den afval te verpachten.
Bij gesloten water zal in de tijdelijke opberging van. den
afval voorzien worden door een overdekten mestput van vol
doende afmetingen.
4°. Afvalwater.
Tegenwoordig wordt bij de verschillende slachterijen het
afvalwater en zelfs een deel van de vaste afvalstoffen in de
stadsgrachten geloosd of gebracht en zulks zonder eenige
voorafgaande klaring.
Voor zoover de vaste stoffen aangaat is in dien nadeeligen
toestand voorzien door de sub 3 beschreven afvoer per schuit
voor wat het afvalwater betreft wordt die toestand opgeheven
door het maken van een klaarbassinwaar het afvalwater,
zoo door bezinking als door chemische werking geklaard