DONDERDAG 10 APRIL 1900.
De Voorzitter. Van daag nemen wij dit besluit, over 14
dagen weer een besluit in tegenovergestelden zin. Drie weken
geleden hebben wij een dergelijk verzoek aan Den Os gewei
gerd in de St. Jorissteeg. Wij moeten ons blijven houden aan
de Verordening, alleen in zeer exceptioneele gevallen kan men
daarvan eens afwijken.
De heer A. J. van Hoeken J.J.z. Dat ik de vorige maal bij de
behandeling van het adres van Den Os niet gesproken heb
was hierom, dat het door hem te stichten gebouw veel hooger
zou geweest zijn dan al de andere gebouwen daar. Ik heb
toen wel degelijk geïnformeerd wat de reden der verbouwing
was Het perceel was een pakhuisje, en wilde Den Os daarop
een bovenwoning makenkreeg hij geene vergunning dan zou
het gebouwtje om aan de verordening te voldoen te klein
worden en die verbouwing geen rente opleveren, directe nood
zakelijkheid tot verbouwing bestond er dus niet. Hier is het
echter een ander geval, de heer Van der Stok heeft de ruimte
wel noodig en komt zijn huis bij toestemming in gelijke hoogte
met het huis zijner buren of zelfs nog iets lager.
De heer Juta. Het verschil tusschen het voorstel van Burg.
en Weth. en het verzoek van Van der Stok is dit: Burg. en
Weth. stellen voor eene gevelhoogte van 9.15 M., de aanvrager
van 9 90 M., omdat hij boven meer ruimte noodig heeft. Nu
kan daaraan toch worden voldaan, ook bij eene hoogte van
9.15 M., wanneer hij den voorgevel boven die 9.15 M. wat
achteruit doet wijken. Het dak kan dan wat hooger worden
gemaakt, en hij krijgt toch de 9.90 M. met dit kleine ver
schil, dat hij aan den voorgevel een kleinen hoek moet missen.
Aan de verordening is dan voldaan, en de heer Van der Stok
verkrijgt toch de door hem gewenschte ruimte.
De beraadslaging wordt gesloten. Het afwijzend praeadvies
van Burg. en Weth. wordt in stemming gebracht en aan
genomen met '13 tegen 8 stemmen.
Voor stemden de heerenJuta, van Dissel, Kaiser, de Goeje,
Korevaar, van Hamel, Hasselbach, Kroon, Fockema Andreae,
van Rhijn, de Vries, Zaaijer en Dekhuyzen.
Tegen stemden de heeren: van Kempen, J. P. Driessen,
de Lange, Kerstens, A. J. van Hoeken J.J.zn., Zillesen, P. J.
van Hoeken en van Lidth de Jeude.
XIX. Verzoek van M. M. W. P. Beenakker, tot goedkeuring
van een stratenplan voor het achter den Heerensingel gelegen
terrein, kadastraal bekend Sectie K. N°. 333 334 335 en
316, gemeente Leiden.
(Zie Ing. St. n°. 97).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het voorstel van Burg. en Weth. tot goedkeuring van
het stratenplan besloten.
XX. Voorstel tot toekenning van eene gratificatie ad f 500.
aan de weduwe van den overleden Controleur der Stads bank
van leening.
(Zie Ing. St. n°. 82).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XXI. Voorstel tot aankoop van den Korenmolen »de Oianje-
boom" aan den Vestwal en tot vaststelling van den betrek-
kelijken suppletoiren staat van begrooting.
(Zie Ing. St. n°. 81).
De heer A. J. van Hoeken J.J.zn. M. d. V. Ik zie hier
vermeld de dagteekening van 18 Februari 1837. Moet dit
niet zijn 1737? Ik meen op den stichtingsteen gelezen te
hebben 1737.
De Voorzitter. Het jaartal 1837 is overgenomen uit den
staat van eigendommen, maar ik zal de zaak nog eens doen
onderzoeken.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
XXII. Bezwaarschrift van K. den Hollander, tegen zijnen
aanslag in de plaats, directe belasting, dienst 1899.
(Zie Ing. St.. n°. 93).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het voorstel van Burg en Weth. besloten.
De Voorzitter. Verlangt nog iemand het woord?
De heer Fockema Andreae. M. d. V. In de couranten heb
ik eene klacht gelezen over de pennetjes in den wal, waaraan
de schepen op de Aalmarkt moeten worden vastgemaakt. Het
zijn inderdaad heel kleine pennen en ik kan mij voorstellen
dat het vastmaken daaraan voor de schippers zeer ougemakkelijk
is. Fr worden nu ringen gevraagd, wat mij veel beter voor
komt, die pennen schijnen inderdaad zeer onpraktisch. Heeft
het Dagelijksch Bestuur zijne aandacht hierop gevestigd?
De Voorzitter. Ik heb het ingezonden stuk ook gelezen;
ik geloof oppervlakkig ook dat de klacht niet ongegrond is;
ik zal de zaak doen onderzoeken, en, wanneer het bezwaar
gegrond blijkt, dan zal verandering worden aangebracht.
De heer Fockema Andreae. Dank u, M. d. V.
Niemand verder het woord verlangende, wordt de Openbare
Vergadering gesloten en veranderd in eene vergadering met
gesloten deuren.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.