46
plan enkele wijzigingen behoefde, mitsdien bieden zij hierbij
een verbeterd plan aan met de kadastrale teekening dier
perceelen en verzoeken in aansluiting op bovenbedoelde mis
sive, dat het UEdelachtbaren moge behagen hetzij aan onder-
geteekenden of rechtverkrijgenden
Primo. Uwe goedkeuring en medewerking aan de uitvoering
van dit stratenplan te verleenen
Secundo. Toe te staart dat het gedeelte sloot bij de Mare-
singel ten Z.Z.O.zijde der bedoelde perceelen, nader te bepalen
door vergelijking der kadastrale teekening met het project-
stratenplan, voor' rekening van adressanten worde gedempt,
Tertio. Dat de straten, na aanleg, door de Gemeente worden
overgenomen,
een en ander, voor zooverre betreft het onder Uwe Gemeente
resorteerende gedeelte dezer gronden.
Vertrouwende, dat dit stratenplan, dat door breedheid van
opvatting Uwe sympathie zal hebben, ook Uwe goedkeuring
moge wegdragen, zien wij Uw gewaardeerd antwoord gaarne
tegemoet.
't Welk doende enz.
UEd. Achtb. Dw. Dr.
mede p. o. J. Rietmeyer.
H. Jorissen en
H. M. Beereyvout.
P. de Koster Jr.,
Wijnhaven 157.
Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden.
N°. 121. Leiden, 15 Mei 1900.
Wij hebben de eer U voor te stellen de tiend van de
te Leiderdorp te veld staande aardappelen, waarop de gemeente
Leiden in gemeenschap met het kroondomein tiendrecht
heeft, ook dit jaar wederom onderhands, na taxatie, aan de
tiendplichtigen af te staanzooals dit sedert verscheidene
jaren gebruikelijk is.
Blijkens bericht van den rentmeester van het kroondomein
kan deze zich met de voorgestelde regeling vereenigen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 122. Leiden, 15 Mei 1900.
Ingevolge artikel 7 der Verordening van u1873,
houdende Reglement van de Bank van Leening alhier, hebben
wij de eer ter vervulling van de vacante betrekking van
Controleur der Bank de navolgende alphabetisch gestelde
voordracht aan Uwe vergadering aan te bieden:
J. BOSCHwerkzaam in de fabriekszaak van de heeren van
Hartrop en Zoon, te Leiden.
G. C. NIEUWKERK, hoofdambtenaar aan de gemeentelijke
Bank van Leening te 's Gravenhage.
A. I. WITMANS Abz., rijksboekhouder der Directe Belastingen
te Leiden.
De bij ons ingekomen, op hen betrekking hebbende stukken
gaan hierbij.
Commissarissen van dé Bank van Leening.
H. van der Hoeven
Voorzitter.
G. H. Kokxhoorn,
w't Secretaris.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
No. 123. Leiden, 16 Mei 1900.
Ondergeteekendenin uwe Vergadering van 29 Maart j 1
benoemd ten einde omtrent de voordracht van Burg. en Weth.
van 23 Maart j.l. (Ing. Stukken 1900 n°. 76) het verslag uit
te brengen, bedoeld in art. 7 der verordening van 5 April
1894, betredende het bewonen van gebouwen, welke »als
schadelijk voor de openbare gezondheidvoor bewoning onge
schikt zijnhebben de eer het volgende te rapporteeren
Door persoonlijk onderzoek hebben wij ons overtuigd, dat
de perceelen door de Commissie van geneeskundigen enz. in
haar Verslag in alle opzichten juist zijn beschreven. Ook wij
komen tot de slotsom, dat de gebreken der perceelen: vooral
te geringe ruimte en vochtigheid niet vatbaar zijn voor-
verbetering. Door den gemachtigde des eigenaarsdie voor
ons verscheen, werden geene bedenkingen geopperd.
