„GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 27 IITGEKOMESt STUKKEU. N°. 61. Leiden 3 Maart 1900. Ter vervulling der vacature van 3e onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse n°. 4, ontstaan door het met ingang van 1 April a. s. aan Mej. F. W. Kissing ver leend eervol ontslag, hebben wij de eer U in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na ingewonnen advies van het Hoofd der School, de volgende voordracht aan te bieden: 1°. Mej. H. LANDZAAT, 4e onderwijzeres aan die school; 2°. Mej. S. E. VAN DER WIEL, 4e onderwijzeres aan de school der 4e klasse n°. 1en 3°. Mej, D. J. NUES1NK, 4e onderwijzeres aan de school der 3e klasse n°. 3. Voor het geval de eerstvoorged ragen e door (J mocht wor den benoemd nemen wij de vrijheidten einde den geregelden gang van het onderwijs zoo min mogelijk te verstoren, U tevens de volgende voordracht ter benoeming van een 4e onderwijzeres in de handwerken aan dezelfde school aan te bieden, eveneens in overleg met den Arrond. Schoolopziener en na ingewonnen advies van het Hoofd der school opgemaakt 1°. Mej. J. E. LABREE, thans werkzaam aan die school; 2°. Mej. G. KOOLHAAS, thans werkzaam aan de school der 4e klasse n°. 2; en 3°. Mej. S. WIERSMA, thans werkzaam aan de school dei- Se klasse n°. 3. Onder mededeeling dat de desbetreffende stukken in de Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, verzoeken wij U als- nu tot eene benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 62. Leiden3 Maart 1900. Na de gunstige resultatenbij de verleden jaar genomen proef met de openbare verpachting van standplaatsen op de kermis verkregen, komt het ons wenschelijk voor die ver pachting ook dit jaar weder te doen plaats hebben, en wel ditmaal voor 8 in plaats van voor 0 inrichtingenwaar ge bleken is, dat ook voor de plaatsing van slagmachines en kinematografen meerdere aanvragen inkomen. Onder verwijzing naar n°. 44 der Ingekomen Stukken van 1899, geven wij Uwe Vergadering daarom in overweging de op bijbehoorende situatieteekening met de letters A. B. C, D. E. F. G. en H. aangegeven terreinen, ter grootte respect, van 462, 155 378, 378, 155, 128, 12 en 216 Ma, gelegen de vijf eerste op de Lammermarkt, het zesde op de Binnenvestgracht, het zevende op de Nieuwé Beestenmarkt en het achtste op de Boommarkt, ten behoeve van de plaatsing van twee draai molens,drie stoomcarroussels of hippodromes,één luchtschommel, één slagmachine en één kinematograaf of daarmee gelijk te stéllen inrichtingen, voor den tijd van 13 dagen, te beginnen met Vrijdag 20 Juli en eindigende Woensdag 1 Augustus 1900 aan den openbaren dienst te onttrekken en ons college tot openbare verpachting dier standplaatsen te machtigen onder de bij Raadsbesluit van 16 Maart 1899 vastgestelde voorwaardenzooals deze in verband met de uitbreiding der verpachting nader behooren te worden aangevuld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 63. Leiden, den 6 Maart 1900. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat zij geene bedenkingen heeft tegen de voorstellen van Burgemeester en Wethouders: '1° tot beschikbaarstelling van een bedrag van ƒ60.voor eene behoorlijke inrichting van een lokaal voor van misdrijf verdachte en aangehouden personen (zie Ing. Stukken n°. 54); 2° tot beschikbaarstelling van eene som van ƒ45.— ter be strijding van de kosten van aansluiting aan de Duinwater leiding van het onlangs aangekocht huis aan den Maredijk n°. 103 (zie Ing. Stukken n°. 55); en 3° tot verhooging van de som van ƒ5000.—, uitgetrokken op de begrooting van 1900 voor de verbouwing van het Raad huis in verband met de verplaatsing van het Bureau van Gemeentewerken, met ƒ1400.(zie Ing. Stukken n°. 