DONDERDAG 8 MAART 1000.
27
Zitting; van Donderdag 8 Maart 1900.
Geopend des namiddags te twee uren.
Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Benoeming van onderwijzend personeel aan de school
der 3e klasse n°. 4. (61)
2°. Verzoek van Dr. D. De Loos, om eervol ontslag als Di
recteur der H. B. S. voor jongens en leeraar in de Schei
kunde aan het Gymnasium. (57)
3°. Verzoek van Mej. J. Vlaanderen, om eervol ontslag als
le onderwijzeres aan de Meisjesschool le klasse. (50)
4°. Verzoek van J. T. C. Vonk, om terugbetaling van school
geld, Lager onderwijs. (48)
5°. Verzoek van Mevrouw C. J. Lee—Van Wijk, om terug
betaling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (51)
6°. Verzoek van D. H. Pluim Mentz, om vrijstelling van de
betaling van schoolgeld, Middelbaar Onder wijs. (58)
7°. Verzoek van de Wed. J. Spanjersberg geb. M. H. Darem,
om continuatie van de huur van de benedenwoning van
het perceel Nieuwsteeg 10. (45)
8°. Verzoek van C. Los, om continuatie van de huur van
het perceel Korte Mare 15, hoek Lammermarkt. (59)
9°. Voorstel tot onderhandsche verhuring van het perceel
Maredijk '103 aan J. J. van Hoeken. (55 en 63)
10°. Voorstel tot openbaren verkoop van op de Stadstimmer-
werf aanwezige buiten gebruik gestelde voorwerpen en
materialen. (52)
11°. Verzoek van D. van Leeuwen e. a. om vergunning tot
demping van het gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk
gelegen vóór de perceelen 21 tot en met 43. (47).
12°. Verzoek van de Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij,
om vergunning tot het doen dempen van een gedeelte
sloot tusschen den Hoogen Rijndijk en het kadastraal
perceel Sectie M n°. 936/1114 en het doen rooien van
een boom. (46)
13°. Verzoek van den Raad van Administratie der Ilollandsche
IJzeren Spoorwegmaatschappij tot goedkeuring van een
ingediend plan voor den bouw van een wachterswoning
aan de Haarlemmertrekvaart. (53)
14°. Verzoek van J. den Os, om ontheffing van het bepaalde
bij het eerste lid van art. 11 der verordening op het
bouwen en sloopen, bij den bouw van de bovenwoning
van het perceel St. Jorissteeg 30.(49)
15°. Voorstel tot regeling der vacanties aan het Gymnasium
en de beide Hoogere Burgerscholen in verband met de
lustrumfeesten. (60)
16°. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor een be
hoorlijke inrichting van het lokaal bestemd ter afzonde
ring van van misdrijf verdachte personen. (54 en 63)
17°. Voorstel tot het onttrekken aan den openbaren dienst
van terreinen aan de Lammermarkt, de le Binnen
vestgracht, de Nieuwe Beestenmarkt en de Boommarkt
en verpachting dier terreinen ten behoeve van standplaat
sen op de kermis. (62)
•18". Voorstel tot verhooging van de beschikbaar gestelde gelden
voor de verbouwing van het Raadhuis in verband met
de verplaatsing van het Bureau der Gemeentewerken. (56
en 63)
19°. Behandeling van de in de raadsvergadering van 15 Februari
jl. aangehouden motie van den heer Mr. S. J. Fockema
Andreae.
Tegenwoordig zijn 21 leden, als de heeren: Dekhuvzen,
van Lidth de Jeude, Fockema Andreae, Juta, Zillesen, Pera,
van Dissel, P. J. van Hoeken, J. P. Driessen, Zaaijer, A. J.
van Hoeken J.Jznde Goeje, Kaiser, L. Driessen, Hasselbach,
van Rhijn, Korevaar, de Lange, Kroon, Den Houter, Kerstens,
alsmede de Burgemeester. Voorzitter.
Afwezig zijn de heerende Vries, wegens familie-omstandig
heden; Aalberse, wegens ongesteldheid; Drucker en van
Kempen, wegens Kamerzitting; Van Hamel, wegens ver
hindering; en Siegenbeek van Heukelom.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering
van 15 Februari worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1°. Dispositie van de Ged. Staten, dd. 20/21 Februari j.l.,
G. S. n°. 1, ten geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten
tot onderhandsche verhuring van het perceel Lokhorststraat 20
aan F. van der Kloot en vari het perceel Aalmarkt 6 aan de
wed. G. Karg.
2°. Missive van de Ged. Staten, dd. 20/24 Februari j.l.,
G. S. n°. 64/3, ten geleide van een afschrift van het schrijven
van den Minister van Binnenlandsche Zaken, waarbij het be-
j drag der rijksbijdrage in de kosten van het Lager Onderwijs
over 1900 is bepaald op 41116.78.
