DONDERDAG 17 MEI 1900.
41
Kitting van Doiitleirdng 17 Mei lOOO.
Geopend des namiddags te twee uren.
Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Benoeming van inwoners der gemeente, tevens kiezers in
het kiesdistrict, voor den tijd van twaalf maanden, tot
leden of plaatsvervangende leden in de stembureaux voor
de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad. (114)
2°. Benoeming van een regent van het Gereformeerd Minne-
of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (103)
3°. Benoeming van een tweeden onderwijzer aan de school
der 3e klasse n°. 3. (115)
4°. Verzoek van L. C. Quant, om ontslag als lid der commissie
van toezicht op het Middelbaar Onderwijs. (99)
5°. Verzoek van K. Wieringa, om vrijstelling van de betaling
van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. (101).
0°. Verzoek van P. U. du Croix, om vrijstelling van de be
taling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. (104)
7". Verzoek van het Bestuur der vereeniging: »Ons Vaderland"
tot vrijwillige oefening in den wapenhandel, om het ge
bruik van het Gymnastieklokaal der school 3e klasse n°. 2
voor het houden van oefeningen. (100)
8°. Voorstel tot vaststelling van een suppletoiren begrootings-
staat voor de kosten van den aankoop van het koffiehuis
»de Pauw" met bijbehoorenden tuin en bovenwoning en
van de daaraan grenzende twee winkelhuizen aan den
Nieuwen Rijn. (102 en 105)
9°. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het op
richten van een bergplaats van marktmaterialen aan de
tweede Binnenvestgracht. (108 en 117)
10°. Verzoek van het Bestuur der Christelijke vereeniging voor
ziekenverpleging »het Diaconessenhuis", om vergunning
tot het dempen van een gedeelte sloot langs den Witten
Singel vóór het terrein, kadastraal bekend Sectie M n°. 1635
en 1636, gemeente Leiden. (109)
11°. Verzoek van de commissie tot regeling der in Juni a. s.
te houden maskerade, tot het doen rooien van boomen
op het terrein van den Burg. (116)
12°. Verzoek van eigenaars en bewoners van huizen aan den
Zoeterwoudschen Singel, tusschen de voormalige Koepoort
en de Philosophenslootom verbetering te doen brengen
in den toestand van de sloot voor die huizen gelegen. (110)
13°. Voorstel tot aankoop van het huis en erf met tuintje enz.
te Oegstgeest, gelegen tegenover den ingang van bet
krankzinnigengesticht Endegeest. (111 en 117)
14°. Verzoek van M. IT. van Waveren, om vergunning tot het
dempen van een gedeelte sloot langs den Rijnsburgerweg
vóór het perceel kadastraal bekend Sectie L n°. 607, ge
meente Leiden. (112)
15n. Bezwaarschrift van R. J. van Kregten, tegen zijnen aan
slag in de plaats, dir. belasting, dienst 1899. (106)
16°. Voorstel tot het verleenen van afschrijving van plaats.
directe belasting, dienst 1899 (2e lijst). (113)
17°. Kohier der plaats, directe belasting dienst 1900, tweede
gedeelte. (107)
Tegenwoordig zijn 21 leden, als de heeren: van Lidth de
Jeude, Fockema Andreoe, Hasselbach, Dekhuyzen, van Dissel,
Zaaijer, de Goeje, Pera, A. J. van Hoeken J.Jzn., Kaiser,
J. P. J. Driessen, P. J. van Hoeken, Juta, Zillasen, de Lange,
van Hamel, den Houter, Korevaar, Kerstens, Kroon, van Rbijn,
alsmede de Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig zijn met kennisgeving de heerenAalberse, L. Dries
sen, de Vries en Siegenbeek van Heukelom wegens uitstedigheid,
Drucker en van Kempen wegens Kamerzitting.
De Voorzitter. Van den heer Aalberse is ingekomen een
aan mij gericht schrijven, aldus luidende:
»Eenigszins vroeger dan ik gedacht hadreeds hedenmorgen,
vertrek ik naar Putten. U gelieve dit tevens te beschouwen
als eene kennisgeving aan als Voorzitter van den Raad,
dat ik de eerste maanden verhinderd zal zijn de Raadszittingen
bij te wonen."