Op grond van een en ander geven wij U in overweging,
bet volgende besluit te nemen
De Raad der Gemeente Leiden verklaartdat de
perceelen Lage Weidepoort, nummers één, twee en drie, als
schadelijk voor de openbare gezondheid, ongeschikt zijn voor
liet bewonenen dat de gebrekenwaardoor die ongeschikt
heid wordt veroorzaakt, niet vatbaar zijn voor verbetering;
Bepaalt dat deze perceelen door de bewoners moeten wor
den ontruimd binnen zés wekenv te rekenen van den dag,
waarop afschrift van dit Raadsbesluit, blijkens proces-verbaal
van den door Burg. en Weth. daarmede belasten beambte,
aan den eigenaar en aan den hoofdbewoner van ieder perceel
zal zijn medegedeeld of aangeboden,
De Commissie voornoemd,
H. L. Drucker.
Th. W. van Lidth de Jeude.
Dr. A. van Rhijn.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
No. 124. Leiden, 18 Mei 1900.
Ter vervulling der vacature, ontstaan door de benoeming
van Mej. A. M. Mackenzie tot le onderwijzeres aan de .School
der 3e klasse, n°. 5, hebben wij de eer u de volgende voor
dracht aan te bieden voor de benoeming van een 2e onder
wijzeres in de handwerken aan de Openbare Lagere School
der 4e klassen°. 2.
1°. Mej. P. J. KLIKEBI, 3e onderwijzeres aan de school 4e
klasse, n". 2;
2°. Mej. C. F. VAN WIJK, 3e onderwijzeres aan de school
3e klasse, n°. 1;
3°. Mej. M. RITMAN, 3e onderwijzeres aan de school 3e
klasse, n° 3.
Tevens nemen wij de vrijheid, ten einde den geregelden
gang van het onderwijs zoo min mogelijk te verstoren, voor
het geval telkens ii°. 1 der door ons voorgedragenen mocht
worden benoemd, alsnog de beide volgende voordrachten aan
Uwe Vergadering aan te bieden:
Voor Se onderwijzeres
1°. Mej. A. L. DE VRIES, 4e onderwijzeres aan de school
4e klasse, n°. 2;
2°. Mej. S. E. VAN DER WIEL, 4e onderwijzeres aan do
school 3e klasse, n°. 1
3°. Mej. D. J. NUESINK, 4e onderwijzeres aan de school
3e klasse, n°. 3.
Voor 4e onderwijzeres
1°. Mej. G. KOOLHAAS, volontair aan de school 4e klasse, n°. 2
2°. Mej. W. G. DEE, volontair aan de school 3e klasse, n°. 5;
3". Mej. S. WIERSMA, volontair aan de school 3e klasse, n°. 3.
Onder mededeeling, dat bovenstaande voordrachten zijn op
gemaakt in overleg met den Arrondissemeuts-Schoolopziener,
na ingewonnen bericht van het Hoofd der school en de des
betreffende stukken in de Leeskamer ter inzage zijn neder-
gelegd, verzoeken wij U alsnu tot eene benoeming over
te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 125. Leiden, 18 Mei '1900.
Onder mededeeling dat de desbetreffende stukken in de
Leeskamer ter inzage zijn nedergelegdhebben wij de eer
U in overleg met den Arrondissements-Schoolopzienerna
ingewonnen bericht van het Hoofd der school, de beide vol
gende voordrachten aan te bieden voor de benoeming van
eene 2e en van eene 3e onderwijzeres aan de meisjesschool
le klasse.
Voor 2« onderwijzeres
1°. Mej. A. PITLO, te Arnhem;
2°. J. S. SCHARPte Beverwijk
3°. L. M. KIEVIT, 2e onderwijzeres aan de school 2e
klasse voor Jongens en Meisjes, alhier.
Voor onderwijzeres
1°. Mej. M. F. .1. DE VRIP1S, 3e onderwijzeres aan de school
3e klasse n°. 4.
2°. Mej. M. KLINKERT, tijdelijk onder wijzeres aan de meisjes
school le klasse;
30. Mej. A. S. VAN ANDEL, te Assen.
Wij verzoeken U alsnu tot deze benoemingen te willen
overgaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. vlrn Leiden.
00 20 November