GEMEENTERA A D VAN LEIDEN.
17
I \<iIUO'1 i:\ STI kKO.
N°. 28. Leiden, den 24 Januari 1900.
I)e Commissie van financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen dat er bij haar geen bezwaren bestaan tegen
liet voorstel van Burgemeester en Wethouders van den 19en
Januari j 1. (Ing. Stukken n°. 25) tot beschikbaarstelling van
gelden voor een voortgezet onderzoek van woningen in deze
gemeente.
Zij stelt U derhalve voor dienovereenkomstig te besluiten
en tot de vaststelling van den overgelegden staat van af- en
overschrijving op de begrooting dienst 1900, tot een bedrag
van 1000, over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 29. Leiden, 27 Januari 1900.
Aangezien de leerlingen Jacoba Boele en Dirk Boele wegens
vertrek uit deze gemeente den len Februari a. s. resp. de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes en de Jongensschool 2e klasse
zullen verlaten, geven wij Uwe Vergadering in overweging
aan hun voogd J. H. van der Burg vrijstelling te verleenen
van de betaling van schoolgeld over de laatste twee kwartalen
van den loopenden cursus voor zijn pupil Jacoba en vrijstel
ling of terugbetaling van schoolgeld over de maanden Februari
en Maart voor zijn pupil Dirk.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der
Gemeente loeiden te Leiden.
Mijn pupil Jacoba Boele, leerlinge der Hoogere Burgerschool
voor Meisjes alhier, den 1 Februari a. s. naar hare ouders in
Amsterdam terugkeerende en dus de lessen van af dien datum
niet meer volgende, verzoekt ondergeteekende als toeziende
voogd, afschrijving van de alsdan voor het loopend jaar nog
verschuldigde schoolgelden.
Eveneens verlaat om dezelfde reden zijn pupil Dirk Boele
de school 2e klasse voor Jongens (Heer van Wijk). In hoeverre
ook hiervoor reden tot afschrijving bestaan, laat ondergetee
kende aan uwe beslissing over.
Leiden, 20 Januari 1900.
J. H. van der Burg,
N°. 30. Leiden27 Januari 1900.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Mej. F. W.
Kissing en het daaromtrent uitgebracht rapport van het Hoofd
der School, geven wij Uwe Vergadering in overweging Mej.
F. W. Kissing, op haar verzoek, met ingang van 1 April a. s.
eervol ontslag te verleenen uit hare betrekking van 3e onder
wijzeres in de nuttige handwerken aan de openbare school
der 3e klasse n°. 4.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 23 Jan. 1900.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der
Gemeente Leiden.
Ter beantwoording Uwer apostille N°. 288 in dato 20 Jan. 1.1.
heb ik de eer U mede te deelen, dat tegen de voldoening
aan het verzoek van Mej. F. W. Kissing bij mij geen bezwaar
bestaat.
Het hoofd der school 3e kl. n°, 4:
H. C. VAN DER HeIJDE.
Aan den Gemeenteraad te Leiden.
Edelachtbare Heeren
Ondergeteekende, 3de onderwijzeres in de nuttige hand
werken aan de school 3e klasse n°. 4 (hoofd de heer van der
Heijde), wenschte gaarne met 1 April a. s. eervol ontslagen
te worden uit genoemde betrekking.
Met verschuldigden eerbied,
F. W. Kissing.
Leiden, 20 Januari 1900.
N°. 31. Leiden, 27 Januari 1900,
Wegens vertrek uit deze gemeente van Karei Hendrik Horst,
vroeger leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, geven
wij Uwe Vergadering in overweging aan Dr. R. Horst vrij
stelling te verleenen van de betaling van schoolgeld over de
laatste twee kwartalen van den loopenden cursus.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Edel Achtbaren Raad der Gemeente Leiden,
De ondergeteekende neemt de vrijheid U hierbij kennis te
geven, dat zijn pupil Karei Hendrik Horst, leerling der le klasse
U. Burgerschool voor Jongens, wegens vertrek naar elders,
deze Inrichting vóór 31 December 1899 heeft verlaten en ver
zoekt mitsdien voor hem vrijstelling van betaling der school
gelden over de twee laatste kwartalen van den cursus 1899/1900.