Met leedwezen heb ik vernomen, dat de heer Aalberse zoo
lang deze vergadering door zijn gezondheidstoestand niet zal
kunnen bijwonen. Voor zijn vertrek heb ik hem nog even
bezocht om naar zijn toestand te informeeren; ik meende.dat
hij reeds vroeger naar buiten was gegaan. Ik meen namens
U allen te spreken, mijne heeren, wanneer ik de hoop uit
spreek dat wij ons geacht medelid na de vacantie volkomen
hersteld hier zullen terugzien. Teekenen van instemming).
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering
van 19 April worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter. Naar aanleiding van de notulen breng ik
in herinneringzooals dooi' de leden van het stembureau na
ile vorige vergadering aan U is medegedeeld, dat in die ver
gadering in zake de benoeming van een Regent van het Wees
huis eene vergissing is begaan; nl. dat niet had moeten zijn
uitgeschreven eene tweede vrije stemming, omdat de heer
Beets reeds bij eerste stemming de volstrekte meerderheid van
stemmen had verkregen. Ik stel dus voor gevolg te geven aan
het wettig genomen besluit, waarbij de heer Beets is benoemd,
en het andere als ongedaan te beschouwen.
Dienovereenkomstig wordt bij acclamatie besloten.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1°. Beschikking van de Geil. Staten dd. 17/21 April j.l. G. S.
n°. 76/2 op het bezwaarschrift van W. Middelberg tegen zijn
aanslag in de plaats, directe belasting dienst 1899.
2°. Dispositie van de Ged. Staten dd. 24/27 April j.l G. S.
n°. 52/1 ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit van 19
April j.l., tot aankoop van den korenmolen »de Oranjeboom",
met toebehooren.
3°. Dispositie van de Ged. Staten dd. 24/27 April j.l. G. S.
n°. 52/2 ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit van 19
April j.l., tot verhooging van de begrooting dienst 1900 in
ontvangst en uitgaaf met /"O247, voor den aankoop van den
korenmolen »cle Oranjeboom" met toebehooren.
4°. Missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken,
houdende inededeeling dat bij Koninkl. besluit van 19 April
j.l. n°. 11 voor 1900 een rijkssubsidie van f 8901 is verleend
ten behoeve van het Gymnasium.
5°. Dispositie van de Ged. Staten dd. 1/5 Mei j.l. G. S. n°.
56/2, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit van 19
April j.l., tot het doen van af- en overschrijving op de be
grooting dienst 1900, ad 134, voor de kosten van uitbrei
ding van het hulppersoneel bij het hei halingsonderwijs, afd.
Meisjes.
60. Dispositie van de Gedep. Staten dd. 1/5 Mei j 1. G. S.
n°. 56/1, ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit van 19
April j.l., tot voldoening uit den post voor Onvoorziene Uit
gaven op de begrooting van 1900 van /500, voor de aan de
weduwe van den controleur der Stadsbank van leening uit
te betalen gratificatie.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Rekening dienst 1899 van bet Geref. Minne- of Arme Oude
Mannen- en Vrouwenhuis.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
2°. Verzoek van Jhr. F. G. W. J. Backer, om afschrijving van
plaats, directe belasting dienst 1900, Wegens woonplaatsver
andering.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
3°. Rekening, dienst 1899, van het Bestuur der vereeniging
tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen.
Wordt gesteld in banden van de Commissie van Financiën.
4°. Verzoek van J. F. Rienks, om terugbetaling van school
geld lager onderwijs.
Wordt gesteld in banden van Burg. en Weth.
5°. Verslag omtrent den toestand der gemeente over 1899.
Wordt gedrukt en aan de leden toegezonden.
6°. Rekening dienst 1899 van de Commissie van beheer van
het krankzinnigengesticht Endegeest.
7°. Rekening dienst 1899 van de Stedelijke Gasfabriek.
Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
8°. Voordracht van Commissarissen der Stadsbank van
Leening ter benoeming van een controleur der Bank.
Wordt opgenomen onder de Ing. Stukken.
9°. Nader adres van eigenaren van huizen aan den Zoeter
woudschen Singelvan de voormalige Koepoort tot de
Philosophensloot, in zake de verbetering van den toestand der
sloot, voor die huizen gelegen.
De Voorzitter. Ik verzoek den Secretaris dat stuk te willen
voorlezen.
Dit stuk luidt:
Leiden, den 15 Mei 1900.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geven met versehuldigden eerbied te kennen de onderge-
teekenden: G. F. Reijst, J. Verkoren, M. E. Reijst, W. Draayer,
J. de Josselin de Jong, Dr. Th. B. van Wettum en J. Roem