25
Leiden, den 13 Februari 1900.
Met terugzending van het in onze handen gesteld adres
van den Heer Dr. I). de Loos, hebben wij de eer U te advi-
seeren aan den Gemeenteraad voor te stellen het gevraagd
eervol ontslag tegen 1 Mei a. s. te verleenen.
De Inspecteur der Gymnasia, wiens advies hierbij in af
schrift wordt overgelegd, heeft hiertegen geen bezwaar.
Curatoren van het Gymnasium;
T. Zaaijer, Voorzitter.
J. C. van der Lip, Secretaris.
Aan Heeren llurg. en Weth. van Leiden.
's-Gravenhage, 12 Februari 1900.
Met terugzending der bij bovenvermeld schrijven in mijne
handen gestelde stukken heb ik de eer Uw College te be
lichten, dat er bij mij geen bezwaar bestaat tegen inwilliging
van het verzoek van Or. D. de Loos om eervol ontslag uit
zijne betrekking van leeraar in de scheikunde aan het gym
nasium Uwer gemeente met ingang van 1 Mei a. s.
De Inspecteur der gymnasia
(w. g.) C. J. Eggunk.
Voor afschrift,
J. C. van der Lip
Aan het College van Curatoren van
het gymnasium te Leiden
Leiden, 15 Februari 1900.
Ten antwoord op Uw schrijven van 7 Febr. j 1. (n°. 213),
en onder terugzending van het adres van Dr. I). de Loos,
houdende verzoek om ontslag, tegen 1 Mei a. s., uit zijne
betrekking van Directeur der Hoogere Burgerschool voor Jon
gens, hebben wij de eer U in overweging te geven aan den
Gemeenteraad voor te stellen hem dat ontslag tegen den
aangevraagden datum op de meest eervolle wijze te verleenen,
onder dankbetuiging voor de gewichtige diensten, gedurende
vele jaren der gemeente bewezen.
De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs
II. A. Lorëntz, Voorzitter.
J. W. Muller, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
's-Gravenhage, 24 Februari 1900.
In antwoord op Uw in margine bedoeld schrijven heb ik
de eer gelet op art. 29 der wet van 2 Mei 1863 U in
overweging te geven, den heer Dr. D. de Loos het doorhem
gevraagde ontslag, uit zijne betrekking van directeur der
hoogere burgerschool met 5-jarigen cursus voor jongens in
Uwe Gemeente, te verleenen: eervol en net dankbetuiging
voor de gewichtige diensten van de oprichting der school af,
aan de Gemeente bewezen.
De Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs,
J. Campert.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 58. Leiden, 1 Maart 1900.
Aangezien Martinus Frans Pluim Mentz, vroeger leerling
der 2e klasse van de Hoogere Burgerschool voor Jongens,
medio December 1899 de school heeft verlaten om in dienst
te treden als adspirant-onderolficier, geven wij Uwe Verga
dering in overweging aan I). H. Pluim Mentz vrijstelling te
verleenen van de betaling van schoolgeld voor zijn zoon over
de laatste twee kwartalen van den loopenden cursus.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad der
Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Dirk Hendrik
Pluim Mentz, Gepensioneerd Magazijnmeester le klasse der
Artillerie van het O. I. Leger;
dat zijn zoon Martinus Frans, sedert de laatste Kerst-
vacantie de Hoogere Burgerschool voor Jongens alhier niet
meer heeft bezocht, daar hij den 3en Januari 1900 als As
pirant-Onderofficier dienst heeft genomen bij het 4e Reg.
Infanterie alhier
reden waarom adressant uwen Raad verzoekt hem voor
dien zoon vrijstelling te verleenen van betaling van school
geld voor de IJ. B. S. voor de laatste 2 kwartalen van het
schooljaar.
't welk doende
Leiden, 20 Februari 1900. D. H. Pluim Mentz.
N°. 59. Leiden, 1 Maart 1900.
Door C. Los is ons de wensch te kennen gegeven om het
perceel aan de' Korte Mare n°. 15, hoek Lammermarkt, na
expiratie van het thans loopende huurcontract wederom voor
den tijd van een jaar van de gemeente te mogen huren.
Aangezien daartegen bij ons college geen bezwaar bestaat,
geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten het
woonhuis aan de Korte Mare n°. 15, hoek Lammermarkt,
met. ingang van 1 Mei a. s. wederom voor den tijd van één
jaar te verhuren aan C. Los, tegen een huurprijs van /'350.—
per jaar en voorts onder de bestaande voorwaarden.
Aari den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 60. Leiden, 1 Maart 1900.
Naar aanleiding van de in de Leeskamer ter inzage neder
gelegde missives van Curatoren van het Gymnasium en de
Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, met
wier inhoud wij ons geheel kunnen vereenigen, geven wij
Uwe Vergadering in overweging, met het oog op de in dit
jaar te vieren lustrumfeesten van de Leidsche Universiteit,
in afwijking van de desbetreffende verordeningen te bepalen:
1°. dat aan het Gymnasium en de beide Hoogere Burger
scholen gedurende de feestweek vacantie zal worden gegeven;
2°. dat de Pinkstervacantie aan het Gymnasium zal ver
vallen; en
3°. dat de Paaschvacantie aan de beide Hoogere Burger
scholen in stede van op Maandag, op Donderdag vóór Paschen
zal aanvangen.
Aan den Gemeenteraad. Burg- en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.