56). Zij stelt U derhalve voor dienovereenkomstig te besluiten en tot de vaststelling van de overgelegde staten van af- en overschrijving over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 64. Leiden, 9 Maart 1900. Naar aanleiding van nevensgaand schrijven van den Inspec teur van het IJkwezen hebben wij de eer U mede te deelen dat bij ons geen bezwaar bestaat het ijkkantoor aan de Lammermarkt wederom voor den tijd van tien jaren onder de bestaande voorwaarden aan het Rijk te verhuren. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten, het ijkkantoor aan de Lammermarkt met ingang van 1 September 1901 wederom voor den tijd van 10 jaren aan het Rijk te verburen tegen den huurprijs van 300. per jaar en voorts onder de bestaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 's Gravenhage, 3 Maart 1900. Met dezen heb ik de eer UEd.A. onder de aandacht te brengen, dat de loopende huur van het ijkkantoor te Leiden volgens het huurcontract, dat door den Minister van Water staat, Handel en Nijverheid den 18en September 1891 goed gekeurd is, den laatsten Augustus 1901 eindigt. Indien Uw College en de Raad der Gemeente genegen mochten zijn tot eene verlenging der huur, dan zal ik gaarne een ontwerp-huurovereenhomst tegemoet zien, ten einde dit aan Zijne Excellentie te kunnen inzenden met mijn advies. In dit stuk dient de familienaam van den Inspecteur van het IJkwezen niet voor te komen. De Inspecteur van het IJkwezen B. P. Moors. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 65. Leiden, 9 Maart 1900. Onder mededeeling dat door adressant niet over twee maanden maar slechts over één maand schoolgeld betaald is, zonder dat de lessen door zijn zoontje werden gevolgd, aangezien dit op 28 Februari j.l de school heeft verlaten, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan W. H. van der Nat, te Amsterdam, restitutie te verleenen van het over de maand Maart betaalde schoolgeld, ten bedrage van ƒ1,33. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Amsterdam, 6 Februari 1900. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft, ondergeteekende, Willem Hendrik van der Nat, kunstschilder, wonende te Amsterdam, Nassaukade 9, gewoond hebbende te Leiden, Vestwal 4a, met verschuldigde eerbied te kennen, dat hij den Raad beleefd verzoekt, restitutie te willen verleenen van twee maanden te veel betaald school geld voor zijn zoontje Boudewijn Christiaan, leerling der voorbereidende school, die uit0 Februari genoemde school heeft moeten verlaten. :t Welk doende enz., Willem 11. v. n. Nat. N°. 66. Leiden, 3 Maart 1900. Voldoende aan het bepaalde bij art. 5 der Statuten heeft het Bestuur van de vereeniging »de Practische Ambachts school" alhier, de eer den Raad der Gemeente Leiden mede te deelen, dat in de algemeene ledenvergadering, gehouden op 28 Februari 1.1., ter vervanging van den Heer J. Roem, niet herkiesbaar, het volgende dubbeltal is opgemaakt: le. C. BONGER. 2e II. E VAN DER HEIDE. De Raad wordt beleefd uitgenoodigd uit dit dubbeltal eene keuze te doen, Namens het Bestuur van de Vereeniging »de Practische Ambachtsschool" J. A. van Dijk, Voorzitter. G. van Driel, Secretaris. Aan den Raad der gemeente Leiden. N°. 67. Leiden, 13 Maart 1900. Naar aanleiding van nevensgaande adressen van P. J. J. Paling, militair apothekersbediende bij het Militair Hospitaal alhier, hebben wij de eer U te berichten, dat de kinderen van adressant wegens vestiging in deze gemeente eerst sedert 1 Maart jl, de lessen aan de Hoogere Burgerschool voor Jon gens en aan de Meisjesschool 2e klasse hebben bijgewoond. Wij geven U mitsdien in overweging adressant vrij te stellen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 1