GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 35 IS6EKOHEK ST lit li KV. N°. 94. Leiden, 13 April 1900. Ter vervulling der vacature van le onderwijzeres in de handwerken aan de üpenb. Lagere School der 3e klasse n°. 5, hebben wij de eer U in overleg met den Arrondissements-School- opziener, na ingewonnen bericht van het Hoofd der School, de volgende voordracht aan te biedeiu 1°. Mej. A. M. MACKENZIE, 2e onderwijzeres aan de school 4e klasse n°. 2; 2°. Mej. M. TILLEMA, 2e onderwijzeres aan de school 3e klasse n". 5; en 3°. Mej. J. NIEUWENBURG, 2e onderwijzeres aan de school 3e klasse n°. 1. Onder mededeeling dat de ter zake gewisselde stukken in de Leeskamer ter inzage liggen verzoeken wij u alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 95. Leiden, 13 April 1900. Naar aanleiding van bijgaand verzoekschrift geven wij IJwe Vergadering in overweging aan A. C. van Altena terugbeta ling van schoolgeld te verleenen over de maanden Februari en Maart voor zijn dochter Margaretha, vroeger leerlinge der Meisjesschool le klasse, ten bedrage van /"10.aangezien deze wegens woonplaatsverandering de lessen sedert 27 Janu ari 11. niet meer heeft gevolgd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft hoogachtend te kennen, A. C. van Altena, Kapitein der Artillerie, tot 1 Februari j.l gewoond hebbende te Leiden; dat zijne dochter Margaretha de Meisjesschool le KI. aan de Roommarkt aldaar heeft bezocht; dat door onverwachte overplaatsing naar Arnhem dit bezoek heeft moeten eindigen op 27 Januari j.l.; dat de lessen dus gedurende de maand Januari 1900 en niet gedurende de andere maanden van het le kwartaal zijn gevolgd; dat door hem de somma van vijftien gulden is betaald voor het geheele le kwartaal 1900. Redenen waarom requestrant beleefd verzoekt teruggave te mogen genieten van het schoolgeld voor de beide maanden gedurende welke bovengenoemde school niet meer is bezocht. Hetwelk doende, enz A. C. v. Altena. Arnhem, 7 April 1900, N°. 96. Leiden, 13 April 1900. Ten gevolge van de laatst gehouden inschrijving van nieuwe leerlingen voor de afdeeling «Meisjes" van de Openbare Her halingsschool is het aantal leerlingen aldaar tot 105 gestegen, verdeeld over drie klassen van 34, 33 en 38 leerlingen. Dien tengevolge is het in het belang van het onderwijs noodzake lijk het onderwijzend personeel aan die afdeeling met een tijdelijken onderwijzer uit te breiden, y Onder verwijzing naar het desbetreffend in de Leeskamer ter inzage liggend rapport van het Hoofd der School, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging de daarvoor noodige gelden, ten bedrage van 134.ter onzer beschik king te Stellen en tot de vaststelling van den hierbij overge- legden staat van af- en overschrijving, dienst 1900, over te gaan. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog f 32882.beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 97. Leiden, 13 April 1900. Tegen het bij nevensgaand adres ingediend stratenplan voor het aan den Heerensingel gelegen terrein, kadastraal bekend onder Sectie K n°. 333, 334, 335 en 316, gemeente Leiden, bestaan bij de Commissie van Fabricage geene bedenkingen. Liep de 15 Meter breede straat aanvankelijk zoo., dat zij de uitvoering van het bij Raadsbesluit van 12 October 1899 goedgekeurde stratenplan van J. van der Tas zou on mogelijk maken, ten gevolge van de door ons naar aanlei ding van het Rapport der Commissie van Fabricage met den eigenaar gevoerde onderhandelingen, is het plan thans zoo danig gewijzigd, dat aan de bezwaren dier commissie geheel is tegemoet gekomen. Ook bij ons bestaan thans tegen plaats, richting en afme tingen der ontworpen straten geene bedenkingen. De beide straten in het verlengde van de Prinsenlaan en van de Oranje straat zullen een breedte erlangen van 10 Meter, terwijl de 15 Meter breede straat een onderdeel vormt van de straat welke in de toekomst den singel bij de nieuwe school 3e klasse aan den Maresingel zal verbinden met de straten op het terrein der voormalige eendenkooi. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging het door M. M. W. P. Beenakker ingediende stratenplan voorliet achter den Heerensingel gelegen terrein, kadastraal bekend onder sectie K n°. 333, 334, 335 en 316 goed te keuren, met bepaling van de hoogte der straten op 25 cM. N. A. P. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 98. Leiden, den 17 April 1900. De Commissie van financien heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er bij haar geen bedenkingen bestaan tegen de voorstellen van Burgemeester en Wethouders, 1°. tot aankoop van den Korenmolen »de Oranjeboom" aan den Vestwal met pakhuis en stal aan de Westzijde van de Kalverstraat, voor den koopprijs van f 6247.waaronder begrepen de kosten van overdracht; 2°. tot toekenning van eene gratificatie aan de weduwe van den heer P. J. C. Dee in leven Controleur der Stadsbank van leening. en 3°. tot beschikbaarstelling van gelden voor de uitbreiding van het onderwijzend personeel aan de Herhalingsschool afd. Meisjes, met een tijdelijken onderwijzer. Zij stelt U derhalve voor dienovereenkomstig te besluiten en tot de vaststelling van de overgelegde staten over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 99. Leiden, 21 April 1900. Onder overlegging van het verzoek van den Heer L, C. Quant om ontslag als lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs en het daaromtrent uitgebracht advies dier Commissie, hebben wij de eer Uwe Vergadering voor te stellen aan den Heer L C. Quant het door hem gevraagd ontslag eervol te verleenen, onder dankbetuiging voor de door hem in die betrekking aan de gemeente bewezen diensten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 14 April 1900. Ten antwoord op uw schrijven van 24 Februari jl fn°. 181), en onder terugzending van het adres van den heer L. C. Quant, kunnen wij niet anders doen dan ons leedwezen er over uit spreken, dat ons gewaardeerd medelid door zijn gezondheids toestand genoopt is geworden zijn ontslag te nemen. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. H. A. Lorentz, Voorzitter. J. W. Muller, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Leiden, 29 Januari 1900. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de onderge- teekende, Laurentius Cornelis Quant, dat hij, wegens gezond heidsredenen, zijn ontslag verzoekt als lid der Commissie van Toezicht op de Scholen voor Middelbaar Onderwijs alhier. 't Welk doende, enz. L. C. Quant. Aan den Raad der gemeente Leiden. N°. 100. Leiden, 24 April 1900. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat bij ons geen bezwaar bestaat tegen inwilliging van bijgaand verzoek van het Bestuur der Vereeniging «Ons Vaderland" tot vrijwillige oefening in den wapenhandel, mits aan de ver gunning de gebruikelijke voorwaarden worden verbonden en bovendien een bedrag van f 0 20 per oefeningsavond in reke-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 1