Hoogachtend
Uw dw. dnr.
R. Horst.
Leiden, 24 Januari 1900.
N°. 32. Leiden, 2 Februari 1900.
Bij de behandeling van het in de Raadszitting van 25 Januari 1.1.
aangehouden voorstel tot verhooging van den prijs van het
gas werden door den heer de Lange nadere inlichtingen ver
zocht omtrent de navolgende punten:
1°. Hoe groot is de hoeveelheid en welke zijn de prijs en
de tijd van levering der laatstelijk aangekochte kolen?
2'. Hoeveel is die prijs per 1000 K.G. hooger, dan die, bij
het vorige contract bedongen?
3°. Hoeveel hooger ramen Commissarissen der Gasfabriek
de opbrengst der cokes per Hectoliter?
Ter voldoening aan dat verzoek hebben wij de eer U het
navolgende mede te deelen.
De prijs der kolen bedraagt van 1 Januari tot 31 Maart
van dit dienstjaar ƒ7.—van 1 April tot 31 December 10.—
per ton van 1000 K.G. franco station Leiden.
In verband met de hoeveelheid kolen, welke op 1 April nog
in voorraad zal zijn, geeft dit voor het loopende dienstjaar
een gemiddelden prijs van 9per ton, terwijl die prijs ge
raamd was op f 7.50 per ton en dus ƒ1.50 per ton minder.
Aangezien nu de hoeveelheid te verbruiken kolen over 1900
geraamd wordt op 22400 ton, zullen de kolen een hoogere
uitgave vereischen van 33.600.
[Hierbij zij opgemerkt, dat bij de begrooting voor het loopende
dienstjaar op pag. 29 de prijs per ton geraamd is op ƒ7.90,
ot ƒ0.40 hooger dan het boven aangegeven bedrag. Die 0.40
zijn echter de vervoerkosten per ton van het station naar de
fabriek, en zullen dus evenzeer den bovengenoemden prijs van
ƒ9.verhoogen].
De verhooging van den prijs der cokes wordt geraamd op
5 ct. per H.L., waardoor de totale opbrengst van de cokes
vermoedelijk 224000 x 5 cent of ƒ11200.hooger zal zijn dan
geraamd is.
Alles tezamen genomen zal dus het batig saldo der gasfabriek
bii behoud van den tegenwoordigen gasprijs verminderen met
(ƒ33.000.ƒ11.200.—) of ƒ22.400— of rond 22.500.—,
het cijfer, door Commissarissen der Gasfabriek genoemd.
Het thans geldende contract is gesloten voor den termijn
1 April 189731 Maart 1900, terwijl het nieuwe contract
loopt van 1 April 1900—31 Maart 1902.
Ten slotte kunnen wij U nog mededeelen, dat de gasfabriek,
indien de prijs van het gas geene verhooging ondergaat, in
1901 vermoedelijk eene mindere bate zal opleveren van
ƒ42.500.—, welk bedrag bij verhooging van den prijs van het
gas met cent per M.3 tot ƒ12.500.zal worden teruggebracht.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 33. Leiden, 2 Februari 1900.
Krachtens Raadsbesluit van 14 Octóber 1897 is het huis aan
de Aalmarkt n°. 0 tot 1 Mei 1900 verhuurd aan de Weduwe
Georg Karg, geboren Wilhelmina Hoormaar, tegen een huur
prijs van ƒ304.— per jaar.
Vermits nu de huurster het verlangen heeft te kennen ge-
geven om de huur te continueeren en daartegen bij ons geen
bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in overweging
te besluiten het huis aan de Aalmarkt n°. 0, wederom te ver
huren aan de Weduwe Georg Karg, geb. Wilhelmina Doormaar,
voor den tijd van drie jaar, ingaande 1 Mei a. s. en alzoo ein
digende den 30sten April 1903, tegen een huurprijs van 304.
per jaar, onder bepaling dat de huur telken drie maanden
bij vooruitbetaling zal moeten worden voldaan en de gemeente
ten allen tijde bevoegd zal zijn de huur ook tusschentijds te
doen eindigenmits daarvan drie maanden te voren aan de
huurster schriftelijk kennis gevende, en voorts onder de gewone
voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.