28 van de betaling van schoolgeld voor zijn zoon Johannes over de beide eerste kwartalen van den loopenden cursus en voor zijn dochtertje Marie Anne over de maanden Januari en Februari van dit jaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Edel Achtbaren Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennenPetrus Johan nes Jacobus Paling, militair Apothekersbediende bij het Mi litair Hospitaal alhier, woonachtig Morschweg 53; dat hij op den Jen Februari jl. is overgeplaatst van Zaandam naar Leiden; dat zijn zoon Johannes, leerling van de le klasse Hoogere Burgerschool te Zaandam, op den len Maart jl. is toegelaten tot genoemde klasse aan de Hoogere Burgerschool alhier; dat ondergeteekende volgens ontvangen aanslagbiljet ver schuldigd is te betalen over de maanden September 1899 tot en met Februari 1900 de somma van dertig gulden, terwijl genoemde som door ondergeteekende over dat tijdsverloop evenzeer te Zaandam is betaald; redenen waarom ondergeteekende zich beleefd wendt tot UEdel Achtbaren Raad met het verzoek vrijgesteld te mogen worden van de betaling der afgeloopen zes maanden. 't Welk doende, enz. Leiden, 6 Maart 1900. P. J. J. Paling, Mil. Apoth.bed. Aan den Edel Achtbaren Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Petrus Johan nes Jacobus Paling, Militair Apothekersbediende bij het Mi litair Hospitaal alhier, woonachtig Morschweg 53; dar hij op den len Februari jl. is overgeplaatst van Zaandam naar Leiden dat zijn dochtertje Marie Anne op den len Maart jl. is toe gelaten tot de openbare Burgerschool2e klasse, hoofd mejuffrouw Winkler. dat ondergeteekende zich beleefd wendt tot UEdel Achtbaren Raad met het verzoek vrijgesteld te mogen worden van de betaling der maanden Januari en Februari 1900 naar aanlei ding van nog niet genoten onderwijs alhier. 't Welk doende enz. Leiden, 6 Maart 1900. P. J. J. Paling, Mil. Apoth.bed. N°. 68. Leiden, 13 Maart 1900. Wij geven Uwe Vergadering in overweging gunstig te be schikken op het hierbij overgelegd verzoek van K. L. van Schouwenburg om terugbetaling van schoolgeld over de maanden Januari en Februari voor zijn pupil M. F. Lamaison, ten bedrage van f 10,—, aangezien deze leerlinge wegens vestiging in deze gemeente eerst sedert 1 Maart de lessen aan de Meisjesschool le klasse heeft gevolgd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. De ondergeteekende, K. L van Schouwenburg, wiens pupil Marie Franpoise Lamaison, den 24en Februari jl. alhier uit Pretoria (Zuid-Afrikaansche Republiek) aangekomen, sedert 1 Maart jl. de lagere school le klasse voor meisjes bezoekt, stortte als schoolgeld over het 3e kwartaal van het dienstjaar 1899—1900 15.en verzoekt Uwen Raad beleefd, daar zijn pupil voornoemd de lessen aan die inrichting gedurende de beide eerste maanden van het kwartaal niet bijwoonde, twee derden van gemeld bedrag, zijnde 10.te mogen terug ontvangen. 't Welk doende enz, K L. van Schouwenburg. Leiden, 7 Maart 1900. N°. 69. Leiden, 14 Maart 1900. Tegen de in hare handen gestelde rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, dienst 1899, heeft de Commissie van Financiën geen bezwaar. Zij heeft daarom de eer U voor te stellen die rekening goed te keuren: in ontvangst adf 475. in uitgaaf ad449.27 sluitende met een batig slot vanf 25.73 Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 70. Leiden, 14 Maart 1900. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen den ingedienden staat van af- en overschrijving van de Stads Bank van Leening, over het dienstjaar 1899, geene bedenkingen heeft. Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van dien staat te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 71. Leiden, 10 Maart 1900. Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Vergadering in overweging aan den Heer G F. Alscheop zijn verzoek op de meest eervolle wijze ontslag te verleenen als lü. Regent van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kin derhuis en 2°. Regent van het Oude Mannen- en Vrouwen huis, onder dankbetuiging voor de uitnemende diensten, ge durende vele jaren belangeloos aan beide stichtingen bewezen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 12 Maart 1900. Edelachtbare Heeren In antwoord op uwe missive van 7 Maart j.l. hebben wij de eer u mede te deelen: 1°. dat tegen de inwilliging van het verzoek om ontslag van den Heer G. F. Alsche, als regent van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, welk verzoek wij oprecht betreuren, maar moeten billijken, niet alleen bij ons geene bezwaren bestaan, maar dat wij meenen, dat dit op de meest eervolle wijze moet verleend worden. Gedurende 18 jaren toch wijdde hij, geheel belangeloos, zijne trouwe zorgen aan ons gesticht, en onder zijn bestuur en met zijne krachtige medewerking zijn hoogst belangrijke hervormingen tot stand gekomen. 2°. dat wij aan uw verzoek U eene voordracht te doen toe komen van twee personen tot het doen eener keuze voor een opvolger, binnen kort hopen te kunnen voldoen. Het Bestuur van het 11. G. of Arme Wees- en Kinderhuis J. Offerhaus Lz., Voorzitter. A. P. M. van Oordt, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden heeft de ondergetee kende de eer, om gezondheidsredenen, ontslag te vragen uit de betrekking van Regent van het II. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, alhier. G. F. Alsche. Leiden, 3 Maart 1909. Leiden, 14 Maart 1900. In antwoord op uwe missive van 7 dezer, n°. 339, en onder terugzending van het adres van den Heer G. F. Alsche, hebben wij de eer U te adviseeren het gevraagde ontslag op de meest eervolle wijze te verleenen, onder betuiging van waar deering en dank voor de uitnemende diensten, gedurende zoovele jaren aan het Oude Mannen- en Vrouwenhuis, be langloos bewezen. Wij betreuren het zeer dat" de heer Alsche om gezondheids redenen ontslag heeft gevraagd als Regent van genoemd Huis. De voordracht aan den Gemeenteraad, ter benoeming van een opvolger, zal spoedig worden ingediend. Namens Regenten van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. C. J. van Ketwich, Voorzitter. H. C. Juta, Secretaris. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden heelt de ondergetee kende de eerom gezondheidsredenenontslag te vragen uit de betrekking Van Regent van het Oude Mannen- en Vrou wenhuis, Heerengracht. G. F. Alsche. Leiden, 3 Maart 1900. N°. 72. Leiden, 16 Maart 1900. Naar aanleiding van het hierbij overgelegd adres van Martin Wolff Co., te Amsterdam, houdende verzoek om vergun ning tot het plaatsen van kiosken op den openbaren weg in deze gemeente voor den verkoop van couranten en andere benoodigdhedenhet plaatsen van aankondigingen en het doen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 2