15
politie, het paar schoenen 3.90; halve zolen en achterlappen
1.15; voor de brugwachters: het paar schoenen ƒ4.20; halve
zolen en achterlappen f 1.15.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 25. Leiden, 19 Januari 1900.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij overteleggen
het eerste vervolg op ons Verslag van het Woningonderzoek
in deze gemeente, betreffende de bouwblokken III en IV.
Het onderzoek in de bouwblokken V en VI wordt inmid
dels voortgezet. Wanneer ook de daar verzamelde gegevens
geheel als die van de eerste 4 blokken zullen zijn bewerkt,
zal de voor dat doel bij Raadsbesluit van 6 Juli 1899 toege
stane som uitgeput zijn.
Het komt ons intusschen hoogst wenschelijk voor, dat het
onderzoek ook in de overige gedeelten der gemeente worde
voortgezet, zoowel omdat het onderzoek, naarmate het volle
diger is, in waarde toeneemt, als ook met het oog op de te
verwachten woningwet, bij wier in werking treding de reeds
door ons verkregen gegevens van onschatbare waarde zullen
blijken te zijn en later veel werk zullen besparen.
Trouwens, wanneer ook het onderzoek in de wijken V en
VI zal zijn afgeloopen, zal een belangrijk gedeelte van den
arbeid verricht zijn. Immers de bouwblokken I—VI beslaan on
geveer de helft van het aaneengebouwde gedeelte der gemeente:
ongeveer 3600 woningen met 16000 bewoners zullen dan
zijn onderzocht. Bedenkt men nudat in het andere gedeelte
der gemeente, bevattende de wijken 1, IV en \1 geheel en
do wijken II, III en VII gedeeltelijk, het aantal woningen van
1 tot 3 kamers naar evenredigheid veel geringer isdan blijkt
hieruit, dat het onderzoek in het aaneengebouwde gedeelte
der gemeente reeds belangrijk gevorderd is.
Ten einde ons nu in staat te stellen met het onderzoek in
de overige stadsgedeelten voort te gaangeven wij U in over
weging alsnog een som van 1000 ter onzer beschikking te
stellen en tot de vaststelling van den hierbij overgelegden
staat van af- en overschrijving over te gaan. Op den post
voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog f 37312 beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 26. Leiden, 19 Januari 1900.
Aangezien de leerlingen A. L. en J. van Spengler, wegens
vestiging in deze gemeente, eerst sedert 4 December 11. het
onderwijs resp. aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens
en aan de Jongensschool le klasse hebben gevolgd, geven
wij Uwe Vergadering in overweging aan Prof. Dr. C. C.
Uhlenbeck restitutie te verleenen van schoolgeld voor zijn
pupil A. L. van Spengler over het 'le kwartaal van den loo
penden cursus en voor zijn pupil J. van Spengler over de
maanden October en November, 1899.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 10 Januari 1900.
Edelachtbare Heeren.
Ondergeteekende, Prof. Dr. C. C. Uhlenbeck, sedert 30
Nov. 1899 in deze gemeente woonachtig, verzoekt restitutie va'n
1. Het eerste kwartaal schoolgeld H. B. S. voor jongens,
voor zijn pupil A. L. van Spengler sedert 4 Dec. '99 leerling
dier school;
2. Schoolgeld over twee maanden van het tweede kwartaal
voor zijn pupil Johan van Spengler, sedert 1 Dec. 1899 leer
ling der Jongensschool 1e klasse.
Hoogachtend, Uw div. dn.,
C. C. Uhlenbeck.
N°. 27. Leiden, 19 Januari 1900.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij overteleggen
een door J. H. Sundermeijerte Hillegersberg, c. s. overgelegd
stratenplan voor het aan den Maredijk en de Aloëlaan gele-^
gen terrein, kadastraal bekend onder Sectie L. n°. 526, ge
meente Leiden.
Bij de Commissie van Fabricage bestaat tegen het thans
overgelegde plan, dat het resultaat, is van verschillende door
de Commissie met den heer Sundermeijer gehouden bespre
kingen, nog slechts dit bezwaar, dat daarbij geen gelegenheid
geopend wordt voor den toekomstigen aanleg van een ver
bindingsstraat van den Maredijk met den Stationsweg. De
Commissie acht dan ook het plan alleen dan voor goedkeu
ring vatbaar, wanneer de rooilijn aan den Noord-Oostelijken
hoek van het terrein volgens de met rood aangegeven lijn
A. B. getrokken wordt, zoodat de driehoek A. B. C. ter grootte
van 105 M2. onbebouwd zal blijven. Billijkheidshalve zal
dan de gemeente te zijner tijd de bestrating van dien driehoek
voor hare rekening moeten nemen. Voorloopig zal het echter
voldoende zijn, dat hij kosteloos in het privaat eigendom aan
de gemeente worde overgedragen.
