GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 21 N°. 44. I^^EKOMEX STUKKEX. Leiden, den 12 Februari 1000. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zij geene bedenkingen heeft tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 8 dezer (Ing. Stukken N°. 41) tot beschikbaarstelling van gelden voor de waarneming van de lessen in de Scheikunde aan het Gymnasium tot 1' Mei a. s. tengevolge van de ongesteldheid van Dr. D. De Loos. Zij stelt U derhalve voor tot vaststelling van den overge- legden staat van af- en overschrijving, dienst 1900, tot een bedrag van f 75.over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. Nn. 45. Leiden, 14 Februari 1900. Aan den Gemeenteraad. No. 46. Leiden, 16 Februari 1900. Den 30en April a.s. eindigt de huur van de benedenwoning van het perceel Nieuwsteeg 10, krachtens Raadsbesluit van 17 Februari 1898 verhuurd aan J. J. Spanjersberg tegen een huurprijs van f 225.— per jaar. Blijkens het hierbij overge legd adres wenscht de Weduwe J. Spanjersberg, geboren M. H. Daremde huur thans weder voor den tijd van 2 jaren te continueeren. Aangezien daartegen bij ons geenerlei bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten de benedenwoning van het perceel Nieuwsteeg 10 wederom te verhuren aan de Weduwe J. Spanjersberg, geb. M. H. Darem, voor den tijd van twee jaren, ingaande den len Mei 1900, tegen een huurprijs van f 225.— per jaar en voorts onder de gewone voorwaarden. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Edelachtbare Heeren Burgemeester en Weth ouders van Leiden. De ondergeteekendeMargaretha Hendrika Darem, weduwe Jacobus Spanjersberg, verzoekt eerbiedig Uw College den Raad voor te stellen haar weder voor twee jaren te ver- huren het huis aan de Nieuwsteeg No. 40, benedenwoning, voor den prijs van /"225.—ingaande 1" Mei 1900 en zullende eindigen 30 April 1902. 't Welk doende De Wed. J. Spanjersberg, geb. M. H. Darem, Blijkens het hierbij overgelegd adres wenscht de Konink lijke Nederlandsche Grofsmederij een gedeelte te dempen van de sloot tusschen den Hoogen Rijndijk en het haar toebehoorend kadastraal perceel Sectie M, n°. 936/1114, ten einde een toegangsweg te verkrijgen van den Hoogen Rijn dijk naar haar fabrieksterrein in de Waard. Tevens verzoekt zij een zich ter plaatse bevindenden boom te doen rooien ten einde den toegang tot dien weg vrij te maken. Bij de Commissie van Fabricage bestaat noch tegen de demping noch tegen de verwijdering van den boom eenig bezwaar, mits aan de vergunning tot demping de gewone voorwaarden worden verbonden, en mits het rooien van den boom van gemeentewege voor rekening van adressante ge schiede. Ons met haar advies vereenigendegeven wij U mitsdien in overweging: A. Aan de Koninkl. Nederl. Grofsmederij, behoudens de rech ten van derden, vergunning te verleenen tot demping van een gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk, ter lengte van ongeveer l1/, meter, gelegen vóór den over het kadastrale perceel, Sectie M, n°. 936/1114 te maken overweg, onder de navolgende voorwaarden: 1°. dat dat gedeelte der sloot worde ontdaan van bodem en drijfvuil en aangevuld met zuiver zand tot nader door Burg. en Weth. aan te geven hoogte; 2°. dat over de lengte van het gedempte gedeelte een riool worde gelegd, van cementen bodemstukken met kruinstukken, inwendig wijd 40 bij 60 c.M. op doorgaande grondplank en op de door Burg. en Weth. aan te geven diepte; 3°. dat het gedempte gedeelte aan weerszijden worde af gesloten door een houten schoeiing, voorzien van een ijzeren bek; 4°. dat de grond van adressante van den gemeentegrond worde afgescheiden ter halver breedte van de gedempte sloot door een vóór den overweg te stellen ijzeren afsluit hek tenzij het gedeelte der gedempte sloot dat aan adres sante toebehoort kosteloos aan de gemeente worde afgestaan, in welk geval het afsluithek zal geplaatst moeten worden op de grens tusschen