3°. Missive van den Commissaris der Koningin, dd. 26 Fe
bruari j.l., ten geleide van het Koninklijk besluit van 20 Fe
bruari j.l. n°. 28, houdende de benoeming van den heer Mr.
F. Was tot Burgemeester dezer gemeente.
4°. Afschrift van een procesverbaal, opgemaakt door den
Commissaris der Koningin, dd. 3 Maart jl., waaruit blijkt, dat
de Burgemeester de bij de wet voorgeschreven eeden heeft
afgelegd.
50. Dispositie van de Ged. Staten, dd 27„^!br"ar' jl., G. S. n°.
84/2, ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit tot het doen
van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1900, ad
ƒ75— voor de kosten van het onderwijs in de Scheikunde
aan het Gymnasium, van 1 Januari jl. tot 1 April a. s.
6°. Missive van de Ged. Staten, dd. 27 F°brui"'1 u ten „e_
leide van den vastgestelden staat van af- en overschrijving op
de begrooting der dienstd. schutterij, dienst 1899.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van den heer Dr. J. L. Dobberke om eervol
ontslag uit de betrekking van Directeur van het Krankzin
nigengesticht »Endegeest" te Oegstgeest, tegen 1 Juni a. s.
2°. Verzoek van M. Wolff C°. te Amsterdam, om vergun
ning tot het plaatsen en exploiteeren van kiosken op de open
bare straat, voor den verkoop van couranten, tijdschriften enz.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
3°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1899, van de Stads Bank van Leening.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
4°. Verzoeken van den heer G. F. Alsche om ontslag uit de
betrekkingen van regent van het Heilige Geest-of Arme Wees-
en Kinderhuis, en van het Gereformeerd Minne-of Arme Oude
Mannen- en Vrouwenhuis.
5°. Voordracht van het Bestuur der Vereeniging: »de Prac-
tische Ambachtsschool" ter benoeming van een lid van het
bestuur.
6°. Verzoeken van W. H. van der Nat, P. J. J. Paling en
K. L. van Schouwenburg, om vrijstelling of terugbetaling van
schoolgeld, Middelbaar en Lager onderwijs.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
7. Rekening en verantwoording van de inkomsten en uit
gaven van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, dienst 1899.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
De Voorzitter. Vóór de behandeling van de agenda wensch
ik nog een voorstel aan den Raad te doen.
Het is nl. gebleken, dat de waarneming van het directeur
schap van de H. B. S. door den heer Werkman niet gepaard
kan gaan met het volledig geven van zijn onderwijs, zijnde
28 uren. Daarover is ingekomen een missive van de Commssie
van Toezicht en van den Inspecteur van het M. O. In de
missive van de C. v. T. wordt voorgesteld om 8 uren van de
lessen van den heer Werkman tijdelijk aan een ander op te
dragenen de heer Dr. Campert, Inspecteur van het Middel
baar Onderwijs, schrijft, dat hij zich met dat voorstel veree-
nigt. Nu weten de heeren, dat het de gewoonte is, dat der
gelijke tijdelijke voorzieningen worden afgedaan door Burg.
en Weth. Nu is dit ook eene tijdelijke voorziening in de
waarneming van lessen, en wij zouden dus, de bestaande usance
volgende, ook deze tijdelijke regeling hebben afgedaan, maar
wij hebben gemeend bij deze gelegenheid van die gewoonte
te moeten afwijken en te vragen de machtiging van den
Raad, omdat door de Commissie wordt voorgedragen eene
tijdelijke leerares, nl. Mejuffrouw J. P. W. Rijke.
Verlangt een van de heeren nog voorlezing van de missives
Ik heb den inhoud medegedeeld. Er wordt voorgesteld om
acht uren van de 28 lesuren van den heer Werkman te doen
waarnemen door Mejuffrouw Rijke, voor het onderwijs in
het Frarisch aan de eerste klasse der H. B. S. voor jongens;
en zulks voor den duur der directeursvacature tegen eene
bezoldiging van 2.50 per wekelijksch lesuur. De inspecteur
schrijft daarbij, dat hij het in alle opzichten met de Commissie
eens is, maar 0. a. ook nog dit: »Het wil mij voorkomen,
dat de heer Werkman, indien 8 uren van zijne lessen worden
afgestaan aan Mejuffrouw Rijke, nog eene te zware taak zal
hebben, vooral in de aanstaande maanden, wanneer allerlei
regelingen, die in het eind van den cursus voorkomen, te
doen zijn. Ik meen daarom in overweging te moeten geven aan
de aan Mejuffrouw Rijke toegedachte taak eenige uitbreiding
te geven, indien zal blijken, dat zij zich met goed gevolg aan
7 3 Maart J
3 Maart J