Martin Wolff Co. 29 van bestellingen, hebben wij de eer U mede te deelen, dat bij ons college evenmin als bij de Commissie van Fabricage tegen de inwilliging van het verzoek bezwaar bestaat. Veeleer achten wij het gewenscht, dat den ingezetenen op deze wijze een gemakkelijke gelegenheid wordt geboden om in voor komende gevallen van den inhoud van een andere courant of een ander tijdschrift kennis te nemen, dan gewoonlijk door hen worden gelezen. En wat de te heffen recognitie betreft, rekening houdende met hetgeen voor de reeds bier ter stede bestaande drink- kiosken betaald wordt en met het bedrag dat elders wordt geheven, schijnt het ons niet onbillijk deze te bepalen op 10.— per kiosk per jaar. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan Martin Wolff Co, te Amsterdam, tot wederopzeggens toe vergunning te verleenen tot het plaatsen van kiosken voor den verkoop van couranten en andere benoodigdhedenvoor het plaatsen van aankondigingen en voor het doen van be stellingen, op de Hoogstraat, de Beestenmarkt, in de Plantage en op het Rapenburg in deze gemeente, tegen betaling van een jaarlijksche recognitie van ƒ10.per kiosk, bij vooruit betaling te voldoen en met inachtneming der door ons college in het belang der gemeente noodig geachte voorschriften. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad der Stad Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, Martin Wolff Co. te Amsterdamdat zij beleefd verzoeken voor hun firma Martin Wolll Co. waarvan op heden Vennooten zijn: Martin Wolll' en Eduard Willem Wollï; de vergunning tot het plaatsen en exploiteercn van Kiosken op de openbare straat met het doel daarin te verkoopenCourantenReis boeken, zegels, tram- en andere kaarten, kleine schrijfbe hoeften enz. alsook voor zoover de gelegenheid aan de Kiosken toelaat, het plaatsen van aankondigingen, het aannemen van boodschappen en bestellingen, een en ander op de voor waarden gelijk zij de vergunning te 's Gravenhage hebben. Adressanten begrijpen de vergunning wel niet een uitslui tende kan zijn, doch zagen gaarne bij eventueele toestem ming bepaald, dat bij aldien door den tijd mocht blijken de behoefte aan meerdere kiosken en dezelven door concurrenten aangevraagd worden, dat zij alsdan de voorkeur mogen ge nieten, daar zij de vaste overtuiging hebben dat gedurende de eerste jaren er geen directe voordeelen mede te behalen zijn, doch wel eerst na verloop van eenigen tijd, als het couranten lezend publiek zal toenemenvooral onder de mindere klasse. Zij wenschen de vergunning voor de volgende standplaatsen, de juiste plaats later door B. en Ws. aan te wijzen: Hoog straatBeestenmarktPlantage en Rapenburg. Adressanten stellen zich voor dezelfde modellen Kiosken te plaatsen gelijk te Amsterdam en 's Gravenhage waarvan hierbij de teekening, waaruit tevens de noodige plaatsruimte blijkt. Het welk doende enz. Amsterdam, 1 Maart 1900. N°. 73. Leiden, 19 Maart 1900. Tegen den in hare handen gestelden staat van af- en over schrijving van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, het dienstjaar 1899 betreffende, heeft de Commissie van Financiën geene bedenkingen. Zij heeft derhalve de eer U voor te stellen tot goedkeuring van dien staat te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 74. Leiden, 21 Maart 1900. Onder overlegging van nevensgaand adres van Dr. J. L. Dob- berke, houdende verzoek om eervol ontslag als Geneesheer- Directeur van het Krankzinnigengesticht «Endegeest" en het daaromtrent uitgebracht advies der Commissie van Beheer, hebben wij de eer U mede te deelen, dat ook bij ons tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan Dr. J. L. Dobberke, op zijn verzoek, met ingang van 1 Juni a.s. eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van Genees heer-Directeur van het Krankzinnigengesticht «Endegeest". Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 17den Maart 1900. Onder terugzending van het in onze handen gestelde ver zoek van den Heer Dr. J. L. Dobberke, om eervol ontslag als Geneesheer-Directeur van «Endegeest", hebben wij de eer U mede te deelen, dat tegen inwilliging daarvan bij onze Com missie geen bezwaar bestaat en wij U in overweging geven den Gemeenteraad voor te stellen aan Dr. Dobberke, op zijn verzoek, eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van Geneesheer-Directeur van het Krankzinnigengesticht «Ende- geest" met ingang van 1 Juni a.s. De Commissie van Endegeest F. Was, Voorzitter. H. H. Cornelissen, Secretaris. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Ik heb de eer U te berichten, dat mij de gelegenheid is geboden benoemd te worden tot Geneesheer- Directeur van het Sanatorium voor Zenuwlijders «Bato's wijk" te Oosterbeek, dat 1 Juni e. k. zal geopend worden Hoewel het mij moeite kost eene inrichting te verlaten, die ik mede heb helpen tot stand brengen en wier moeilijkste jaren thans voorbij zijn, heb ik na lange aarzeling toch besloten de mij geboden gelegenheid niet voorbij te laten gaan, daar voor mij aan de aanvaarding belangrijke lichtzijden verbon den zijn. Ik heb daarom de eer Uw College beleefd te verzoeken aan den Raad Uwer Gemeente voor te stellen mij op mijn verzoek eervol ontslag te verleenen als Geneesheer-Directeur van het gesticht «Endegeest met ingang van 1 Juni 1900. Tevens zij het mij vergund te dezer plaatse mijn hartelijken dank uit te spreken voor het vertrouwen, dat gedurende mijne bijna vierjarige werkzaamheid alhier, mij steeds in zoo hooge mate ten deel viel. Hetwelk doende, met verschuldigde hoogachting Endegeest", 1 Maart 1900. J. L. Dorberke. Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. N°. 75. Leiden, 23 Maart 1900. Bij besluit Uwer Vergadering van 4 Januari jl. werd be sloten het perceel aan de Breestraat n°. 119 aan te koopen ten einde in het benedenhuis de Schutterijbureelen te vestigen en de bovenverdieping in te richten tot woning van den Hoofdinspecteur van politie Uit den aard der zaak zal het perceel, ten einde aan deze tweeledige bestemming te kunnen beantwoorden, eenige verbouwingen dienen te ondergaan. Zoo zal in het bovenhuis een keuken moeten worden ingericht waarmede tevens eene verbouwing van het nevenliggend ver trek zal moeten gepaard gaan; in het geheele huis zullen gas- en waterleiding moeten worden aangelegd; de boven woning zal van het benedenhuis moeten worden afgescheiden, en min of meer belangrijke herstellingen zullen van een en ander een noodwendig gevolg zijn. De uitgaven, voor deze verschillende werken vereischt, wor den door de Commissie van Fabricage geschat op ƒ1200. en zullen kunnen worden gevonden uit den post voor Onvoor ziene Uitgaven, waarop thans nog ƒ34732 beschikbaar zijn. Den len Mei zal de hoofdinspecteur zijn nieuwe woning kun nen betrekken. Het komt ons billijk voor den huurprijs daar van te bepalen op ƒ100.'sjaars. Wel zou daarvoor onder normale omstandigheden waarschijnlijk eene hoogere huur te bedingen zijn, maar nu deze ambtenaar bereid is geheel vrij willig de door hem gekozen woning te verlaten om in het belang van den dienst eene andere te betrekken, behoort o. i. met een eenigszins matige huur genoegen te worden genomen. Om dezelfde reden schijnt het ons billijk aan adressant, die eerst verleden jaar zijn tegenwoordige woning heeft betrok ken, een zekere vergoeding te geven voor verhuiskosten. Een bedrag van 150.mag daarvoor voldoende worden geacht en zal eveneens uit de Onvoorziene Uitgaven kunnen worden gevonden. Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering in overweging 1° een bedrag van ƒ1200.— ter onzer beschikking te stellen ten behoeve van de verbouwing van het perceel Breestraat, n°. 119; 2° te besluiten de bovenwoning van het perceel Breestraat 119 te verhuren aan R. Pronk, hoofdinspecteur van politie alhier, tegen een huurprijs van /100.— per jaar en voorts onder de gewone voorwaarden 3° te besluiten aan R. Pronk eene vergoeding toe te kennen van ƒ150.ter bestrijding zijner verhuiskosten; en voorts over te gaan tot vaststelling van de hierbij over gelegde staten van af- en overschrijving en staat model A. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 3