Overigens bestaan bij de Commissie tegen de plaats, richting
en afmetingen der aan te leggen straten geene bezwaren.
De Maredijk zal op een breedte worden gebracht van 15
Meter, terwijl de Aloëlaan en de beide daaraan evenwijdig
loopende straten een breedte zullen erlangen van 10 Meter.
De hoogte der straten zal moeten overeenkomen met de
hoogte der bestaande wegen, waarmede zij voor een deel
zullen samenvallen, of waarop zij zullen uitkomen.
Voorts is de Commissie met ons van oordeel, dat het in
den Maredijk te leggen riool van gemeentewege behoort te
worden aangelegd. Niet alleen toch zou de gemeente binnen
enkele jaren bij verbetering van de algemeene rioleering der
gemeente, toch tot den aanleg van een riool in den Mare
dijk, die een bestaande weg is en waarin tot dusverre nog
geen riool ligt, voor eigen rekening moeten overgaan, maar
ook overigens is dit een niet onbillijke tegemoetkoming aan
adressanten, waar deze bereid gevonden zijn met niet onbe
langrijke opofferingen van terrein den Maredijk op een
breedte van 15 Meter te brengen, een eisch, welken de
Commissie van Fabricage niet meende te mogen laten varen.
Eindelijk is ons nog bij onderzoek gebleken, dat adres
santen, hoewel dit niet uit het overgelegde plan blijkt, het
voornemen hebben ook aan de Westzijde van het terrein
huizen te bouwen met den voorgevel naar het Westen gekeerd.
Die huizen zouden dan komen te staan aan een straat van
5 Meter breedte, een halve straat, die mettertijd op 10 Meter
zal moeten worden gebracht.
Op de in ons Rapport, opgenomen in n°. 252 der Ingekomen
Stukken van 1899, aangegeven gronden maken wij bezwaar
die halve straat als onderdeel van het plan goed te keuren.
Om de mede daarin vermelde motieven meenen wij echter
ook weer in dit geval tot den bouw der huizen vergunning
te kunnen verleenen, mits een strook grond ter breedte van
1I3 Meter over de volle lengte van de westelijke grens van het
bouwterrein kosteloos aan de gemeente in privaat eigendom
worde overgedragen.
Op al deze gronden geven wij Uwe Vergadering thans in
overweging
1°. goed te keuren het door J. H. Sundermeyer, te Hillegers
berg, c. s. ingediende stratenplan voor het terrein aan den
Maredijk en de Aloëlaan, kadastraal bekend onder Sectie L,
n°. 526, gemeente Leiden, met bepaling van de breedte van-
den Maredijk op 15 Meter en van de Aloëlaan en de beide
daaraan evenwijdig loopende straten op 10 Meter, en van de
hoogte der straten op de hoogte van de reeds bestaande
straten, en voorts onder voorwaarde, dat de driehoek ABC,
ter grootte van 105 M2., aan den Noord-Oostelijken uithoek
van het terrein onbebouwd worde gelaten en kosteloos aan
de gemeente in privaat eigendom worde overgedragen
2°. adressanten vergunning te verleenen tot den bouw van
huizen aan de Westzijde van het terrein, met den voorgevel
gekeerd naar het Westen, mits een strook gronds ter breedte
van 7,. Meter over de volle lengte van den westelijken grens
van het terrein kosteloos aan de gemeente in privaat eigendom
worde overgedragen
3". te besluiten het in den Maredijk te leggen riool voor
rekening der gemeente te doen aanleggen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Burgemeester en Wethouders te Leiden.
Ondergeteekende, J. H. Sundermeijer c. s., wonende te
Hillegersberg, neemt bij deze de vrijheid, den geachten Raad
te verzoeken toestemming en de goedkeuring te willen verleenen
op hun ontworpen stratenplan aan den Marendijk te Leiden,
volgens bijgaande teekening.
't Welk doende
J. H. Sundermeyer.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.