de gedempte sloot en den overweg; 5°. dat het gedeelte der gedempte sloot, dat gemeente eigendom wordt, behoorlijk ten genoege van Burg. en Weth. worde opgeleverd; 6°. dat het materiaal eigendom worde van de gemeente en deze bevoegd zal zijn in de ligging van het riool ten allen tijde zoodanige wijzigingen te brengen als noodig zullen blijken 7°. dat alle werken ten genoege van Burg. en Weth. worden uitgevoerd en onderhouden; 8°. dat daags vóór den aanvang der werkzaamheden daar van worde kennis gegeven op het Bureau van Gemeente werken 9°. dat de vergunning vervalt wanneer daarvan vóór '1 Mei a.s. geen gebruik is gemaakt. B. Ons te machtigen tot het doen rooien van den boom, aangeduid met de letter A op de bij het verzoek gevoegde teekening, onder bepaling dat de kosten van het rooien zul len worden gedragen door adressante. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 2 Februari 1900. De Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij alhier, geeft met verschuldigden eerbied te kennendat zij om een toe gangsweg te verkrijgen van den Hoogen Rijndijk naar haar fabrieksterrein in de Waardvoornemens is dien weg te leggen over haar terrein kadastraal bekend onder Sectie M, N". 936/1114, waarvan hierbij teekening is gevoegd; dat zij daarvoor een gedeelte wenscht te dempen van de sloot tusschen den Hoogen Rijndijk en voornoemd terrein, waarvoor zij beleefdelijk Uwe toestemming vraagt. Voorts veroorlooft zij zich de vrijheid beleefd te verzoeken eene boom, op de teekening met A aangeduid, te willen doen verwijderen, teneinde de toegang tot den aan te leggen weg vrij te maken. 't Welk doende enz.. De Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij C. Bonger, Directeur. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 47. Leiden, 16 Februari 1900. Bij Raadsbesluit van 21 December 1899 werd door Uwe Vergadering besloten het verzoek van J. Vellekoop e. a. om vergunning tot demping van het gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk, gelegen vóór de perceelen 21 tot en met 43 (Zie Ingek. St. n°. 250), andermaal te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, ten einde te overwegen of het niet mogelijk zou zijn andere, minder bezwarende voorwaarden aan de inwilliging van het verzoek te verbinden. Hangende het onderzoek omtrent deze zaak bij de Commis sie van Fabricage werd daarop d.d. 31 Januari van dit jaar een nieuw verzoek door adressanten ingediendwaarbij zich thans ook had aangesloten M. P. Splinter, eigenaar van vier, aan bovengenoemde perceelen grenzendein aanbouw zijnde panden, en waardoor dus het vroeger door adressanten inge diende adres als ingetrokken kon worden beschouwd. Uit dit nieuwe verzoek blijkt thans duidelijkdat bet de bedoeling van adressanten is, om slechts over de helft van den door de demping verkregen grond voor den aanleg van tuintjes te mogen beschikken. Bij de Commissie van Fabricage en ook bij ons college be staat thans tegen de inwilliging van het verzoek, zcoals het is- gedaan, geen bezwaar meer. Wel heeft de Commissie van Fabricage nog krachtige pogingen aangewend om adressanten te bewegen van den aanleg der tuintjes af te zien, waardoor ongetwijfeld een, vooral in de toekomst, meer gewenschte toestand zou zijn verkregen, maar het is haar niet mogen gelukken adressanten hieromtrent tot een ander inzicht te brengen. Alleen dan wenschten zij de demping, wanneer over de helft van den door demping verkregen grond voor den aanleg van tuintjes zou kunnen worden beschikt. Waar nu uit dien hoofde geen overwegende bedenkingen tegen de inwilliging van het verzoek kunnen worden gemaakt en wij met de Commissie van Fabricage van oordeel zijn, dat reeds door de demping op zich zelve eene verbetering in den toestand van den Hoogen Rijndijk zal worden verkregen, mits vóór de tuintjes een trottoir van waalklinkers worde ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 1